H~lct moclstc ^intczklaasfeast 0MH otrn Ja jongens en meisjes, over een paar dagen is het alweer zover. Het grote feest, waar we allemaal al zolang naar hebben uitgekeken. Ja, natuurlijk het Sinterklaasfeest. Misschien heb ben velen van jullie Sinterklaas al gezien voor de televisie of in de stad. Misschien zijn er ook onder jul lie, die hun schoen al hebben gezet en door de Sint bedacht zijn met snoepgoed of speculaas. Of met een zakje zout????? Nee toch hè? Jullie zijn toch allemaal lief geweest het af gelopen jaar? Zodat je niet bang hoeft te zijn, dat je in de zak komt en de Sint je meeneemt naar Spanje, hè? Het verhaal gaat deze keer over een klein meisje, dat Jetty heet. Jetty is zeven jaar en woont met haar vader en moeder in een klein huisje aan de rand van de grote stad. Broertjes en zusjes heeft ze niet en vader en moe der zijn heel arm. Maar er is iets met Jetty, dat nog veel erger is. Jetty is blind. Nog nooit heeft ze iets kunnen zien. want ze is blind geboren. En vader en moeder hebben geen centjes om haar naar een dokter te brengen, die haar weer beter kan maken. Dat is wel heel erg hè? Jullie begrij pen natuurlijk, dat Jetty ook nog nooit Sinterklaas heeft gezien en dat is nu juist iets, wat ze zo dolgraag wil. Ieder jaar, als de Sint weer in het land is en ze haar vriendjes en vrien dinnetjes over hem en zijn Pieten hoort praten, komt dat verlangen weer boven. Nee, de Sint vergeet haar nooit, geen enkel jaar, want Jetty is een lief meisje en lieve kinderen krij gen altijd wat van de Sint, dat weten jullie zelf wel. Maar ze zou hem zo graag zelf eens willen zien en hem willen bedanken voor alle mooie din gen. die ze van hem heeft gekregen. Op een avond echter gebeurt er iets, waardoor Jetty's leven op slag hele maal verandert. Ze ligt al in bed, als ze plotseling de bel hoort. Bezoek voor vader en moeder natuurlijk, maar wie zou het zijn? Ze hoort stemmen in de gang, maar even later is alles weer rustig. Maar dan komt moeder haar kamertje bin nen en zegt: Jetty, je moet beneden komen, want er is iemand voor je." Het meisje is heel verbaasd. „Voor mij?" vraagt ze dan. „Wie is het dan mama?" „Kom maar gauw mee", zegt moeder, „zoveel te eerder weet je het." Vlug trekt Jetty haar pantoffeltjes aan en gaat met moeder mee naar be neden. Als ze in de kamer is, hoort ze een o zo vriendelijke stem vragen: „En ben jij nu Jetty?" Het meisje knikt en weet niet, wat ze moet zeg gen. „Kom eens bij me op schoot zit ten", zegt de stem dan. Jetty gaat op het geluid af en dan voelt ze opeens een heel lange baard en een mantel, die zo zacht is, als ze nog nooit heeft gevoeld. Opeens komt er een vreemde gedachte bij haar op. Zou datis datzou dat de Sint zijn? Maar dat kan natuurlijk niet. Sinterklaas heeft het veel te druk om bij haar te komen, die heeft zoveel andere din gen te doen. Verlegen blijft ze staan, maar dan voelt ze een paar sterke handen en de stem zegt weer: „Nu wil je na tuurlijk ook wel graag weten, wie ik ben. is het niet?" Weer knikt Jetty. „Wel, ik ben Sint Nicolaas." Dus toch, denkt Jetty, dan heb ik me toch niet vergist. Even later zit ze bij de oude Sint op schoot, die heel vriendelijk tegen haar spreekt. „Je kunt mij niet zien, hè Jetty? Maar zou je het wel willen?" „Ja, o ja", zegt het meisje. „Ik zou zo graag willen zien. Vader en moe der en de bloemen en de vogels en en u ook", voegt ze er verlegen aan toe. „Als je weer wilt zien, moet je naar het ziekenhuis. Zou je dat niet erg vinden?" vraagt de Sint dan. „Nee", zegt Jetty, „helemaal niet, maar vader en moeder hebben geen centjes om dat te betalen, want zoiets is heel duur hoor." „Dat weet ik", zegt de Sint dan weer, „maar toch ge loof ik, dat het maar eens moet ge beuren. Jouw vader en moeder kun nen het niet betalen, maar ik wèl en dat doe ik dus. En ik wil, dat het ge beurt, voordat ik weer naar Spanje te rugga. Dan kun je mij tenminste ook nog zien. Lijkt je dat geen goed idee? ïk vind, dat je morgen maar meteen naar het ziekenhuis moet, zoveel te eerder ben je weer helemaal beter. Vind je ook niet?" Jetty is zo overrompeld door wat Sinterklaas heeft verteld, dat ze niet weet wat ze moet zeggen. Maar haar gezichtje begint opeens helemaal te stralen en dat zegt meer dan genoeg. O, wat zou dat heerlijk zijn. Dan kan ze elke dag vader en moeder zien en haar vriendjes en vriendinnetjes en ook St. Nicolaas. Ze kan het bijna niet geloven. Het lijkt bijna te mooi om waar te zijn. Maar de volgende dag gaat Jetty naar het ziekenhuis, waar ze wordt geholpen. Ze is heel rustig, want ze weet zeker, dat nu alles goed zal komen. Als de operatie achter de rug is, moet ze nog een paar weken (vervolg zie pag. 16) 15

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1965 | | pagina 17