SBfear
V
*.v Si*
Aangezien de behoefte aan bier groot was, waren er
zeer veel brouwerijen. Het bierverbruik was werkelijk
enorm. Wanneer men weet, dat Nederland thans ruim
30 liter per jaar per inwoner drinkt en dat de Belgen
op dit gebied in de wereld het record halen met een
verbruik van 110 a 120 liter per hoofd, dan zal men
zich verbazen te vernemen, dat in 1691, toen men zich
over de teruggang van het bierverbruik in verband
met de belastingopbrengst zorgen maakte, dit toch
altijd nog twee tonnen (310 a 320 liter per persoon
boven 8 jaar) was. Voor een kind beneden 8 jaar bedroeg
het bierverbruik één ton of 155 a 160 liter. En om te
bewijzen, dat dit nog hoger kan, moge gelden dat in
1810, toen Napoleon pas de litermaat had ingesteld
en men voor het eerst in München een statistiek over
het bierverbruik aanlegde, men daar 820 liter per hoofd
per jaar bleek te gebruiken. Dit is dus voor een gezin
van vier personen bijna 10 liter per dag!
Nu moet men, zoals reeds gezegd is, voor ogen houden,
dat een eeuw geleden bijna nergens stadswaterleiding
bestond en het gebruikte water vaak besmet was en
aanleiding gaf tot epidemieën.
De schrijver vertelt dan verder over de maatregelen,
die brouwers namen om aan zuiver water te komen en
haalt daarbij aan, dat we niet zo ver in de geschiedenis
behoeven terug te gaan, want toen de Heineken's brou
werij in 1873 zijn werk begon, was er nog geen stads
waterleiding te Rotterdam, zodat het brouwwater per
waterschuit van buiten de stad gehaald werd. Mij is
zo schrijft de heer Emmens verteld, dat de eerste
brouwmeester Hötte herhaaldelijk stond uit te kijken
als de waterschuit te lang in het sluisje tussen Delftse
Vaart en Rotte bleef toeven.
Een voor die tijd originele oplossing had in Antwerpen
in 1553 een zekere Van Schoonbeke gevonden. Hij
bouwde boven een speciaal daartoe aangelegd kanaal
een waterhuis, waarin een rosmolen met een paard be
spannen het water met een soort bekerwerk naar boven
haalde, waarmee dan maar liefst zestien brouwerijen
werden bediend. Dit zegt voldoende over de grootte van
die brouwerijtjes. Het genoemde waterhuis bevindt zich
nog in goede staat in de Brouwersstraat te Antwerpen
en is thans als museum te bezichtigen.
De brouwerij-inrichting
Wat de inrichting van de brouwerij betreft, zo wijst
ir. Emmens er op, dat het meest wezenlijke onderdeel
van deze brouwerijen en waarschijnlijk ook wel het
duurste de koperen ketel is, die van boven open is en
Het eeuwenoude brouwerswapen, omkranst door gerste
aren en hopranken, dat onder andere te zien is op de
glazen van het C.B.K. De houten kuip in het midden is: óf
de werkkuip (tegenwoordig beslagkuip) waarin het mout-
meel met heet water werd vermengd, óf de zg. geilkuip,
waarin het moutextract (de wort), nadat het met hop
gekookt en daarna gekoeld was, werd vergist. In de kuip
ziet men links de houten schop, die gebruikt werd voor
het omzetten van de kiemende gerst. In het midden vindt
men de gaffel. Hiermee werd in de zg. werkkuip het
moutmeel intensief met heet water gemengd. Rechts ziet
men de koperen schepemmer (de jager), die onder andere
werd gebruikt om de hete wort, nadat deze met hop
gekookt was, in de houten goot te scheppen, die naar
de koelbakken voerde.
opgehangen in een gemetseld wijd omhulsel. De in de
ketel aanwezige vloeistof hetzij water hetzij wort, werd
verhit door onder de ketel een hout- of ook wel een
kolenvuur te stoken, waarvoor dan vaak Engelse steen
kool werd gebruikt.
De rest van het instrumentarium: beslagkuip, koelbak
ken, gistkuipen, alles was van hout.
De bierketel, ook wel bierpan genoemd, maakte dat
men in het Vlaams sprekende deel van België een brou
werij ook wel panhuis noemde.
Vooropgesteld moet worden, dat het toenmalige brou
wen het best vergeleken kan worden met het koffie
zetten met een koffiefilter. Het mout, dat lange tijd bui
ten de brouwerij werd gemalen in verband met het uit
sluitend recht van de molenaar om te malen, werd in
geplette toestand in de ondiepe beslag- of werkkuip
gestort, waarna men er warm water uit de koperen
ketel bij liet. Het geheel werd nu met spitrieken of roer-
Op deze oude gravure van Mart.
Engelbrecht ziet u rechts op de
voorgrond een brouwerswater
schuit afgebeeld.
Deze afbeelding, evenals die op
pagina 26 bovenaan, werd ons
door de heer Emmens ter beschik
king gesteld.