V vaak elementaire fouten gemaakt. Zoals daar zijn: het draaien zonder de kiestoon af te wachten; het draai en van een verkeerd nummer; het direct weer draaien als een nummer in gesprek blijkt te zijn. Dit zijn ge makkelijk vermijdbare fouten waar mee echter veel tijd verloren gaat. De kunst van het opbellen houdt echter meer in. Ten eerste de voor bereiding van een gesprek. Daarmee is doorgaans minder dan een minuut gemoeid: de opbeller overdenkt vooraf even waarover hij spreken wil en noteert kort de punten. Alleen met deze kleine maatregel zou misschien al 15 a 25 op alle telefoontijd be spaard kunnen worden. men voere geen andere uitgaande gesprekken zolang een aanvraag loopt men lope niet weg na aanvraag van een extern gesprek (dit is wel de grootste fout tegen de telefooneti- quette). Opgebeld worden De telefoniste neemt binnenkomende gesprekken aan en verbindt door naar de betreffende afdelingen en functio narissen. Een eerste fout die hierbij te signaleren valt: de functionaris meldt zich met het stopwoord „hallo" of iets dergelijks. De correcte melding luidt: „u spreekt met X van de af de- U SPREEKT MET. Over bet algemeen wordt er niet best getelefoneerd in bet bedrijfs leven. Foutieve telefoongewoonten en vergrijpen tegen de telefooneti- quette komen, ook in zakengesprek- ken, veelvuldig voor. Vandaar dat de P.T.T. enige tijd geleden een nieuwe service beeft ingesteld: de telefooninstructie. Dit artikel, dat wij i in Doelmatig Bedrijfsbeheer" von den, bevat vele bebartenswaardige zaken op het gebied van het tele foneren. Opbellen In Nederland worden op een werk dag zo'n 2.000.000 telefoongesprek ken gevoerd. 40 procent daarvan speelt zich af tussen 9 en 12 uur 's morgens; dat zijn 800.000 gesprek ken. Of liever: gesprekspogingen, want in circa 280.000 der gevallen mislukt de poging om een telefoon gesprek tot stand te brengen; een verliespercentage van 35 Tussen de drie en vier van de tien pogingen om telefonisch contact te leggen, mis lukken. Hoe komt dit? Voor een deel zijn deze mislukkingen natuurlijk te wijten aan het feit dat de opgebelde nummers in gesprek waren. Toch betreft dit slechts een minderheid. De meeste mislukkingen komen doordat de opbellers te haas tig of te onhandig te werk gaan. Om te beginnen worden bij het draaien van een nummer verbazend Een volgend punt is de keuze van het moment. Elk bedrijf kent zijn telefoonpieken; vaak liggen deze tussen 10 en 11 uur 's morgens en 15 en 16.30 's middags. De vrijdag- middag is extra druk. Wie die uren uitkiest om zijn uitgaande gesprekken te voeren moet niet zelden een kwar tier of langer wachten tot de telefo niste een lijn vrij heeft. Bovendien is in die uren ook de kans het grootst dat degene die men opbelt in gesprek is. Merkwaardig genoeg houdt meni ge bedrijfsfunctionaris met dit feit volstrekt geen rekening. Ook wie even goed op andere tijden kan op bellen, kiest toch de piekuren. Daar door is men medeschuldig aan de over belasting van de bedrijfslijnen en ver liest zelf ook meer tijd met telefo neren dan nodig is. In elk bedrijf is het de moeite waard eens vast te stellen, op welke tijden de telefoon- pieken precies liggen. Opbellen naar buiten gaat als regel via de centrale; de meeste functio narissen hebben geen buitenlijn. Bij het aanvragen van een gesprek zijn een paar punten op te merken: men noeme telefoonnummers cijfer voor cijfer (dus b.v. niet: Den Haag 113.721 of 11.37.21 maar 1.1.3.7.2.1.) men geve de telefoniste niet alleen de naam van het op te vragen bedrijf, maar ook het telefoonnummer als men dat bij de hand heeft (waarom haar te laten zoeken?) men late zich doorverbinden t/m de telefoniste van het andere bedrijf; niet met de functionaris (het is niet hoffelijk de ander te laten wachten) ling A". De woorden „u spreekt met" zijn niet overbodig zoals veel gedacht wordt. Degene die opbelt moet zich namelijk even instellen op de stem van de ander, waardoor hij de eerste woorden vaak slecht verstaat. Boven dien vallen de eerste klanken nogal eens weg. Als de opgebelde direct zijn naam noemt, is de kans groot dat deze niet of half verstaanbaar is. Het noemen van de afdeling is ook wen selijk. De opbeller krijgt daardoor de kans te verifiëren dat hij goed is doorverbonden. Het noemen van de bedrijfsnaam is wél overbodig (hoe wel velen het doen)de telefoniste noemt deze immers al. De opgebelde doet er goed aan, direct de naam van de opbeller te noteren (als deze een vreemde voor hem is). De kans bestaat dat hij zal moeten terugbellen; dat gaat dan sneller als hij de naam kan noemen. Ook doet het prettig aan als men aan het slot van het gesprek de naam van de ander kan noemen. Omgekeerd geldt natuurlijk ook dat iemand die opbelt de naam van de ander noteert, als die hem nog onbekend was. Daarmee komen we op het punt dat bij iedere telefoon papier en ballpoint bij de hand moeten liggen.Niet alleen noteert men namen, maar ook punten uit het besprokene. Het gebruik van een spe ciaal formulierenblok voor telefoon memo's verdient aanbeveling. Het is een goede gewoonte, al tele fonerend, eerder te veel dan te weinig te noteren. Hoe vaak komt het niet voor dat de opgebelde halverwege het gesprek ontdekt, dat hij een en ander maar beter kan opschrijven. De opbeller moet dan nog eens her- J0

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1965 | | pagina 12