C.van Boven:
Van
bonte boertjes
en een
rode kardinaal
De heer C. van Boven, vogelliefhebber en
preparateur, in zijn speciaal voor zijn hobby
ingerichte werkhokje.
DIT IS ZIJN HOBBY (12)
In onze hobbyrubriek, waarin wij u
al met verschillende interessante lief
hebberijen van collega's hebben laten
kennismaken, spelen deze keer vogels
van allerlei pluimage een belangrijke
rol. Hoofdpersoon in ons verhaal is
de heer C. van Boven werkzaam
in de smeerdienst van onze Bossche
brouwerij die zich in zijn vrije tijd
Achter het huis staat een flinke volière, waarin
verschillende gevederde vriendjes rondfladde
ren.
en routine en hij is nu zo ver, dat hij
in een paar uur een kleine vogel op
kan zetten.
„Het moeilijkste is niet," vertrouwt
de heer Van Boven ons toe, „de tech
niek van het prepareren, maar het
bewaren van je kalmte en zelfbeheer
sing bij dit soms uiterst fijne werk".
Er is nogal wat materiaal nodig,
zoals chemicaliën, verschillende verf
stoffen, prepareerturf, opvulstoffen,
allerlei soorten ijzerdraad en bijvoor
beeld ook kunstogen. De laatste va-
ontpopt als een kenner en liefhebber
van vogels. Maar hij is ook een kun
dig preparateur, iemand dus die zich
bezighoudt met het opzetten van
vogels en andere kleine dieren. Een
vreemde combinatie, vindt u? Toch
niet; hoort u maar wat de heer Van
Boven er zelf van zegt: „Om goed te
kunnen prepareren moet men vogel
liefhebber zijn en ook een kenner van
deze dieren, niet alleen door ze te
houden, maar ook door veel de na
tuur in te gaan en ze daar te be
studeren."
De heer Van Boven is als het ware
in deze liefhebberij gegroeid. Zijn
vader was reeds een kenner en lief
hebber van vogels en dus viel ook
hier de appel niet ver van de stam.
Toen de heer Van Boven jaren gele
den wegens een ongeval lange tijd het
bed moest houden en gedeeltelijk in
gips „verpakt" weinig kon doen,
greep hij deze gelegenheid aan om
zich in zijn liefhebberij te verdiepen.
Er kwamen boeken en er werd veel
gelezen en geleerd omtrent allerlei
vogels. Ook slaagde hij er in een
paar piepjonge kanaries groot te bren
gen, een bezigheid, die hem tijdens
zijn gedwongen rust veel plezier
verschafte.
Later ging hij zich toeleggen op het
prepareren van vogels en andere
kleine dieren. Zoals alle begin moei
lijk is, viel het de heer Van Boven
aanvankelijk niet mee om de dieren
in hun oorspronkelijke staat en in de
juiste stand te conserveren. Maar
gaandeweg kreeg hij meer ervaring