^omas klant ONZE KINDERTON Sonja is een eenzaam meisje. Haar moeder is ziek geworden en ligt in het ziekenhuis. Nu is ze bij tante Hanna, maar daar is niemand om mee te spelen. En tante is al oud. Daarom hoort Sonja telkens: „Sonja, niet zoveel lawaai maken hoor. Son ja, niet zo met de deuren slaan." Op het laatst weet Sonja niet meer wat ze wel en wat ze niet mag doen. Op een dag krijgt tante een idee. „Toen ik een klein meisje was, speelden we altijd winkeltje", zegt ze. „Ja, dat vind ik leuk", roept Sonja en meteen gaat ze aan de slag. Een hele tijd is ze bezig om haar winkel tje in orde te maken met dozen en blikken die tante haar heeft gegeven. Maar als ze klaar is begint ze zich weer eenzaam te voelen, want wat heb je aan een winkel als er geen klanten komen om boodschappen te doen? Dus haalt Sonja haar pop uit haar kamertje en zet die recht voor de toonbank. Net alsof het een klant is. Maar een pop is een vervélende klant. Ze neemt niets mee en betaalt ook niet. Daar heeft Sonja al gauw genoeg van en ze zet de pop weer buiten de winkel. „Ach, ik wilde dat er iemand kwam om mee te spelen," zucht ze een beetje verdrietig. Nauwelijks heeft ze het gezegd of een mooie, vriendelijke poes komt om de hoek van de winkel kijken en springt op de toonbank. „O, jij bent een aardige klant," lacht Sonja. „En wat is er van je dienst, mevrouw Poes?" „Voor een stuiver suiker," miauwt de poes en zij snuffelt met haar neus aan de suiker op de toonbank. Sonja raadt wat ze bedoelt en ze houdt een klontje suiker omhoog om te zien of ze het goed heeft geraden. Me vrouw Poes doet haar bekje verder open en vangt het klontje handig op. Sonja heeft het goed bekeken. „Maar nu moet je betalen, mevrouw Poes," zegt Sonja streng. „Niemand mag hier dingen kopen zonder te betalen. Dat weet je toch wel?" Mevrouw Poes legt haar rechter- pootje op tafel alsof ze wil betalen. Sonja begrijpt het wel. En zo hebben die twee een fijne tijd met elkaar. Mevrouw Poes is een vaste klant, zo lang de voorraad suiker strekt en als Sonja ook nog met de verkoop van melk begint is mevrouw Poes bijna niet meer uit de winkel weg te slaan. Ze worden dikke vrienden. Mevrouw Poes zoals Sonja haar vriendinne tje noemt loopt haar overal ach- terna en zelfs, als Sonja met haar tante boodschappen gaat doen, blijft mevrouw Poes in de buurt. Zo is het meisje helemaal vergeten dat ze zo eenzaam is geweest. Want dat is ze immers niet meer? Op zekere dag komt er een brief, waarin staat dat moeder weer beter is en dat Sonja weer naar huis mag. Ze weet niet of ze nu moet huilen van blijdschap, omdat ze weer naar huis en naar moeder mag of huilen van verdriet omdat ze haar nieuwe vriendinnetje nu alleen moet laten. Nog één keer spelen ze samen win keltje en ze verkoopt mevrouw Poes alle melk en alle suiker, die ze heeft en ze hoeft er niet voor te betalen. Dan neemt ze afscheid en grote tra nen rollen over haar wangen. Tante zegt dat het dwaas is over die poes zo'n verdriet te hebben, maar dat ze blij moet zijn, dat haar moeder weer beter is en dat ze weer naar huis mag. Natuurlijk is ze dat ook, maar daarom kan ze toch ook wel verdriet hebben om mevrouw Poes? Dan is ze weer thuis en ze is heel erg blij, dat moeder weer sterk en gezond is. Maar toch denkt ze nog vaak aan haar vriendinnetje en ze zou maar wat graag willen dat ze bij haar was. Een paar weken later is Sonja jarig. Natuurlijk is ze erg nieuwsgierig wat ze zal krijgen. Als ze beneden komt staat er naast haar ontbijtbordje een heel vreemd pakket. Vlug haalt ze het papier eraf. Er komt een mandje te voorschijn en wat denken jullie dat er in het mandje zit? Juist! Me vrouw Poes. En van wie denken jullie dat Sonja haar heeft gekregen? Van tante Hanna! Hadden jullie dat verwacht? Nee? Sonja ook niet. Maar ze is er reuze blij mee en als tante die middag op visite komt, weet Sonja niet hoe ze haar moet bedan ken. Nu heeft ze haar vriendinnetje gelukkig weer bij zich. En geloof maar gerust dat die twee nog een heel fijne tijd zullen hebben. 27

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1966 | | pagina 29