Op 28 juni jl. vierde de heer D. F. Renner, bottelarij, zijn 40-jarig dienstjubileum bij de Rotterdamse brouwerij. 40-jarig jubileum D. F. RENNER De 28ste juni jl. was het 40 jaar geleden dat de heer Renner in dienst trad bij de Rotterdamse brouwerij. Hij begon destijds in de bottelarij, waar hij nu nog werkt en op 1 juli 1950 bevorderd werd tot voorman. Op de dag van zijn jubileum werd hij allereerst, samen met zijn echtgenote, ontvangen door de heer Van Ros- sem. Daar vertelde de jubilaris honderduit over ver schillende voorvallen uit zijn werk. De heer Renner beleefde zoveel, dat daar gemakkelijk een boek over vol te schrijven is. De heer Van Rossem dankte namens de directie de jubilaris voor hetgeen deze in het belang van de brou werij gedaan had. Ook betrok de heer Van Rossem mevrouw Renner in die dank voor de steun die zij haar man gegeven had. Daarna werd de jubilaris de gouden Heineken speld met daarin de flonkerende diamant opgespeld en bood de heer Van Rossem hem de bekende envelop aan. In kantine Hollandia sprak als eerste de heer Van Zetten, die, zoals hij zei, expres op een veilige afstand was gaan staan, omdat hij gehoord had, dat de jubilaris ontzettend hard schoppen kan. De heer Van Zetten gaf een terugblik over de 40 jaren waarin de heer Renner werkzaam is op de brouwerij. Hij kwam tot de conclusie dat de jubilaris niet ver anderd is. De heer Van Zetten dacht, dat wanneer de vitaliteit van de heer Renner pas na zijn pensionering zou verflauwen, deze zijn honderdste jaar gemakkelijk zou kunnen halen. Alle voorkomende werkzaamheden in de bottelarij heeft de jubilaris spelenderwijze verricht. „Ik heb u als voorman en als mens leren kennen en ik heb grote waardering voor u. U bent een persoonlijkheid. Daar door heeft u bepaalde privileges. U kunt iemand on gezouten de waarheid zeggen, ook de mensen in op leiding. Dat wordt gewoon geaccepteerd. De bolster is bij u wat ruw, maar u hebt een goed hart. Ik wens u nog voor vele jaren een goede gezondheid. Ook voor uw werk dat steeds meer gemechaniseerd wordt en waar steeds meer buitenlanders komen. Dan wordt het wel eens moeilijk." De heer Van Zetten richtte zich eveneens tot mevrouw Renner: „Ongetwijfeld heeft u een steentje bijgedragen tot de prestaties van uw man. Ik wens u beiden nog veel gezonde jaren en heel veel goeds." Vervolgens sprak de heer Van Beuzekom de jubilaris toe. Hij deed dit namens het jubileumfonds. „Veertig jaar geleden ben je hier gekomen. Je was toen 22 jaar en had de militaire dienst reeds achter de rug." Spreker dacht dat de heer Renner daar de rang van korporaal bereikt had, wat niet het geval bleek te zijn. „Maar," zo zei hij, „hier ben je wel korporaal. Je moet hier van beide zijden de klappen opvangen. Dat is geen gemak kelijk leven." De heer Van Beuzekom bood de jubilaris een envelop met inhoud aan, waarvan hij iets voor zijn hobby, radiobouw, kon kopen. Hierna was men nog enige tijd gezellig met een koele dronk en een hartige hap bijeen. 40-jarig jubileum F. A. C. LEYERWEERT Aan de korte rij Bossche jubilarissen werd op 5 juli jl. weer een „veertiger" toegevoegd, de vierde van deze categorie in de nog jonge geschiedenis van onze Bossche vestiging. Op die dag herdacht de heer Leyerweert, chef rekening-courant, het feit, dat hij, 18 jaar oud, op 5 juli 1926 de brouwerijwereld instapte, weliswaar niet bij Heineken, maar bij het Rotterdams filiaal van de Van Vollenhoven's Bierbrouwerij. Zoals bekend, is deze brouwerij in 1949 opgegaan in het Heineken en her Amstel concern. Ofschoon de naam van de jubilaris in feite dus eerst sedert 1949 in de personeelregisters van Heineken voorkomt, is thans gebleken, in 't bij zonder door de „speurzin" van de jubilaris zélf, dat de relatie Heineken/Leyerweert al bijna 90 jaar geleden werd gevestigd! In november 1877 namelijk solliciteerde de grootvader van de jubilaris naar de betrekking van machinist-bankwerker bij de brouwerij te Amsterdam. Elders in dit nummer is aan deze wel zeer oude „ver bintenis" uitvoeriger aandacht besteed. In de Bossche brouwerij-annalen staat de jubilaris te boek als één van de thans nog in gering aantal aan wezig zijnde „werkers van het eerste uur". Ook ten aanzien van zijn activiteiten voor de personeelsvereni ging mag hij als een pionier worden beschouwd. Aan geleuter heeft hij een gruwelijke hekel, doch wel vindt men bij hem, zij het ook kort en zakelijk, te allen tijde een gewillig oor, over welk probleem het ook gaat. Deze „karakterflitsen" van de jubilaris kwamen eveneens tot uitdrukking in de speeches, welke tijdens de receptie in de bedrijfskantine werden gehouden. Bijna had ik neergeschreven: onvermijdelijke speeches, mij in deze verplaatsend in de gedachtengang van de heer Leyer weert, die, ik weet het, tegen dit onderdeel van zijn jubileumviering wel 't meest heeft opgezien. Wanneer we nu tot besluit van dit verslag over de jubileumviering het verloop van de zeer ge animeerde receptie de revue laten passeren, dan zien we, dat na het welkomstwoord van de heer Klop- 15

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1966 | | pagina 17