Foto rechts boven: In
Gorinchem is nog een
torenuurwerk met één
wijzer. U ziet boven de
wijzerplaat de „klok"
van het slagwerk.
Foto links: Het uurwerk
van een van de eerste
houten klokken.
nauwkeurig waren deze uur
werken niet.
Het heeft tot 1868 geduurd
voordat de Amsterdamse
Westertoren een tweede wij-
intrede in de huizen, al bleef
het bezit ervan in het begin
voorbehouden aan wereld
lijke en geestelijke hoog
waardigheidsbekleders. Tot
zer kreeg. Er bestaan zelfs
nu nog kerkklokken met één
wijzer.
Vooral in de avond en de
nacht had men geen benul
van de tijd, slechts eenmaal
per uur luidde de klok. Hier
in kwam verandering toen
men uurwerken met kwar
tierslag ging maken. De
halve uren werden dan in
z'n geheel op een andere
bel of klok geslagen. De
kwartieren bleven één slag
behouden. Overdag bleef
men zich in huis behelpen
met de zandloper die elk
half of heel uur moest wor
den omgekeerd.
Begin 1400 deed het eerste
mechanische uurwerk zijn
in de 16e eeuw konden
slechts de notabelen en zeer
welgestelden zich zo'n uur
werk aanschaffen. Dit blijkt
wel uit een gevonden ge
schrift, waarin wordt ver
meld dat de uurwerkmaker
van Geulen in 1685 voor het
Hoogheemraadschap van
Schieland een staand hor
loge maakte voor de somma
van 400 gulden, hetgeen
voor die tijd een fors bedrag
was.
De uurwerken die toen ge
maakt werden, waren ech
ter nog verre van nauwkeu
rig. Een afwijking van enige
minuten per uur behoorde
niet tot de uitzonderingen.
Hierin kwam pas verbete-
De zandloper was vroeger d e tijd
meter in de huizen.
kloosterklok, die om de zo
veel tijd, gemeten met zand
lopers, de vespers, de com
pleten en het kanoniek te
middernacht aangaven.
In Parijs bestonden regels
voor het werken in de fa
brieken, waarbij men moest
beginnen als de zon opkwam,
hetgeen van dag tot dag ver
schillend was. Ook bestond
in Parijs de wijn- of bierklok.
het tijdstip waarop de her
bergen gesloten moesten
worden.
In andere plaatsen had men
de stadsomroepers, die
's morgens de mensen wekte
(in latere tijd de porder ge
noemd) en 's avonds het uur
afriep waarop het vuur ge
doofd moest worden. Aan de
andere kant had men ook
niet zo'n behoefte om de
zuivere tijd te weten. Men
leefde minder gebonden aan
de tijd. Als de postkoets
langs kwam luidde men een
bel, zodat iedereen nog tijd
genoeg had om er heen te
lopen.
Raderuurwerken
Voordat omstreeks 1350 de
eerste torenuurwerken met
wijzerplaat verschenen, be
stonden er reeds torenklok
ken die ieder uur een aantal
slagen lieten horen. In Maas
tricht werd in 1373 de eerste
torenklok met wijzerplaat
geplaatst. Amsterdam telde
begin 1400 al drie kerkklok
ken.
Al deze kerkklokken hadden
slechts één wijzer, die al
leen de uren aangaf. De al-
leroudsten hebben zelfs een
vaste uurwijzer en een draai
bare wijzerplaat. Nu nog
spreekt men van bij vieren,
over achten enzovoort, het
geen uit die tijd stamt. Want