25-jarig jubileum M. A. SPORREL Afscheid J. F. OVERVLIET De derde zilveren jubilaris in deze rij was de heer M. A. Sporrel, eveneens machine drijver te Amster dam, die zijn op 7 mei jl. wegens ziekte uitgestelde jubileum op 22 september vierde. Waarom hij nu juist op een donderdag in onze dienst moest treden, is mij niet bekend. Wel weet ik dat Matthijs Arend. Thijs voor zijn collega's, op 7 mei 1942 bij ons is gekomen en wel op 26-jarige leeftijd. Op 7 mei 1967 hadden wij dus het heuglijke feit van zijn zilveren jubileum moeten herdenken. Omdat de jubilaris toen ziek was, kon het feest die dag echter niet doorgaan. Gelukkig is M. A. S. thans geheel hersteld. In overleg met de chef personeelszaken werd 22 september 1967 de feestdag. Sporrel wist, dat hij die dag 52 jaar zou worden. En nu kom ik tot de vermelding van een van de meest op de voorgrond tredende eigenschappen van de jubilaris: zijn grote bescheidenheid. Ook hier was hij weer zo bescheiden, dat hij tegen deze datum geen bezwaar maakte. Een andere eigenschap van de heer Sporrel is zijn in hoge mate aanwezige gevoel voor verantwoordelijkheid, waarvan hij vele malen blijk heeft gegeven. Alles bijeen een man, die hoegenaamd niet opvalt (in de goede zin) en een zeer gewaardeerd lid is van ons korps Habé-enners. Deze en vele andere prettige geluiden heeft de jubilaris, die thans werkzaam is als machinedrijver, mogen ver nemen uit de mond van de heren Goos, Van Essen en Hollander, u langzamerhand genoegzaam bekend. De envelop en de cadeaus ontbraken ook dit keer niet. Col lega ..rooie Arie" van Gijlswijk, die dezelfde week had gejubileerd (zie hiervoor), overhandigde bloemen aan mevrouw Sporrel, hetgeen vergezeld ging van een zoentje, alhoewel ik de indruk kreeg dat de gezellige, goedgemutste en goedlachse echtgenote van de jubilaris er wel om heelt moeten vragen. Wat mij betreft Sporrel, laat ik mij mogen aansluiten bij de vele goede wensen, die je ter gelegenheid van je jubileum en ook voor de toekomst hebben bereikt. Het allerbeste voor jou, je vrouw, je kinderen en klein kinderen zij je bij deze van ganser harte toegewenst door Oud Bruin Na meer dan zesenveertig jaar de belangen van Heine- ken gediend te hebben, nam de heer J. F. Overvliet op 31 augustus officieel afscheid van de brouwerijgemeen schap te Rotterdam. De eerste spreker in de overvolle raadskelder was de heer Berkemeier, die de belangrijkste momenten uit de loopbaan van de heer Overvliet memoreerde. Welhaast vanzelfsprekend werden daarbij enkele anekdotes aan gehaald, die illustreerden dat de betrokken periode ,,een mooie tijd geweest moet zijn". De heer Overvliet is het grootste deel (37 jaar) van zijn loopbaan in dezelfde sector, de boekhouding en wel speciaal de leningenadministratie, werkzaam geweest. In 1932 werd hij benoemd tot chef van de afdeling geleend geld stad, een functie die hij, zoals de heer Berkemeier zei, op de meest voortreffelijke wijze ver vuld heeft. Al heette hij dan een niet zo gemakkelijke baas te zijn, de heer Overvliet wist precies waarover hij sprak en hij beschikte over een enorme parate kennis van het wel en wee van onze afnemers. Daar door was hij een vraagbaak en een grote steun voor de commercie geweest, aldus de heer Berkemeier. In 1958 wachtte de heer Overvliet als chef interne dienst kantoor een andere taak, die hij met dezelfde nauwgezetheid en plichtsbetrachting ten uitvoer gebracht heeft. De heer Overvliet zal na zijn pensionering nog enige tijd in Rotterdam werkzaam blijven, waar hij zal assisteren bij het investeringsonderzoek. Aan het slot van zijn toespraak bracht de heer Berke meier de scheidende functionaris nogmaals bijzonder hartelijk dank voor al hetgeen deze in een periode van Na zesenveertig dienstjaren nam de heer Overvliet, vergezeld van zijn echtgenote en zijn zoon, officieel afscheid van de Heineken gemeen schap te Rotterdam. Bij het betreden van de raadskelder ontving mevrouw Overvliet een boeket bloemen. bijna een halve eeuw toewijding voor Heineken gedaan heeft. De overhandiging van de envelop met de gratifi catie-voor-vijftig-dienstjaren ging vergezeld van vele welgemeende wensen voor de komende jaren. De heer Vriethoff, die aan de woorden van de heer Berkemeier weinig had toe te voegen, overhandigde het cadeau namens het personeel, daarbij de heer Overvliet een eresaluut brengend voor diens karaktervolle hou ding van de laatste jaren. In een uitgebreid slotwoord sprak de heer Overvliet er zijn vreugde over uit, dat zovelen bij zijn afscheid aanwezig waren. Hij dankte de directie „voor mijn pensioen", de heren Berkemeier en Vriethoff „voor hun aangename woorden" en verder allen, die hadden bijgedragen aan het gemeenschappelijke cadeau. Na nog enkele anekdotes ten beste te hebben gegeven, die in de raadskelder veel plezier veroorzaakten, be sloot de heer Overvliet met het uitbrengen van een dronk „op de raad van bestuur, de directie en het welzijn van ons allen!" 13

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1967 | | pagina 15