„STILLE N/< DE GEBOORTE VAN Hl DOOR PAL BALAZS In de zoutmijnenstad Hallein, niet ver van Salz burg, rust tussen de Stadtpfarrkirche en zijn vroe gere woning onder een eenvoudig smeedijzeren kruis, de componist van het Kerstlied Stille Nacht, Heilige Nacht", Franz Xaver Gruber. De kerk toren, die hij zag, is puin geworden, maar zijn uit bescheiden wereldkennis geboren vredesboodschap is gebleven. Zijn lied, „Stille Nacht, Heilige Nacht" heeft alle harten over de gehele wereld verwarmd. Hoewel er steeds onrust en ontevredenheid heerst, zal dit lied alle volkeren tot in de verste uithoeken der aarde voor een ogenblik verenigen en bij allen het verlangen naar „Vrede op aarde" oproepen. Franz Xaver Gruber heeft ons in zijn ogenblik van inspiratie het meest menselijke lied gegeven. Het lied, waarvan in de melodie de vrede is verweven. De vrede, waarnaar alle mensen zo hevig verlangen. De componist van het Kerstlied „Stille Nacht, Heilige Nacht", Franz Xaver Gruber. Dit is de reproduktie van een schilderij in het museum van Hallein. Men heeft geen lantaarns nodig. De vers gevallen sneeuw schittert op de daken van de kleine huisjes van het vredige dorpje Oberndorf en ligt als een helder witte deken in de straten en steegjes, op de takken van de vruchtbomen en de geweldige dennen. Het beekje lijkt stil te sla pen onder de zware sneeuwdeken en de sterren stralen geheimzinnig aan het firmament. De zieken en bejaarden zijn thuisge bleven. De eerstgenoemden, omdat zij aan hun bed zijn gekluisterd en de oudjes, omdat het lopen in de sneeuw hen erg moeilijk valt. Bovendien moeten zij op de allerkleinsten pas sen, al waren zij nog zo graag mee gegaan om met eigen ogen te zien en met eigen oren te horen, hoe het nieuwe lied, dat de onderwijzer Gruber nog diezelfde middag op tekst van hun pastoor heeft gecom poneerd, tegen middernacht in de St. Nikolauskerk zal worden gezon gen. In lange rijen lopen de bewoners van Oberndorf in de nacht van de 24e december 1818 naar de kerk, zoals zij, voor zover zij zich kunnen herinneren, in deze nacht altijd heb ben gedaan. Vandaag echter zijn ze nieuwsgierig. En geen wonder, want laat in de middag nog zijn al hun zonen, dochters, neven en nichten, kortom alle jongens en meisjes uit het dorp, naar school geroepen. Hun onderwijzer, Franz Xaver Gruber, heeft hen op zijn gitaar een melodie voorgespeeld en de pastoor Joseph Mohr heeft daarbij de tekst opge zegd. Het lied moest daarna onmid dellijk worden ingestudeerd. Bij het avondeten vertellen de kin deren overal, dat het lied, dat zij die middag hebben geleerd, heel mooi is en dat het om middernacht in de kerk zal worden gezongen. Gezon gen? Hoe gezongen? Deze vraag is herhaaldelijk gesteld. Want hoe kan men zingen, als het orgel niet te be spelen is? Iedereen in het dorp weet immers, dat het orgel juist van middag zweeg en dat de onderwijzer er geen geluid meer uit kon krijgen. Daarom nam hij het besluit het lied op de gitaar te begeleiden en dat wil iedereen horen en zien. In de naar wierook geurende St. Nikolauskerk draagt pastoor Joseph Mohr de middernachtmis op en ze gent zijn gemeente. Het licht van de grote, witte kaarsen voor het altaar valt op het mooie en goedheid uit stralende gelaat van Maria, die op het schilderij van de onbekende meester gelukkig en trots haar pas- 4

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1965 | | pagina 6