DE TIJD
DOOR DE
TIJDEN
HEEN
DOOR J. TH. M. VAN DUNGEN
De 0 dos i manker.
Datmcn b ezeid is, Terwijl hef tydis.
ÖMens beschick Uw hielen Staaf,
Tei'wyl des leeveiis lluxwcrck cjaatj
Want aldt Gewicht is qfcjeloopen,
Dan deesc korte leeveiis tijd,
Daar is geen Ophaal weer tekoopen,
Duorkunstrtoch Geld, nochAchéaarheid.
God geeft de tijd bij dag en jaar,
Ach neen, bij kleine tikskens maar.
Alle dagen, maar speciaal
op de laatste dag van het
jaar, speelt de klok een grote
rol in ons leven. Immers op
de 31e december 's avonds
tegen twaalf uur scharen
we ons allen rond deze tijd
meter en wachten met een
zekere spanning op de eerste
slagen, die het nieuwe jaar
zullen inluiden.
Voor sommigen van ons zal
dit bestaan uit het luisteren
naar het tijdsein via radio
of televisie, anderen zullen
hun klok op de schoorsteen
mantel reeds enige uren te
voren gelijk hebben gezet,
om toch maar op het juiste
moment deze avond elkaar
het beste voor het komende
jaar toe te wensen. We zijn
er dan ook zeker van, dat
we precies om twaalf uur
ons glas heffen en zo het
nieuwe jaar inluiden, zoals
dit reeds vele eeuwen vol
gens traditie gebeurt.
Er is echter in de loop van
deze eeuwen heel wat ver
anderd voordat men, zoals
nu, kon zeggen: ,,het is zo
laaf', zelfs tot op de minuut
nauwkeurig. Hoe dat alle
maal gegaan is, is een heel
verhaal. In onderstaand ar
tikel wil ik proberen u hier
van iets meer te vertellen.
De oorsprong
Dat de mens altijd behoefte
heeft gevoeld om de tijd te
meten en in te delen in een
heden, blijkt uit de hulp
middelen die men in de loop
der eeuwen, ja zelfs voor
onze jaartelling, daartoe ge
bruikte, onder andere bij de
Babyloniërs, Egyptenaren en
niet te vergeten de Chinezen.
Als we ons verplaatsen in
de tijd zo'n 20 tot 25 eeuwen
geleden en we kijken eens
10
GUIDO GEZELLE
rond in het oude Egypte,
dan zien we een uitermate
knap en kundig volk, welks
steden en bouwwerken ons
zelfs nu nog verbaasd doen
staan. Ook in die dagen had
men reeds zijn geleerden,
die voor die tijd uiterst be
kwaam waren. Het is dan
ook niet te verwonderen dat
men naar een mogelijkheid
zocht om de dag te verdelen
in (tijds)eenheden. Wat was
hiervoor beter geschikt dan
de zon, die iedere dag haar
licht weer over de aarde
laat schijnen.
Men was op het gebied van
de sterrenkunde reeds een
heel eind gevorderd en men
had vastgesteld, dat de zon
zich in een vaste baan rond
onze planeet bewoog. (We
weten nu dat het juist
andersom is). Hoe dan ook,
men constateerde dat de
schaduw van bijvoorbeeld
een boom zich iedere dag
met dezelfde regelmaat ver
plaatste. Zette men nu in
het zand op de grond en op
regelmatige afstand streep
jes, dan werden die een voor
een door de schaduw van de
boom bedekt.
Zo ontstond de zonnewijzer.
Dat dit een belangrijke uit
vinding was, blijkt wel uit
de toepassing hiervan. In de
steden werden enorme zon
newijzers geplaatst, die we
nu nog kennen onder de
naam gnomon of obelisk en
die dienst deden als open
bare tijdmeters. Iedereen
kon dus zien hoever de dag
gevorderd was.
Een mooi voorbeeld van
zo'n zonnewijzer vindt men
in Parijs, waar Napoleon na
zijn tocht naar Egypte een
als souvenir meegenomen
obelisk op de Place de la
Concorde liet plaatsen.
Oude ets van een horlogemakerswerkpiaats.