gaan, waar de collega's van de jubilaris in de gelegen
heid waren hem te feliciteren.
Namens de hengelvereniging kreeg de heer De Keizer
een vorstelijke doos sigaren aangeboden. Ook werd de
jubilaris verrast met een metalen duimstok. Daar zat
iets achter. Het komt namelijk nog al eens voor dat de
heer De Keizer zijn duimstok kwijt is. Altijd wordt het
verloren schaap wel weer ergens teruggevonden, maar
de laatste keer dat de duimstok zoek was, kwam die
niet meer boven water. Op de een of andere manier is
men daar achter gekomen, vandaar dit cadeau.
Onder het genot van een koele drank en een hartige hap
was men daarna nog enige tijd gezellig bijeen.
25-jarig jubileum
G. H. ULENBERG
worden. Ook heb je veel contacten gelegd die van zeer
groot nut zijn. Daarvoor, en voor al hetgeen je in de
afgelopen vijfentwintig jaar voor Heineken gedaan hebt,
bijzonder veel dank!" Tot slot overhandigde de heer
Gombert de jubilaris de envelop met inhoud en speldde
hem het eremetaal voor een kwart eeuw trouwe dienst
op de revers.
In zijn feestrede kwam de heer Jansen nog even terug
op het rapport dat de jubilaris in zijn eerste jaar ge
maakt had en dat, aldus de chef Centraal Laboratorium,
het begin van diens brouwervaring was geweest.
Hij schetste vervolgens de wijze waarop de jubilaris zijn
weg bij Heineken gevonden had en tekende daarbij aan
welke verdiensten deze op zijn naam had gebracht.
Bijzondere aandacht kreeg ook de „periode Caïro" van
de heer Ulenberg: „Deze periode is voor jou een succes
geworden. Je hebt daar onder moeilijke omstandigheden
een goed bier gebrouwen." Daartoe had de jubilaris,
aldus de heer Jansen, niet alleen de grondstof mout ver-
Onder grote belangstelling vierde de heer Ulenberg,
chef procesbeheersing Centraal Laboratorium, op 1 sep
tember jl. in de Rotterdamse raadskelder zijn 25-jarig
jubileum.
De heer Gombert begon zijn toespraak met het ophalen
van een aantal herinneringen uit de eerste jaren bij
Heineken van de jubilaris. De heer Gombert sprak
daarbij uit eigen ervaring omdat hij, kort na de jubilaris
in dienst getreden, in die tijd, de oorlogsjaren, veel met
de heer Ulenberg had samengewerkt. De jubilaris, zo
bleek, deed reeds in 1940, als volontair, zijn intrede bij
Heineken. Toen hij, een jaar later, in vaste dienst zijn
loopbaan bij onze maatschappij begon, had hij reeds
naam gemaakt door een rapport waarvan, naar men
destijds zei, de heer Emmens onder de indruk was
gekomen.
Na enige tijd bij de heer Vermeulen te hebben gewerkt,
werd de heer Ulenberg assistent-bedrijfsleider van de
brouwerij te Rotterdam. „De taak van een assistent
bedrijfsleider," aldus de heer Gombert, „was toen heel
anders dan nu. Het bedrijf was kleiner, de omstandig
heden waren anders en bovendien leefden we in oorlogs
tijd." Met enkele beelden, onder andere een anekdote
van het bazenrapport, schetste de heer Gombert de gang
van zaken destijds en beschreef hij onder welke moei
lijke omstandigheden het bier in die jaren geprodu
ceerd en verpakt werd.
Ook de proefmouterij, een project waaraan de heer
Gombert en de jubilaris samen hadden gewerkt, werd
nog even genoemd, waarbij spreker met voldoening
vaststelde, dat het principe van deze proefmouterij
heden ten dage nog gebruikt wordt. „Terugdenkend aan
die tijd," zo ging de heer Gombert verder, „wil ik mijn
bewondering uitspreken voor het enthousiasme dat je had
voor je vak. Evenzeer heb ik bewondering voor je ijver,
niet alleen voor je werk, maar ook voor alles wat daar
mee verband hield."
Nadat hij na de oorlog nog enige tijd in Frankrijk was
geweest, werd de heer Ulenberg naar Amsterdam ge
roepen, waar hij de functie van assistent-bedrijfsleider
bekleedde. Daarna werd hij uitgezonden naar Caïro,
waar hij elf jaar op de brouwerij aldaar werkzaam was.
Over het heden sprekend zei de heer Gombert: „De
ijver, de nauwgezetheid en het enthousiasme, die je vijf
entwintig jaar geleden had, heb je nu nog. Je bent
alleen wat rustiger geworden. Je afdeling neemt een
aparte plaats in, maar is toch geïntegreerd in de onder
neming. Van de afdelingen, waarmee je te maken hebt,
hoor ik dat je adviezen allerwegen op hoge prijs gesteld
De heer G. H. Ulenberg vierde op 1 september jl. in de Rotterdamse
raadskelder zijn 25-jarig jubileum.
beterd, maar later ook zelf de gistkweek ter hand
genomen.
Sprekend over de jaren na de terugkeer in Nederland
van de jubilaris, zei de heer Jansen, dat door diens grote
enthousiasme en werkkracht het contact met het buiten
land belangrijk verbeterd was. „Ook je reizen door
Afrika hebben voor Heineken veel nut afgeworpen."
Het personeelscadeau dat de heer Jansen overhandigde
(„Je wilt altijd alles scherp onder de loep nemen") be
stond uit foto-apparatuur, onder andere een telelens,
terwijl ook mevrouw Ulenberg met een attentie verrast
werd.
In zijn dankwoord zei de heer Ulenberg dat het hem
goed had gedaan dat „er nogal veel over zijn enthou
siasme was gezegd". Iemand, die al die jaren met
enthousiasme kan werken, is een gelukkig mens, stelde
de jubilaris vast. De door hem verwachte consequenties
naar aanleiding van de hem toegezwaaide lof, verwek
ten de nodige hilariteit. Daarna weer ernstig wordend
en zichzelf niet sparend, pleitte hij clementie voor zijn
soms te grote enthousiasme, dat hij met een voor ieder
zeer begrijpelijke vergelijking omschreef. Tenslotte stelde
de heer Ulenberg vast, dat al was er veel veranderd in
de afgelopen vijfentwintig jaar, één ding hetzelfde was
gebleven: het produkt en het vak, „dat het mooiste is
ter wereld", waarop men op zijn verzoek gezamenlijk
een toost op dat produkt uitbracht.
9