hoofdzakelijk uurwerken met één wijzer bleef maken. Na de slinger construeerde Huygens in 1675 de spiraal- veer, die nu nog steeds toe gepast wordt. Denk aan het balansje uit onze polshorlo ges en wekkers. Na Huygens is aan het prin cipe van het uurwerk vrijwel niets meer veranderd. Wel breidde men de mogelijk heden van de uurwerken meer en meer uit. Er kwa men datumaanwijzingen, maanstanden, ingebouwde speeldozen en carillons, be wegende figuren, waaronder scheepjes, molentjes en sol daatjes. Grote bloei kwam er pas met de opkomst van de klokkenindustrie in Fries land. Men maakte daar twee modellen, de staartklok en de stoelklok, die overal naar hetzelfde model werden ver vaardigd. Dat men hier uiterst precies werkte, blijkt wel uit het feit dat sommige onderdelen uit het ene uurwerk vrijwel pre cies in een totaal ergens an ders gemaakt uurwerk pas sen. Ongeveer in dezelfde tijd (rond 1700) ontstond er ook een industrie in de Zaan- Friese stoelklok met één wijzer. streek, waar men een eigen model creëerde. Daar er echter minder van deze klok ken gemaakt zijn, vinden we ze nu nog slechts bij hoge uitzondering. Anders was dit in Friesland, waar honderden werkplaat sen in de dorpen en steden verspreid lagen. Bekend is dat alleen in Joure in 1857 ruim vierduizend exempla ren gemaakt zijn. Er was zelfs een export naar landen ver over zee. Als enige variant op de stoel- en staartklokken maakte men de zogenaamde schippertjes. Dit zijn in feite verkleinde uitvoeringen van de bestaande modellen met als voordeel dat deze op schepen gebruikt konden worden. Hiertoe had men een rad aangebracht waar door de slinger zeer snel heen en weer bewoog, zodat de invloed van de schomme lingen van het schip op het uurwerk belangrijk minder werd. Ook bestaan er mo dellen met de slinger aan ring toen Christiaan Huy gens, de zoon van de dichter en staatsman Constantijn Huygens, in 1656 de slinger toepaste in zijn Horoiogium. Dit was zo'n belangrijke uit vinding, dat hij in 1657 oc trooi hierop verkreeg. De slingerbeweging als re gulateur was echter niet ge heel nieuw, reeds omstreeks 1530 experimenteerde Leo nardo da Vinci met slingers voor het constant laten lo pen van machines en derge lijke. Maar ook nu stelde men nog geen al te hoge eisen aan de nauwkeurigheid van de tijd, gezien het feit dat men Zaanse stoelklok. Hollandse tafelklok, ge maakt door Paulus Bra- mer te Amsterdam. 13

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1966 | | pagina 15