IN MOKUM zier) en hij noemde het spel dan ook het spel van de crozier, nu Lacrosse. De Franssprekende Canadezen waren de eerste blanken die dit spel speelden. De originele speelwijze werd wat ver anderd en Lacrosse werd Canada's nationale sport in 1867, het jaar waarin de eerste regels werden opgetekend. In hetzelfde jaar werden ook demon stratiewedstrijden gehouden in Engeland. Sindsdien is Lacrosse enorm in popu lariteit gestegen en niet zonder reden. Het bijna ontbreken van regels maakt het spel vloeiend en ononderbroken, fijn om naar te kijken. Er is namelijk geen buitenspel en de speltechnische restricties zijn minimaal. De bal wordt in de stick gevangen en gegooid en is daarom voortdurend in de lucht en in beweging. Op het moment is er in Nederland geen mogelijkheid om dit spel te beoefenen, maar iedereen die in de lente Engeland bezoekt zal de kinderen Lacrosse zien spelen. De bereidwilligheid van de En gelse Lacrossebond om behulpzaam te zijn met materiaal en instructies is ge weldig. Maar tot er genoeg geïnteres seerden zijn zullen we het in Nederland voorlopig zonder Lacrosse moeten doen. Els. JA, HET IS GELUKT. Picasso, althans een groot gedeelte van zijn werk, is te zien en te beleven in het Stedelijk Museum te Amsterdam. De stroom van bezoekers is niet te stuiten. Ook tante Mien gaat er heen om een glimp op te vangen van de werken van die gekke-smoelen-schilder, die niet weet waar een neus, oog of oor hoort te zitten. Bussen, volgepropt met buitenlanders, rijden af en aan. Scholieren gaan in groepsverband en onder deskundige leiding langs de werkstukken. Een oude heer drukt zijn neus haast door een doek en beleeft het genie Picasso. Doelbewust startte ik aan het eind van de tentoonstelling, om de stroom binnenkomende bezoekers te mijden. In alle stilte kon ik zodoende het werk ondergaan en bekijken. Het is ondoenlijk een persoonlijke visie te geven op elk schil derij afzonderlijk. Wel wil ik trachten een algemene indruk op te schrijven zoals ik die persoonlijk heb beleefd. Picasso heeft mij verbaasd door zijn kunnen en mede door de onderstaande punten beschouw ik hem als een genie. 1. De directheid van zijn manier van werken met een duidelijk handschrift, dat aanspreekt. 2. Zijn puur menszijn, met menselijke fouten, niet zwevend boven onze aarde, maar erop als een van ons. 3. Het vermogen tot vernieuwen in zichzelf en daardoor komend tot een telkens andere manier van noteren dus schilderen. 4. De geweldige energie en scheppingsdrang die hij bezit, ook op zijn hoge leeftijd, en hem tot symbool maakt voor ieder die creatief is op welk gebied dan ook. Dit zijn enkele punten, die ik graag zou willen onderstrepen, aangezien deze zienswijze ook bij een tweede bezoek voor mij bewaarheid werd. Bij iedere expositie, maar zeer zeker bij die van Picasso, is het nodig dat je onbevooroordeeld er naar toe gaat, alleen dit maakt het mogelijk dieper door te dringen in het wezen Picasso. Wie de tentoonstelling alsnog wil bezoeken, moet geen mooie plaatjes verwachten, die lief en braaf neergepenseeld zijn. Picasso is een realist, scherp en direct noterend, een man die ook door de politiek geraakt wordt en letterlijk vorm en kleur bekent. Ga er dus heen, al is het maar uit het oogpunt van algemene ontwikkeling. Picasso is niet alleen een oude man die schildert, maar een mens die een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan onze vernieuwde manier van denken en zien. (Picasso-tentoonstelling nog tot 30 april 1967 in het Stedelijk Museum te Amsterdam. Geopend: dagelijks van 9.30 tot 17 uur. Zon- en feestdagen van 13 tot 17 uur. 's Woensdags van 19.30 tot 22 uur. Entree ƒ3,00). Ad. Foto rechts: De aankondiging op het Stedelijk Museum Foto onder: De nu 85-jarige Pablo Picasso in zijn atelier te Vallauris. (Foto welwillend afgestaan door ,,De Rotterdammer") Foto geheel onder: De kat die een vogel eet. (Foto welwillend afge staan door ,,De Rotterdammer"). Men mag de bal uit de stick van een tegenstander slaan. Dit aanvallen moet echter aebeuren zon- der lichamelijk con tact met de tegen stander.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1967 | | pagina 25