/Ccninij (i^Uooci en sekccnHiakcz ^loclntans ONZE KINDERTON Aan de rand van de stad, vlak bij het paleis van koning Witvoet, woont schoenmaker Zooimans. De hele dag, van *s morgens vroeg tot 's avonds laat, zit hij in zijn werkplaats schoe nen te lappen. Hij doet zijn werk met veel plezier en elke dag kun je hem horen zingen en fluiten als hij nieuwe zolen en hakken onder de schoenen en de laarzen van de mensen klopt. Als hij door het raam naar buiten kijkt ziet hij het paleis van koning Witvoet en een enkele keer droomt hij er dan wel eens van, dat de koning en de koningin zijn werkplaats bin nenkomen om hun schoenen te laten maken. Maar dat is nog nooit ge beurd. Koning Witvoet heeft een hof- schoenmaker en hij weet misschien helemaal niet dat schoenmaker Zooi mans bestaat. Op zekere dag heeft meneer Zooi mans, net als alle andere dagen zijn werk weer gedaan. Het is avond en hij is bijna klaar, alleen de werkplaats moet nog even worden geveegd. Meneer Zooimans zucht eens heel diep. Hè, hè, hij is blij dat hij bijna klaar is, hij heeft hard moeten wer ken. Maar nu kan hij zo meteen zijn krantje gaan lezen en zijn pantoffels aantrekken en dan heerlijk uitrusten. Is dat even fijn! Als hij echter in de kamer komt en zijn pantoffels wil pakken, ziet hij dat er één weg is. Hoe kan dat nu? Van middag na het eten waren ze er alle twee nog. Hij vindt het maar vreemd. Zoekend kijkt hij rond door de ka mer, onder de tafel, onder de stoelen, maar de pantoffel is en blijft weg. Hij loopt naar buiten, kijkt in de tuin en zoekt op straat. Opeens is meneer Zooimans helemaal niet vro lijk meer. Zijn pantoffel weg. Hij kan wel huilen. Maar plotseling, jongens en meisjes, ziet hij hem. Aan het eind van de straat. Bello, de hond van de buur man staat ermee in zijn bek. Vlug loopt de schoenmaker er heen, maar als de hond hem ziet komen rent hij hard weg; hij denkt natuurlijk dat me neer Zooimans met hem wil spelen. Steeds maar holt deze achter Bello aan, maar de hond loopt veel sneller en de arme schoenmaker kan hem niet inhalen, hoe hij ook zijn best doet. Plotseling ziet hij hoe Bello door een hek de tuin van het paleis binnenrent. Meneer Zooimans wil hem tegenhou den en loopt zo hard zijn benen hem kunnen dragen achter de hond aan. Voor het raam van het paleis blijft Bello weer staan. Hij gromt vervaar lijk, maar laat de pantoffel niet los. Bijna, bijna heeft de schoenmaker dan de pantoffel te pakken, nog een paar stappen. Heel voorzichtig komt hij dichterbij, ja nog even Maar dan gebeurt het. Op het moment dat meneer Zooimans de pantoffel weg wil trekken uit Bello's bek, maakt de hond opeens een onverwachte bewe- ging en dan Rinkeldekinkelde- kink! De pantoffel vliegt met een vaart door het raam naar binnen, precies in de kamer waar de koning met zijn ministers zit te regeren „Wat gebeurt daar?" roept de koning verschrikt. Maar dan ziet hij de pan toffel voor zijn voeten liggen. „Een pantoffel", brult hij. „Hoe komt die pantoffel hier?" De ministers rennen naar buiten om te kijken wat er aan de hand is maar de koning blijft op zijn troon zitten, trekt zijn eigen gou den muilen uit en past de pantoffel van schoenmaker Zooimans. Hij past precies! Opeens begint de koning heel hard te lachen. Van blijdschap. Hij rent door het paleis en roept: „Zoek direct de man op van wie die pantof fels zijn, ik wil die andere ook heb ben. Voor het eerst van mijn leven heb ik een pantoffel die lekker aan mijn voeten zit en die niet knelt!" Daar komen de ministers al aan met een bibberende meneer Zoolntans. „Zijn die pantoffels van jou?" vraagt koning Witvoet vriendelijk. „J ja majesteit", hakkelt de schoenmaker. „Mag ik die andere ook van je heb ben? Ik wil ze graag van je kopen. Kan dat?" „Ja jawel majesteit", zegt me neer Zooimans weer. „Maar ik wil er ook wel een paar voor u maken." „Watbrult de koning. „Ben je schoenmaker? Dan word je onmid dellijk bij mij in dienst gesteld als hofschoenmaker. want die ik nu heb is helemaal niet goed." En zo gebeurt het dan. Meneer Zooi mans komt bij de koning in dienst en mag voortaan alle schoenen van de hele hofhouding maken. Maar de pantoffel die door Bello's schuld in het paleis is terechtgekomen, draagt de koning voortaan altijd als hij in het paleis is en hij heeft nooit meer last van vermoeide voeten. En zo is de droom van schoenmaker Zooimans in vervulling gegaan. 15

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1966 | | pagina 17