niet de brievenbesteller door het klei
ne raampje toe te wuiven, uit dank
baarheid voor het brengen van een
brief en een pakje van zijn peettante.
Een diepe kloof scheidt de postbode
van de volgende boerderij. De afda
ling is steil, de beklimming aan de
andere kant moeilijk. En dat weet de
boerin. Vijf uren is de heer Bertholet
al onderweg, ook dat weet ze. En dus
maakt ze een krachtige soep voor
hem klaar, haalt het zelfgebakken
brood uit de kast en legt er een stuk
kaas bij. En omdat het vandaag im
mers Kerstmis is, krijgt hij bovendien
nog een stuk koek. Twee kaarsen en
Deze schitterende opname, die in de zomer van 1929 gemaakt is, willen wij u niet onthouden. U
ziet er een postauto op bij de pyramides bij Euseigne.
een dennetak moeten hem er ook aan
herinneren wat voor een dag het van
daag is. Onze postbode neemt de uit
nodiging dankbaar aan. Hij is geen
man van veel woorden, maar zijn er
kentelijkheid spreekt uit zijn ogen.
Voordat hij naar de warme keuken
gaat, verzorgt hij in de stal nog zijn
paard. Dit heeft zijn haver ook wel
verdiend. Maar ze mogen geen van
beiden al te lang rusten. Tot afscheid
klinkt een „dat God het u moge ver
goeden" en voort gaat het weer. Het
begint al donker te worden. Thuis ge
komen, moet hij nog wat kantoor
werk doen. maar op deze dag steekt
hij niet het elektrische licht aan.
Weldra branden er een paar kaarsen
op de schrijftafel, die al iets van de
Zwitserse Alpenpost in
een van de talrijke
haarspeldbochten.
brave paard weet de weg en kent ook
iedere steen. De boerderij is al lang
zichtbaar, hemelsbreed is het nauwe
lijks driehonderd meter, maar wat
voor een weg voert er heen! Het smal
le pad is amper te onderscheiden en
slingert als een serpentine langs de
helling. Met zekere stap gaat het
meter voor meter omhoog.
Het is vandaag Kerstmis. Mevrouw
Henchoz heeft haar kerstboom al ge
reed. Het pakje dat de postbode haar
brengt, wordt direct onder de ver
sierde boom gelegd. Moeder en kind
staan op de galerij en wuiven voor
een laatste maal naar de trouwe post
bode. voordat hij achter de volgende
bocht verdwijnt, op weg naar de vol
gende klant. De kleine Louis heeft
pech gehad, een lelijke griep kluistert
hem aan het bed, maar hij verzuimt
zijn geschiedenis vertelde, is thans ge
pensioneerd en met hem zijn viervoeter,
die gedurende talrijke jaren zijn trou
we kameraad en metgezel op de weg
was. Hij vertelt ons graag hoe het
toen ging en als wij onze bewondering
en verbazing niet onder stoelen of
banken steken, schudt hij verwonderd
zijn hoofd en vindt dat hij als ieder
ander gewoon zijn plicht heeft ge
daan. Hij beschrijft, met een lichte
ondertoon van weemoed in zijn stem.
hoe zijn paard hem elke dag door
weer en wind overal heen heeft ge
bracht. En we zien het vóór ons:
Onder een wit beddelaken als het
ware ligt het landschap er vredig bij.
Volbepakt met brieven, kranten en
pakjes begint hij de moeizame tocht.
Eerst een stuk vlakke weg. maar di
rect daarop gaat het omhoog. Het
De Malojapost bij het
Silsermeer. De auto is
uitgerust met ski's en
sneeuwkettingen.