Alle foto's van het afscheidsfeest werden gemaakt door Frits van Santen, Den Haag. Een goed gelijkend portret (4x6 meter) van de heer Feith vormde een waardige begeleiding" voor Vera Lynn's laatste song ,,From the time you say goodbye". Aan het eind van de twintiger jaren had Heineken's Bierbrouwerij Maatschappij N.V. zich ontwikkeld tot Nederlands grootste brouwerij-onderneming en tot een middelgroot nationaal bedrijf met een uitstekende reputatie. De directie bestond uit vier mannen, capabel, energiek en bezield met de vaste wil vanuit de vesting Nederland de wereld te veroveren. Zij werden terzijde gestaan door een groep deskundige en even enthou siaste medewerkers. Hoewel er toen grote verschillen bestonden tussen som mige werkwijzen en opvattingen in Amsterdam en Rot terdam, was die sfeer van hard werken met een glaas je bier op zijn tijd en met de lust om altijd wat nieuws te verzinnen en te verbeteren in beide plaatsen aan wezig en bepaald opvallend. In dit milieu deed ik op 1 juni 1927 mijn intrede en ik heb er nooit spijt van gehad. Aan vele initiatieven, die toen in de windselen lagen, heb ik mogen meewerken en ik heb met het klimmen der jaren en van de verantwoordelijkheden op het gebeuren bij „Heineken" mede mijn stempel kunnen en mogen drukken. Als ik dat alles nog eens zou kunnen beleven; ik geloof dat ik niet lang zou aarzelen! Tot de heer Wittert: Hartelijk dank voor de vriendschappelijke en waarde rende woorden. Wij kennen elkaar al vanaf 1947 toen ge na een korte maar belangrijke werkzaamheid op Java door Stikker werd aangenomen en in Amsterdam in op leiding kwam. Daarop volgden een aantal verantwoor delijke en interessante jaren in Egypte en ik zal steeds met het grootste genoegen blijven terugdenken aan mijn bezoeken aan Cairo, aan onze goede samenwerking in het belang van de „Pyramides", aan de gastvrijheid on dervonden in huize Wittert en aan de toeristische ac tiviteiten. Dit alles met onze dames en enkele goede vrienden. De heer Feith bedankt Vera Lynn voor haar optreden, waarmee zij aller harten stal. De heer Feith: „Toen ik ruim 38 jaar geleden bij Heineken kwam, zag ik er jonger uit dan nu. Maar ook de maatschappij had een heel ander gezicht. Wij kunnen ons thans moeilijk voorstellen, dat in die tijd er nog maar weinig autotractie was en dat de trou we brouwerspaarden het leeuwedeel van het werk verrichtten. Met uitzondering van een te verwaarlozen kwantum in de brouwerij voor export gebrouwen flessenbier, wa ren de brouwerijen te Amsterdam en te Rotterdam vol ledig fustbierbrouwerijen. Wat in flessen bij de men sen thuis kwam, was afkomstig van bottelaars en bier agenten. De export was qua omvang onbetekenend, misschien 3,5 pet van het totaal, en bepaald niet winstgevend. Er was één buitenlandse brouwerij, de Brasserie Léo- pold te Brussel, wat ons betreft zaliger nagedachtenis. Er was geen winkelverkoop en er was geen eigen ju ridische afdeling. De boekhouding zat goed in elkaar en was voor die tijd niet eens ouderwets, maar in vergelijking met de hol- lerith en computer van nu, toch bijzonder primitief. Inderdaad, het is thans moeilijk zich in te denken in de situatie van Heineken een kleine veertig jaar geleden. Maar toch! Volgens ons gedenkboek was in 1909 de eerste C.A.O. voor brouwerijpersoneel afgesloten, een van de eerste in den lande. De arbeidstijd kwam op 54 uur per week en de vakantie op 4 dagen per jaar. Bij deze C.A.O. werd ook het recht van iedere arbeider op 4 liter vrij bier afgeschaft, maar daartegenover werd een vergoeding van 2,per week toegekend. In 1923, ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de naamloze vennootschap, bracht de directie een pen sioenregeling tot stand waardoor een behoorlijk oude- dags-, weduwen- en wezenpensioen werd verzekerd. Mede door deze maatregelen was de stemming in de beide Heineken brouwerijen goed. 16

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1966 | | pagina 18