WAT IN 'T VAT ZAT VERZOUTTE WEL van de haven lag. Nu doet de heer Schunko in zijn vrije tijd aan sportduiken en hij zag hier een gelegenheid zijn vaar digheid in het duiken te testen, 's Mid dags om vier uur, zo schrijft hij ons, ging hij het water in. Niemand geloofde dat de heer Schunko het vat nog zou vinden. Men dacht dat het al lang in de modder verdwenen zou zijn. Maar de haven heeft een zandbodem en de heer Schunko was er van overtuigd dat hij het vat zou vinden. Een kwartier lang zocht de heer Schunko tevergeefs. Hij wilde het zoeken juist op geven toen hij het vat vond. Het lag in een diepe kuil en was bedekt met een laag „stof". Het naar boven brengen van het vat gaf ook nog enige moeilijkheden. Toen heeft de heer Schunko zijn zwemvest opge blazen, waardoor hij enig drijfvermogen kreeg. Met wat inspanning kreeg hij het vat naar boven, waar het met grote vreugde ontvangen werd. Bij het omhoog halen echter was het vat enige malen on zacht met de kademuur in aanraking ge komen. Eenmaal aan wal bleek het vat zo lek als een zeef. Iedereen moest na tuurlijk meteen proeven, maar wat men ook proefde, géén bier. Het zoute water had in die drie jaren zijn werk gedaan; Trots poseert de heer Schunko met zijn Heineken vat. het fust was verroest en de inhoud be stond uit zout water. Maar dit alles heeft de pret niet kunnen drukken, zo schrijft de heer Schunko. Het vat is nog in zijn bezit, want volgens de wet is het nu het eigendom van de heer Schunko. „Maar", schrijft hij, „wat moet ik met een ver roest vat beginnen, een eigen brouwerij?" Drie jaar geleden is in de haven van St. Thomas in West-Indie bij het verladen van vaten bier een vat van de hijs ge vallen en in de haven verdwenen. Het vat met het kostelijke gerstenat van Hei neken is daar blijven liggen. Drie jaar lang. Enige tijd geleden kwam de heer H. Schunko, chef de rang op het ss Sta tendam van de Holland-Amerika Lijn, op een cruise in St. Thomas aan. Een magazijnbediende aldaar vertelde de heer Schunko van het vat dat op de bodem De sportduiker komt met het gevonden vat boven water. Daarna ging het dwars over de Veluwe, via Hoenderlo, Deelen en Arnhem naar „De Vereniging" in Nijmegen, waar de lunch al op ons wachtte. Tot ieders grote ver rassing waren de heer en mevrouw Emmens ook bij deze maaltijd aanwezig. „Het is voor ons een groot genoegen enige ogenblikken in uw midden te zijn", zei de heer Emmens. Hij constateerde met vreugde dat het jaarlijkse uitstapje van de gepensioneerden een traditie is geworden. „Heineken is nu verreweg de grootste brou werij in Nederland. Dit komt in eerste instantie door de goede samenwerking die er altijd geweest is. Ik hoop dat Uw verslaggeefster in gesprek met de trainers van de dol fijnen Dolf de Wit en Henk van der See. dit nog vele jaren zo mag zijn. Ik ben ervan overtuigd, dat Heineken altijd veel voor zijn gepensioneerden zal blijven doen en ik hoop dat u allen nog lang de bloei van Heineken zult mogen meemaken." Na afloop van de maaltijd werden de bussen weer op gezocht. Door het land van Maas en Waal en via Zalt- bommel en Gorinchem ging het toen weer brouwerij- waarts. Joop van den Berg zorgde daar, samen met zijn medewerker, weer voor een pittig muziekje. Nog lang was men daar bijeen, goed voorzien van een natje en een droogje. naar de bussen.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1967 | | pagina 13