DANKBAAR VOOR HET WATER VAN BROUWERIJ ROTTERDAM I ALLEEN VOOR ROTTERDAMSE MANNEN Het Rotterdamse Mannenkoor, dat met zijn vrolijke en pittige zang in Palacezulk een succes behaalde, zoekt versterking. Vooral jongere krachten zijn wel kom, zowel uit het bedrijf als van de kantoren Croos- wijksesingel en Isaac Hubertstraat. Clubavond en repetities op vrijdagavonden in kantine „Hollandia". Inlichtingen bij de heer P. v. d. Bos, tapkelder, tel. 138; de heer Chr. Vennixs, werkplaats machinekamer, tel. 211 en mej. M. M. Schönberger, secretaresse Personeels Unie Rotterdam, tel. 133. WANDELSPORT DEN BOSCH Met de zgn. „snerttocht" die was uitgezet in de fraaie herfst- getinte omgeving van De Bilt, Zeist en Bilthoven op de laatste oktoberdag, heeft onze Bossche wandelclub haar wandel seizoen 1964 afgesloten. Voor de gratis te verstrekken kop snert ergens in Bilthoven, bestond een dermate grote belang stelling, dat onze groep wandelaars maar besloot de snert te laten voor wat ze was en haar tocht zonder dit hartige hapje te vervolgen. Aan grote plannen voor het volgend seizoen die t.z.t. aan de openbaarheid zullen worden prijs gegeven, wordt reeds nu achter de schermen hard gewerkt. vRh. Nog steeds verschijnen van tijd tot tijd in de specifiek Rotterdamse kranten ingezonden stukken, waarmee de inwoners van de Maasstad hun dankbaarheid uiten voor het feit, dat onze brouwerij aldaar hen in de gelegenheid stelt op ieder uur van de dag (en de nacht!) een portie goed water af te halen. Gratis en voor niets! Onder de titel „Ik ben dankbaar voor water van brou werij" was in „De Havenloods" van 19 november jl. het volgende stuk opgenomen. „Meneer, ik vind, dat we onze dankbaarheid nu maar eens moeten tonen, 't Moet nu maar eens gezegd worden. U weet zelf wel hoe verschrikkelijk vies dat leidingwater hier in Rotterdam is, niet waar? Nou dan. Maar bij de brouwerij van Heineken kun je elke dag heerlijk wel water halen. En gratis hoor!" Degene die ons deze ontboezeming doet, is mejuffrouw J. M. van Assendelft van de Nieuwe Binnenweg 61. Zij is kraamverzorgster in Rotterdam-Centrum. Zeker drie keer per week fietst zij, beladen met lege flessen, naar de Crooswijksesingel om bij Heineken's Bierbrouwerij zuiver water te halen voor familieleden, vrienden en voor zichzelf. „Nou meneer, da's toch fijn, niet waar? Dat is toch sympathiek van zo'n brouwerij, want per slot van rekening hebben ze er een drukte mee. Er komen zo'n duizend mensen per dag. Sommigen hebben grote jerry cans bij zich. Ja, je moet het er voor over hebben. Ik moet ook van het westen naar Crooswijk fietsen. Doe ik met plezier hoor. Ik wil graag een lekkere kop thee drinken. Misschien vindt u het gek, dat ik daar zo plotseling mee kom. Want u zult best weten, dat het al maanden lang zo is. Precies weet ik het ook niet meer, maar je kunt al maandenlang water halen bij de Heineken's. Jongens, effe rustig zijn, want ik kan die meneer niet verstaan" (dit tegen een paar levenslustige jongetjes, die elkaar joelend achterna zitten, door de hal van ons gebouw). Als mejuffrouw Van Assendelft haar pupillen tot de orde heeft geroepen, vervolgt ze: „Vindt u nou niet, dat je daar dankbaar om moet zijn? En dan erger ik me zo aan sommige mensen hè. Die vinden het heel normaal, dat ze goed water krijgen. En dan zeggen ze: Dankbaar? Mens ga weg. We hebben recht op goed water, 't Is al erg genoeg, dat we het zelf moeten halen! Maar meneer, daar heeft die brouwerij toch geen boodschap aan? Ik hoop, dat u er over wilt schrijven. Want ik ben wel dankbaar en er zijn gelukkig meer mensen die er zo over denken als ik. Je krijgt het dan toch maar gratis, niet waar?" Ook op zondag In een ander blad, „De Oostergids", een weekblad met een oplaag van 156.000 exemplaren, vonden wij een „dankbetuiging", die bij de redactie was binnengekomen naar aanleiding van de aan de lezers gestelde vraag, of zij het eens waren met de plaatsing, in het Kralingse Bos, van de zg. totempaal van Picasso. Dit onderwerp heeft destijds (oktober jl.) de gemoederen in Rotterdam nogal beziggehouden. Bijna unaniem sprak men zich uit tegen het plaatsen van het genoemde beeldhouwwerk. Mevrouw R. Soetens, Rotterdamsestraat 18, wilde iets heel anders. Zij schreef aan de redactie van „De Ooster gids": „Als er dan iets geplaatst moet worden, laat het dan ter ere van de Heineken brouwerij zijn, die ons altijd, ook op zondag, van goed drinkbaar water voorziet. Door mijn werk als med. gedipl. pedicure kom ik veel in aanraking met mensen, die het op prijs zouden stellen wanneer u via uw blad onze dank aan Heineken over bracht." („De waterhalers van Rotterdam" zijn voor ons, brou werijmensen, al vertrouwde figuren geworden. Zij zijn niet meer weg te denken uit het beeld van de brouwerij. Niet alleen uit de directe omgeving, maar ook uit andere delen van de stad komen zij, lopend, op de fiets of met de auto, naar de tapplaats, die onlangs opnieuw is ingericht. Vier kranen naast elkaar, een lage bank eronder om de flessen, kannen of emmers op te zetten en, erboven een plastic afdakje (zie de foto). Ten slotte, laten we eerlijk zijn, ook wij zelf van de brouwerij spoeden ons van tijd tot tijd, gewapend met onze plastic jerrycan naar de tapplaats. Natuurlijk, er gaat niets boven een goed glas bier, maar vooral moeder de vrouw is, terecht, toch ook gesteld op een lekkere kop thee. En wat de „hoeveelheden" water betreft, die op deze manier de brouwerij verlaten, we zijn blij, dat we met dat weinige water, zovelen uit onze overvloed kunnen laten delen. - Red.) i

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1964 | | pagina 41