„EVEN EEN
KOPIETJE MAKEN...",,,
door P. M. Lakeman
met illustraties van
A. Sinkeldam.
DEZE zin is tegenwoordig bijzonder populair. Geen wonder, want het wordt ons
wel heel gemakkelijk gemaakt. Vroeger vereiste het fotokopiëren van een
contract een complete donkere kamer met een grote camera, ontwikkelen,
spoelen, fixeren, weer spoelen en drogen. Pas na enkele uren was een afdruk beschik
baar. Dat kon toen allemaal. Men had niet zo'n haast. Omdat tegenwoordig echter
een minuut veelal te lang duurt, kunnen we het nu zonodig in zes seconden.
Er is dan ook een onoverzienbare keuze van apparaten ter beschikking om onze
papierwinkel nog groter te maken dan hij nu al is. De doelmatigheid van al deze
„kopietjes" nog even in het midden latend (daar komen we aan het eind van deze
artikelen trouwens nog op terug) kan het beslist wel nuttig zijn enig inzicht te hebben
in de mogelijkheden en onmogelijkheden, die ons worden geboden.
Wij horen van lichtdruk, offset, xerox-kopie. Wat is dat? Waarom al die soorten?
Is er een belangrijk verschil in prijs per kopie? Wanneer kunnen we die, wanneer
beter déze methode benutten? Moeten we bijvoorbeeld bij het maken van documenten
(typen, tekenen, schrijven) hiermee al rekening houden?
Voor degenen die zich hiervoor interesseren, is dit artikel geschreven. Het beperkt zich
in hoofdzaak tot de bij Heineken aanwezige apparatuur waarbij getracht is, zonder de
redactie tot extra edities te nopen, toch de kernpunten tot hun recht te laten komen.
De schrijfmachine en carbon
We zouden het haast vergeten, maar natuurlijk vermenigvuldigen we ook op een
schrijfmachine door middel van carbonpapier.
Carbon is een drager van plastic of papier waarop een roetprodukt is aangebracht
voor gebruik in de schrijfmachine. Voor handschrift wordt meestal analine-carbon
gebruikt.
9