T)e pees ïle {cLtuslez wiCèe tvez?en
ONZE KINDERTON
Mimi de poes was dol op films. Het
huis waarin zij woonde, stond naast
een bioscoop. Dikwijls glipte Mimi
door een raampje naar binnen en keek
dan vanuit een hoekje in de zaal naar
de film.
Op zekere avond werd een film ver
toond waarin een poes meespeelde.
Mimi's snor trilde van verbazing. Nee
maar, een poes als filmster! Dat zou
zij ook dolgraag willen. Wat heerlijk
zou dat zijn!
Die nacht droomde Mimi ervan en
de volgende dagen probeerde ze pre
cies zo te lopen als de filmpoes. De
andere katten uit de buurt lachten
haar uit. „Kijk die gekke Mimi eens",
riepen ze, ,,'t lijkt wel een filmster!"
Maar dat maakte Mimi juist nog
trotser. „Zie je wel", dacht ze, „ze
kunnen aan me zien dat ik talent
heb".
Een paar weken later gebeurde er iets
heel bijzonders in het stadje waar
Mimi woonde. Er werd een film op
genomen. Natuurlijk ging onze poes
ernaar kijken. De plaats waar gefilmd
werd, was afgezet, maar daar trok
Mimi zich niets van aan. Ze sloop tot
vlakbij de filmmensen en ging opge
togen zitten kijken. In de deur van
een oud huis stond een knap meisje
met een man te praten. Zij werden
gefilmd. Maar wat was dat? Wat had
dat meisje in haar armen? Het was
de filmpoes! Dezelfde die Mimi in de
bioscoop gezien had.
Toen er een ogenblikje gerust werd,
zag de filmpoes Mimi zitten. Ze
kwam naar haar toe en miauwde met
een vriendelijk stemmetje: „Dag!
Leuk dat je komt kijken. Ik zie bijna
nooit poezen".
Mimi vertelde nu dat ze zelf ook
dolgraag filmster zou willen worden.
„Bah, je weet niet wat je wilt", ant
woordde de filmpoes. „Het is hele
maal geen leuk leventje. Ik zou best
een gewone poes willen zijn. Zeg,
weet je wat! Zullen we ruilen? We
lijken precies op elkaar. Jij bent al
leen een beetje dikker dan ik, maar
dat ziet niemand".
Nu, dat wilde Mimi wat graag. Ze
vertelde de filmpoes waar ze woonde
en deze legde haar uit wat ze precies
moest doen als er gefilmd werd.
Toen even later de opnamen weer
begonnen, glipte de filmpoes vlug
weg en nam Mimi ongemerkt haar
plaats in.
Het knappe meisje ging in de tuin
voor het oude huis zitten en nu
moest Mimi op haar schoot gaan lig
gen. Daarna moest ze eraf springen
en op de grond met het bolletje wol
spelen. Maar dat deed ze niet naar
de zin van de filmman die de baas
was. Telkens moest Mimi het over
doen. Niet één keer, neen, wel dertig
maal. Toen was het eindelijk goed.
„Zo, voor vandaag is het mooi ge
noeg", zei de baas. Mimi werd opge
sloten in een hok. „Geef die kat maar
niet zoveel te eten", hoorde ze de baas
zeggen. „Ze is wat dik geworden voor
een filmpoes!" De arme Mimi kreeg
een bakje water en een paar stukjes
kattebrood, meer niet. Ach, wat had
ze een honger.
De volgende dag moest ze in het hok
blijven, want in het stuk film dat
toen werd gemaakt, hoefde zij niet
op te treden. De dag daarna mocht
ze weer meedoen. Nu werd er binnen
in een kamer gefilmd. Er stonden
grote schijnwerpers. Mimi knipperde
steeds met haar ogen door het schelle
licht en dan werd de baas weer boos
en moest zij alles overdoen. En warm
dat het was!
Toen er eventjes gerust werd, ging
Mimi onder een stoel zitten huilen.
Was ze maar nooit filmster gewor
den! „Miauw, huil maar niet!" hoorde
ze plotseling een kattestemmetje naast
zich zeggen. Het was de filmpoes.
„Laten we maar weer terugruilen",
zei ze. „Dat rustige leventje in jouw
huis is niets voor mij en ik zie wel,
dat jou het filmen ook niet erg be
valt".
Mimi stemde dankbaar in. De film
poes nam haar plaats weer in en zij
liep zo hard als haar kattepootjes
haar dragen konden, terug naar huis.
Sinsdien heeft ze er nooit meer naar
verlangd filmster te worden.
Jim Keulemans
27