Mijnopruimingsdienst deed verrassende vondst Vianen, 6 januari 1965. Even ten noorden van hotel „Vianen", ter hoogte van de oprit naar de brug over de Lek, is een dragline aan het graven. Met de regelmaat van een klok ploft de gemechaniseerde schep in de vette klei, neemt daar een grote hap uit en laat die vervolgens in de laadbak van de wachtende vrachtauto vallen. Plotseling 'hoort de machinist het geluid van metaal op metaal. Hij zet de motor stil, springt uit zijn cabine en gaat op onderzoek uit. Dan ziet hij, daar waar de schep is neergekomen, de omtrekken van een rond, metalen voorwerp, dat voor het grootste deel nog ver borgen in de klei, hem verraderlijk toeblinkt. De machinist, anders voor geen kleintje vervaard, durft niet dichterbij te komen. Het beste is maar, besluit hij, de politie te waarschuwen. Een lid van de rijkspolitie uit Vianen is snel ter plaatse. Besloten wordt de mijn- opruimingsdienst in Den Haag te hulp te roepen. Er zijn immers in de afgelopen oorlog nogal eens bommen en mijnen hier in de buurt neergekomen en wie weet Men mag geen enkel risico nemen. De mannen van de mijnopruimingsdienst komen nog dezelfde dag naar Vianen. Ook zij bekijken het ronde metalen ding met vakkundige argwaan. Ze zien een metalen plaatje met een nummer 48949 op de bovenkant van de mijn. In het midden van het enigszins bolvormige metalen oppervlak zit een dop: het ontstekingsmechanisme? Voorzichtig, héél voor zichtig probeert men beweging in de dop te krijgen. Opeens, een gesis men staat klaar om in de vette De dragline, die in dit verhaal zo'n grote rol speelt. blubber weg te duiken dan, de bevrijding van de zich snel verspreidende bierlucht! Het roestvrijstalen fust, no. 48949, wordt nu snel uitgegraven. Het nog geheel gevulde 35 1 vat draagt op de bovenste ring de naam Heineken. Opgelucht gaat ieder zijns weegs. De rijkspolitie waarschuwt nog dezelfde avond de brouwerij in Rotterdam. De volgende dag gaan wij, op weg naar Den Bosch, even naar Vianen, waar we van de adjudant van de rijkspolitie het verhaal in geuren en kleuren te horen krijgen. Latere naspeuringen leren ons, dat enkele jaren geleden de vrachtauto van een transportonderneming, geladen met bier, in de buurt van de brug bij een ongeluk be trokken is geweest. De lading fusten raakte daarbij van de wagen en een van de vaten werd nooit meer terug gevonden, tot begin januari 1965 maar, dat verhaal kent u nu al. Linksonder: Het terrein, ter hoogte van de oprit naar de brug bij Vianen, waar de „mijn" gevonden werd. Op de achtergrond het stadje Vianen. Rechtsonder: De volgende dag keerde het vat, nog gedeeltelijk met klei bedekt, op zijn basis Den Bosch terug. 19

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1965 | | pagina 21