waar de warmte wachtte
„OLIEBOLLEN"
&0OO rrt ~/t. y? rrï/rz .26.6
De verveling was gekomen. Alleen op mijn
kamer met een plaat van Simon en Gar-
funkel drong het tot me door: Alles wat ik
nodig had, was een heleboel lawaai, mensen
en geluiden, die in me door zouden dringen
en niet aan de oppervlakte bleven zweven.
Ik gooide alle lichten uit en dook weg in het
donker van de avond. Het was kouder ge
worden; m'n zomerkleren bleken te dun.
De wind vrat in mijn huid, die zich tooide
met de bultjes, kippevel in de volksmond
(als je een kip kaal ziet, zonder haar meer of minder goor-witte
veren, dan kun je begrijpen, wat men bedoelt). Het had veel te
lang geduurd, voordat ik uit mijn isolatie losbrak Dagenlang
had ik mezelf opgesloten in de warmte (was het dat eigenlijk wel)
van mijn eigen ik. Het temperatuurverschil was te abrupt. Ik rilde
en stopte mijn handen diep weg in de gevoerde zakken van de
lichte regenjas die ik gelukkig nog had aangetrokken.
Langzaam liep ik over de brug.
Trams ratelden voorbij en
auto's toeterden ongeduldig.
De lucht werd weggezogen en
mijn haren fladderden over
m'n hoofd Onder me lag het
water als een grote pot zwarte
inkt en boven me werden de
wolken grilliger en namen on
natuurlijke vormen aan (toen ik
uit m'n raam keek, zag ik al
leen het spel van de achter
volging, maar de natuur was
verder gegaan). Mijn ogen
wenden aan het donker en
doorbraken de dunne nevels,
watersluiers, die opstegen
vanuit de rivier.
Daar aan de andere kant lag
het leven, dat ik nu ging zoe
ken. Daar in één van die
zwarte blokkendozen waren de
mensen met wie ik zou praten.
met wie ik zou luisteren naar
opwindende muziek. daar
waren ook de meisjes met
lange, zwevende haren, met
opgewekte stemmen, met mini
rokken en met hun snel be
wegende handen als ze iets
duidelijker wilden maken Het
trok aan me en deed me mijn
pas versnellen.
Het einde van de brug (koud
en kaal welbeschouwd, maar
zo veelbelovend) kwam steeds
dichterbij. Ik neuriede nu. Het
was een liedje, wat al dagen
in mijn hoofd rondspookte,
over een jongen van eenen
twintig en een meisje van vijf
tien, die verliefd op elkaar
waren geworden en wier liefde
door de ouders van het meisje
werd tegengegaan Ze vluch
ten en blijven twee weken
Dick van Yperen, Rotterdam, 18 jaar.
Hij werkt op de afdeling produktie-
inkoop van Heineken Technisch Be
heer. Zijn hobby's zijn biljarten,
voetballen, schaatsen, dansen en
schrijven.
onvindbaar Dan wordt de
jongen gesignaleerd en in ver
zekerde bewaring (zo noemt
men dat, prachtig, niet) ge
steld. Eenzaam zoekt het
meisje de weg naar huis weer.
Vlak bij de deur van de club
sta ik stil en kijk om me heen:
een laatste realistische blik
op het leven: de sterren, een
maan en bladeren, die dan
send naar beneden komen om
te voelen of de grond net zo
koud is als de lucht Dan klop
ik op de deur (van de hel
zouden vele ouderen zeggen,
maar voor mij en vele anderen
de rust van een aards para
dijs) Een gezicht verschijnt
voor het luikje, een knikje en
dan schuift de deur op een
niet al te grote kier De mu
ziek waait al in mijn gezicht
en stemmen slierten als feest-
slingers om mijn nek.
Hier is het dan: het Mekka
der nozems; kleurenschakerin-
gen, die onwezenlijke effecten
hebben: paarse haren, blauwe
lippen, rode ogen, oranje
schoenen Onbewust trek ik
mijn jas uit; het is warm hier
binnen. De warmte van het
geluk, de behaaglijkheid van
de vreugde, het blinkend oog
van een nieuwe liefde.
Vrienden praten met me; meis
jes komen er even bij staan
om weer verder te gaan met
het meezingen van de platen,
die monotoon om hun as blijven
draaien tot de laatste groef
Ongeduldig trommelen vingers
op tafelbladen alsof ze wach
ten op de ontmoeting met een
andere hand, die de hunne kan
omvatten en verwarmen in de
koude tijd.
Ongemerkt gaat de tijd voor
bij, samen met de sigaretten,
de platen en de dranken,
samen met de sekonden, de
minuten, de uren
De avond lag achter me. Weer
een avond, maar niet zoals
anders. Het plastic-omhulsel
van mijn eenzaamheid had ik
verbroken Nu wist ik, waar
de tijd verdween en waar ik
hem weer terug kon vinden
Dick
wist het nog beter d
„experts" wisten te
wel dertig waren. De
groeide met de minu
was 'ie al een halve
schillenden werden b
staarden naar buiten
In Bergen op Zoom v
Nee, niet die van oud en nieuw, zoals
men wellicht zal denken, maar jongens
van een jaar of negentien, die de klos
zijn om voor het eerst op te komen voor
hun militaire dienstplicht
Ja, daar stond ik dan tussen een paar
duizend medeslachtoffers op het Cen
traal Station.
De trein reed het station binnen en met
een gezicht van ,,'t is dat het mot, maar
anders stapte ik er in.
Binnen in de coupé braken de eerste
sterke verhalen los, allemaal verhalen
over broers, neven en buurjongens, die
het zo handig hadden aangelegd om af
gekeurd te worden en ik voelde me met
een al een sufferd omdat ik niet zo
„clever" was geweest. We betreurden
eikaars lot en intussen rolde de trein
Haarlem binnen en nieuwe gegadigden
voor 's konings wapenrok stapten in.
M P.-ers liepen langs de trein met vor
meloze gezichten en de laatste gelegen
heid om iets van hun arrogantie te zeg
gen liet ik (nu tot mijn spijt) voorbijgaan.
Bij Leiden veranderden we van onder
werp en het gesprek kwam op de vele
injecties die we tegoed hadden De een
Aart Koopmans,
Amsterdam, 20 jaar.
Hij behoort op de
afdeling reclame te
werken, maar leert op
't ogenblik het land
te verdedigen.
Zijn hobby's: Alleen
met verloofde luisteren
naar Ken Griffin;
smalfilmen.
overgeheveld en on
„Och was ik maar t
bleven" bereikten w<
de legerplaats Ossf
termen „Het afknijp
dienstdag was begoi
Provo's werden van
bels ontdaan en omi
banders elke Amste
is, werd ik ook „gel
De eerste dag, een t
vergeten zal, de eer
op mijn lijfspreuk br,
diensttijd bij me zal
overcome some day