£>int /V icolaasgeC? kwant ONZE KINDERTON In Madrid, de hoofdstad van Spanje, staat een groot en oud huis. In dat huis woont een heel oude man. Hij is wel meer dan honderd jaar oud. De oude man zit in een kamer achter een bureau. Op dat bureau ligt een groot vel papier. Daar schrijft de oude man op. Af en toe houdt hij even op met schrijven en denkt. Weet je wie die oude man is? Juist, het is Sint Nicolaas. Op het grote vel papier voor hem staan een heleboel namen. Jouw naam staat er ook bij. Tenminste, als je het verdiend heht. Achter de namen komen allemaal dingen te staan. Ja, daarom zit hij steeds zo te denken. Het is heel erg moeilijk om voor alle kinderen een leuk cadeautje te verzinnen. En Sint Nicolaas is heel erg geschrokken van de verlanglijstjes die de Zwarte Pieten uit de schoenen van de kinde ren gehaald hebben, want daar staan zulke dure dingen op! Sint Nicolaas wil natuurlijk alle kinderen iets geven dat zij graag willen hebben, maar dat kan nooit. En er is nog iets. Sint Nicolaas kan dit jaar niet zo erg veel kopen. Alles is verschrikkelijk duur. Sint Nicolaas is erg rijk, dat wel, maar de mannen van de belasting weten dat ook wel en die zeiden: ..Sint Nicolaas moet nu ook eens belasting gaan betalen. Want wij hebben heel veel geld nodig om wegen aan te leggen en huizen te bouwen!" Sint Nicolaas buigt zich over het papier. Als hij alle meisjes nu eens een pop geeft en alle jongens een auto, dat zal misschien wel lukken. St. Nicolaas rekent en rekent, maar het gaat net niet. O, wat moet hij doen? Hij kan alle kinderen toch niet zomaar in de steek laten? Het is een moeilijk geval; hij moet het maar aan zijn raad van wijzen voorleggen. Hij drukt op een knopje en even later komen vijf Zwarte Pieten hinnen. Het zijn al oude Zwarte Pieten, daarom zijn ze zo wijs. Ze gaan alle vijf voor het bureau van Sint Nicolaas staan en vragen wat er is. „O", zegt Sint Nicolaas, „iets heel ergs. Ik heb geen geld genoeg om voor alle kinderen iets te kopen." De vijf wijzen knikken. Ja. dat is inderdaad heel erg. Daar moeten ze iets op vinden. Het is heel stil op de kamer van Sint Nico laas. De vijf wijze Pieten denken en denken Dan zegt een van hen: „Sint Nicolaas, omdat u zelf een bisschop bent heb ik dit bedacht: laten we bij alle bisschoppen vragen of zij wat geld voor u hebben." De raad der wijzen vindt dit een heel goed plan. Sint Nicolaas denkt even na en schudt dan zijn hoofd. „Nee", zegt hij, „dat kan ik niet doen. De bisschoppen hebben zelf niet zoveel geld." Weer denken de wijze Pieten. „Sint Nicolaas als wij het dan eens aan de rijke fabrikanten vragen?" zegt een Zwarte Piet. Sint Nicolaas kijkt hem aan. „Hè ja", zegt hij, „dat is nog eens een goed idee." De raad der wijzen gaat weer weg. Sint Nicolaas buigt zich weer over zijn bureau en gaat naar alle fabri kanten in het land een brief schrijven. Het duurt heel lang voor Sint Nico laas daar klaar mee is, want er zijn een heleboel fabrikanten. Als alle brieven eindelijk geschreven zijn, roept Sint Nicolaas zijn opperwerk- piet. Hij geeft deze alle brieven en zegt: „Asjeblieft. Deze brieven geef je aan alle werkpieten en zij moeten er mee naar de fabrikanten. En zeg dat ze haast maken." En zo gebeurt het. Alle werkpieten gaan op reis. Telkens één Piet naar één fabrikant. Na een poosje komen ze allemaal weer bij Sint Nicolaas terug. En allemaal nemen ze heel veel geld mee. Sint Nicolaas gaat alles tellen. Wel honderdduizend gulden is het. Veel hè? Nu kan Sint Nicolaas toch voor alle kinderen iets moois kopen. En doordat die ene wijze Piet in Spanje zo'n goed plannetje had, krijg jij straks een mooi cadeau van de Sint. Is dat niet fijn? Leny 14

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1967 | | pagina 16