ICazeUje fCnczzepól Ergens hier in Nederland woont een klein jongetje, dat Kareltje heet. Hij woont met zijn vader en moeder in een mooi, groot huis. Hij heeft een heleboel speelgoed, zoals een elek trische trein, een voetbal, een India- nenpak en nog veel meer mooie dingen. Verder heeft en krijgt hij alles wat zijn hartje begeert, maar toch hebben zijn vader en moe der hem de naam Kareltje Knor repot gegeven. En jullie begrijpen misschien wel waarom. Ja, Ka reltje moppert over alles en nog wat. Nooit is er iets goed en nooit deugt er iets. Het begint 's morgens al bij het ontbijt. Dan zegt Kareltje Knor repot: „Ik houd niet van dat brood. Als ik geen geroosterd brood krijg, eet ik niet. En melk lust ik ook niet, ik wil thee." En als hij pianoles heeft, is het altijd: „Ik kan die oefeningen niet spelen, want mijn vingers zijn zo koud." Of: „Ik heb dat vervelende stukje nu al wel honderd keer gespeeld, nu doe ik het niet meer." Maar onder het eten is het altijd het ergst. Bijna elke dag vindt hij, wat moeder op tafel brengt, niet lekker. Wanneer hij achter zijn bord zit, is het altijd: „Ba, alweer dat nare eten." Het is wel eens ge beurd, dat vader hem van tafel weg stuurde en dat hij in de gang moest staan, maar dat helpt allemaal niets. Op een dag, als het weer etenstijd is, zit Kareltje Knorrepot weer te mop peren. „O, daar houd ik helemaal niet van," begint hij, „moeder heeft me zoveel van die nare worteltjes gegeven." „Kareltje", zegt vader dan, „denk eraan, wat ik gisteren tegen je heb gezegd. Er zijn duizenden kindertjes, die maar wat blij zouden zijn, als ze worteltjes op hun bord zouden krij gen. Voordat je naar school gaat, moet je eerst alles opeten." Kareltje Knorrepot, die heel goed weet, dat hij zijn vader moet gehoor zamen, begint dan toch maar. Hij neemt echter zulke kleine hapjes en hij treuzelt zo, dat hij helemaal niet opschiet. Als vader en moeder al klaar zijn, is Kareltje nauwelijks be gonnen. Hij heeft bijna al zijn eten nog op zijn bord. Even later staat vader, die weer aan het werk moet, van tafel op en moe der gaat naar de keuken. Zo zit Kareltje Knorrepot alleen in de ka mer. Opeens ziet hij, dat het al bijna één uur is en hij weet, wat er gaat gebeuren, als hij te laat op school komt. Ja, dan moet hij nablijven om vier uur en strafwerk maken. En daar heeft hij helemaal geen zin in. En weten jullie, wat hij dan doetHij sluipt heel stilletjes van tafel weg en rent naar school, zonder tegen iemand iets te zeggen. Als moe der even later in de kamer komt, is Kareltje Knorrepot verdwenen. Maarzijn eten staat nog op tafel. „Zo ventje", zegt moeder bij zich zelf, „nu zullen we eens even zien, wat er gebeurt." Na schooltijd komt Kareltje Knor repot thuis en hij is al helemaal weer vergeten, wat hij 's middags heeft gedaan. Hij weet alleen, dat hij hon ger heeft. Natuurlijk, want hij heeft 's middags immers bijna niet gegeten? Hij gaat nog even buiten spelen en als hij terug komt is de tafel al ge dekt. En wat staat daarEen heerlijke taart, die moeder heeft ge bakken, dik bestrooid met suiker. Kareltje Knorrepot watertandt ervan, zo lekker ziet het eruit. Hij gaat vlug aan tafel zitten, maar op dat moment komt moeder uit de keuken en wat denken jullie, dat ze bij zich heeft? Het overgebleven middageten van Kareltje Knorrepot! „Kleine jongens moeten leren, dat ze niet mopperen over het eten", zegt moeder vriendelijk. „Mijn Kareltje moet eerst dit opeten, voordat hij van het lekkers krijgt, dat op tafel staat." O, o, wat heeft die Kareltje Knorrepot nu een spijt, dat hij 's mid dags zijn bord niet heeft leeggegeten. Het eten is nu helemaal koud en het ziet er nu lang niet zo smakelijk meer uit. Grote tranen komen in zijn ogen. „Ik wil d-d-dat n-n-niet eten", snikt hij. Vader en moeder eten rustig door en beginnen al met de taart. Kareltje Knorrepot zit met pruillipjes op zijn stoel en de tranen lopen over zijn wangen. Maar opeens dringt het tot hem door, dat als hij niet heel vlug gaat eten, er geen stukje van de taart overblijft. Vlug neemt hij zijn vork en binnen vijf minuten is het kliekje opgegeten. Hij is precies op tijd om het laatste stukje van de taart te krijgen, waar vader juist aan zou beginnen. Als Kareltje Knorrepot 's avonds in zijn bed ligt, zeggen vader en moe der tegen elkaar: „Ik denk niet, dat Kareltje nog eens over het eten zal mopperen." En zo was het ook. Ka reltje heeft nooit meer gemopperd, want hij had een heel goede les gehad. 22

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1965 | | pagina 24