H. HOGENBOOM
J. DE HAAN EN J. M.
MOLIJN
De collega's uit Amsterdam en Den Bosch waren ver
tegenwoordigd door respectievelijk de heren Wijnands
en De Jong, van wie eerstgenoemde enkele persoonlijke
herinneringen ophaalde, terwijl de heer De Jong zich
snel door het reeds weggemaaide gras heenwerkte om
daarna, evenals zijn Amsterdamse collega de jubilaris
behalve met woorden ook met een daad blij te maken.
De heer Kleingeld sprak namens de P.U.R. (Personeels-
unie Rotterdam). Hij noemde de jubilaris een zeer voor
aanstaand lid van een van de verenigingen en dankte
hem voor de vele uren die hij aan de P.U.R. had gewijd.
Ook mevrouw De Lange werd in deze dank betrokken
voor de vele uren die zij haar man voor het verenigings
leven had afgestaan.
Uit de woorden van de heer Zom bleek dat de jubilaris
hem zowel als baas maar ook als voorzitter van het
jubileumfonds steeds veel vertrouwen had ingeboezemd.
Namens het jubileumfonds van de energiedienst en de al
gemene werkplaats bood de heer Zom een geschenk aan.
Het laatste woord was aan de jubilaris, die kort maar
krachtig - zoals we van hem gewend zijn alle aan
wezigen dankte voor hun belangstelling, de sprekers
voor hun woorden en geschenken en tenslotte zijn grote
vreugde betuigde over de aanwezigheid van de heren
Biichli, Vreugdenburg en Saurer.
Afscheid
Op woensdag 28 december 1966 werd in Maastricht
afscheid genomen van de heer H. Hogenboom, chauffeur
besteller bij Heineken's Bierhandel Maastricht N.V.
's Middags werd de heer Hogenboom samen met zijn
echtgenote ontvangen in de versierde kantine van de
Bierhandel door de directeur, de heer D. Ellens. Behalve
het personeel waren ook de heren Ouderdorp en Van der
Geld van de afdeling personeelszaken Den Bosch aan
wezig, alsmede de heer Geurds, gepensioneerde van de
Bierhandel.
In de toespraak van de heer Ellens kwam tot uiting de
bijzondere plichtsbetrachting waarmee de heer Hogen
boom altijd zijn werk heeft verricht. Een ieder kon altijd
op hem rekenen en bij de afnemers was „Harrie" een
bijzonder vertrouwde en graag geziene figuur.
Namens het personeel kon de heer Ellens onder dank
zegging voor de buitengewoon collegiale samenwerking
een passend cadeau aanbieden, namelijk een drankassor
timent voor maanden. Hij sprak hierbij de hoop uit, dat
de heer Hogenboom nog vele jaren van een welverdiende
rust zou mogen genieten.
In het hierna volgende ongedwongen en gezellig samen
zijn kwam aan de hand van verhalen uit de oude en
tegenwoordige tijd tot uiting op welke bijzondere wijze
de heer Hogenboom en zijn collega's hebben bijgedragen
tot het hooghouden van de naam Heineken in deze meest
zuidelijke vestiging.
De heer Hogenboom, die 28 december vorig jaar met pensioen ging,
ontving uit handen van de heer Ellens het cadeau namens het personeel.
De heer J. de Haan, die op 30 december 1966 afscheid nam van de
Rotterdamse bottelarijgemeenschap, krijgt hier een stevige handdruk
van de heer M. A. van Zetten.
Afscheid
De laatste werkdag van het jaar 1966 was tevens de
laatste dag in actieve dienst voor de heren J. M. Molijn
en J. de Haan te Rotterdam. Samen hebben zij ruim
negentig jaar bij Heineken gewerkt. De heer Molijn
ruim 47 jaar en de heer De Haan ruim 44 jaar. De
heren Molijn en De Haan zijn beiden in de stal begon
nen. Zij hebben daar samen menige aria gezongen.
Beiden zijn zij lid geweest van het mannenkoor.
Tijdens de bijeenkomst bij ir. J. van Rossem werden
veel herinneringen over die tijd en de periode daarna
opgehaald.
Namens de directie dankte de heer Van Rossem de
heren De Haan en Molijn voor de vele jaren waarin zij
hun krachten aan de brouwerij hadden gegeven en bood
hun een envelop met inhoud aan. Tevens dankte de
heer Van Rossem de echtgenoten van de beide heren,
voor hun steun op de achtergrond.
In kantine Hollandia sprak als eerste de heer A. van
Gulik tot de heer Molijn. De heer Van Gulik haalde
ook enige leuke herinneringen op. Onder andere over
een grote tank die van binnen schoon gemaakt moest
worden. Dat ging allemaal nog al moeilijk, vooral als
men de tank weer uit ging. De heer Van Gulik vertelde
dat hij altijd erg veel gemak van de heer Molijn had
gehad. Alleen heeft hij één ding vroeger erg lastig ge
vonden. Als een leerling een fout maakte vertelde de
heer Molijn hem fluisterend dat het verkeerd ging en
hoe het wel moest. Hij fluisterde zo hard, dat de men
sen die het juist niet horen moesten, het wel hoorden.
De heer Van Gulik dankte de heer Molijn voor de pret
tige samenwerking en bood hem, namens de chefs en de
collega's van de heer Molijn, een envelop met inhoud
aan. Mevrouw Molijn kreeg een doos bonbons.
Vervolgens schetste de heer M. A. van Zetten in het
kort de loopbaan van de heer De Haan. In 1922 is deze
begonnen in de stal. In februari van het jaar 1934 werd
hij voor een paar uur in de bottelarij geplaatst, wat niet
bij een paar uur bleef, maar bijna 33 jaar geworden is.
Later werd de heer De Haan voorman in de bottelarij.
In zijn „stal"-periode had hij een wijk, waar enkele
straten van verdacht allooi in voorkwamen. De heer
Van Zetten vond dat de heer De Haan daar wel een
boek over kon schrijven met als titel: „Het rosse leven
van Rotterdam, van de bok af gezien".
„De eerste tijd in de bottelarij", aldus de heer Van Zet
ten, „was u heel modern. U werkte met de Alka-machi-
nes. Die probeert men er nu weer in te brengen. U deed
dat toen al. U heeft als voorman in de bottelarij veel