icr bus door Europa
In Wiesbaden (Duitsland) werden we uitgeleide gedaan door enkele vrienden. Gerhard Bakker met een van de meisjes bij de wereldklok
in Salzburg.
van de zes die mee zouden gaan: twee verpleegsters en
ik. De hele familie zwaaide mij na. Daar stonden wij
dan, met alle drie dezelfde gedachte in ons hoofd: wat
voor een avontuur gaan wij tegemoet? Maar één ding
was zeker, wij waren niet de enigen op de boot; er waren
wel een paar honderd jonge mensen met hetzelfde doel:
een tijdlang werkend in Europa door te brengen. Al
spoedig hadden wij een grote vriendenkring en het
duurde niet lang of wij kregen een naam voor de
beruchte" feestjes die wij hielden. Wij hadden altijd
feest, elke dag en elke avond. De evenaarsfuif, door ons
allen voorbereid, duurde wel twee dagen lang. Maar niet
alleen hebben wij veel gefuifd, wij hebben ook veel
gezien.
In de eerste haven die wij aandeden, Colombo, hebben
wij een reisje gemaakt naar Kandy. Het is ongelooflijk,
zo mooi als het land is met zijn tempels, zijn rijst- en
rubberplantages, zijn kokosbomen. Maar er is veel
armoede. De meeste huizen waren niet groter dan een
klein schuurtje, bij de winkels lagen de waren open en
bloot, terwijl overal grote vieze bromvliegen rondvlogen.
De mensen gingen veelal heel armoedig gekleed, bede
laars misten soms een van hun ledematen. Later werd
ons verteld dat de meesten zich opzettelijk verminkt
hebben om medelijden te wekken en zo aan de kost te
komen.
Aden was de volgende haven die wij aandeden. Hier
konden wij al onze inkopen doen (belastingvrij). Deze
keer waren er geen bedelaars, maar wel mannen die
meisjes wilden kopen.
Drie dagen later kwam het grootste succes van de hele
reis: een georganiseerde trip naar Cairo. Om zes uur
's morgens stapten wij in de bus. In Cairo bezochten wij
de pyramiden, de sfinx en het grote museum, waar wij
onder andere koningen zoals Ramses zagen, helemaal
gemummificeerd. Tanden, haren, vlees, alles was nog
intact na de 2000 jaar die zij al dood zijn. Wij bezochten
ook de Son et Lumière (een wereldberoemd spel van
licht en gesproken tekst) en later de bazaars waar wij
onder andere koperwerk en parfums zagen maken. De
volgende morgen stapten wij in Port Saïd weer op de
boot.
Napels was onze volgende aanlegplaats. Daar namen wij
een auto naar Pompei', eens een Romeins vakantieoord,
dat werd getroffen door een uitbarsting van de Vesuvius.
De mensen die door de lavastroom overvallen waren
zagen we helemaal versteend liggen met de armen om
elkaar heen, alsof zij bij elkaar bescherming hadden
willen zoeken voor het vreselijke dat gebeurde.
De tiende november arriveerden wij in een dichte mist
in Southampton en ik nam afscheid van mijn vrienden,
die in Engeland zouden blijven. Ik stapte in de wagen
die ik gehuurd had en reed naar Londen om per vliegtuig
naar Amsterdam te gaan. Om zeven uur 's avonds arri
veerde ik op Schiphol. Het was koud en mistig. Mijn
oma en enkele familieleden stonden mij op te wachten.
De eerste paar dagen ben ik druk bezig geweest met het
bezoeken van familieleden. Daarna ging ik er op uit om
werk te zoeken. Ik solliciteerde bij Heineken en begon
19 november 1964 in Amsterdam te werken.
In februari ontving ik een brief uit Engeland. Mijn
vrienden zouden daar een reünie houden met de mensen
die met ons op de boot waren. Ze vroegen of ik ook
kon komen. Ik nam de maandag vrij en stapte vrijdag
avond daarvoor op de trein naar Hoek van Holland.
Vanuit Hoek van Holland ging ik per avondboot naar
Harwich, waar mijn vrienden mij met een auto ophaal
den. Die zaterdag lieten ze mij Londen zien. 's Avonds
waren er op de reünie meer dan tachtig mensen, die wij
stuk voor stuk kenden. Er werd veel gepraat en onder
elkaar sprak men over de komende zomer. Vier meisjes
Gibraltar. De
schrijver van het
verhaal met een van
de rotsapen.