40-jarig jubileum en afscheid F. N. Vogtschmidt Velen kwamen de jubilaris gelukwensen en de hand ten afscheid drukken, zoals op de foto onze onderdirecteur, de heer Bakker. Op 1 mei 19t>+ was er, voor zover het werk zulks toeliet, om half vijf in 't Koelschip gelegenheid om de jubilaris te huldigen ter gelegenheid van zijn 40-jarig dienstjubileum en tegelijkertijd om afscheid van hem te nemen, wegens het door hem be reiken van de pensioengerechtigde leeftijd. De heer Vogtschmidt, die op 30 april 1899 is geboren trad namelijk op 1 mei 1924 in dienst van Heineken en een eenvoudig rekensommetje heeft tot uitkomst: op 1 mei 1964 veertig jaar in dienst en per dezelfde datum met pensioen. Dat aan deze gebeurtenissen niet on gemerkt kon worden voorbij gegaan is duidelijk en velen waren dan ook gekomen om van de geboden gele genheid gebruik te maken en onder andere te beluisteren hetgeen men de heer Vogtschmidt had te zeggen. De heer Timmer die er de voorkeur aan gaf met het jubileum te begin- De heer F. N. Vogtschmidt, die 1 mei jl. lijn 40-jarig jubileum vierde, nam op dezelfde dag afscheid in verband met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. In 't Koelschip te Amsterdam, waar de receptie plaatsvond, werd hij als eerste toegesproken door de heer Timmer, hoofd commerciële dienst, die hier het geschenk namens het personeel overhandigt. vakmanschap. De heer Smoor was nog in de bottelarij werkzaam (zijn eerste afdeling), toen hij zijn zilveren jubileum vierde. Na de bottelarij was het de afdeling emballage, die elf jaar van zijn diensttijd in beslag nam. Vorig jaar werd hij overge plaatst naar het bouwkundig onder houd (timmermanswerkplaats), waar hij menige spijker op de kop slaat, onder andere bij het repareren van de pallets, de laadborden, die zo'n belangrijke rol vervullen bij het nen dankte mevrouw Vogtschmidt voor de steun die zij haar man in de afgelopen veertig jaren had gegeven. Hij constateerde, dat de echtgenote van een man in de buitendienst in het leven wel op haar man kon rekenen, doch in verband met de werkzaamheden van de man nooit op zijn tijd. Hij memoreerde vervolgens dat de heer Vogtschmidt een bijzonder werk zaam aandeel had gehad in de groei van de brouwerij en stelde hem graag als voorbeeld aan de tegenwoordige werkers in de horeca-sector. Vaak nog, aldus de heer Timmer, was te merken welk een spoor van goodwill deze „werker van het eerste uur" had achtergelaten en hij was hem ook daarvoor bijzonder dankbaar. Voorts was hem uit de statistieken gebleken, dat de jubilaris in de veertig jaar bij Heineken slechts vier dagen wegens ziekte had verzuimd of wel gemid deld één dag in de tien jaar. Taxerend dat de heer Vogtschmidt in dezelfde periode ongeveer 500 hl. bier had gedronken, kwam de heer Timmer tot de uitspraak dat het drinken van bier dan toch wel een gezonde bezigheid moest zijn. Hij wenste de heer Vogtschmidt ten af scheid nog vele goede jaren. transport van de kisten en dozen bier. Dat de heer Smoor ook figuurlijk de spijker goed op de kop kan slaan, bleek tijdens de ontvangst bij de be drijfsleiding waar, mede door het opgeruimde karakter van de jubilaris, zich een ongedwongen gesprek ont wikkelde, dat verscheidene malen door een kwinkslag werd onder broken. De gouden ster met briljant, die de heer Van Rossem de jubilaris op Ook de heer Vunderink sprak bij zonder waarderende woorden, vond het jammer dat de heer Vogtschmidt wegging en dankte hem voor de ondervonden collegialiteit en grote vriendschap. De heer Harmse, met wie de heer Vogtschmidt de laatste anderhalf jaar in Rotterdam heeft samenge werkt, gewaagde van het genoegen dat hij daaraan had beleefd, zij het dat hij de heer Vogtschmidt nog al eens had moeten missen, omdat de „oude rot in het vak" dan weer werd weggeroepen om elders waar te nemen. De heer Vogtschmidt meende in zijn dankwoord dat hij in de afgelopen veertig jaar zoveel had meegemaakt, dat er best een boek, „Het boek eens vertegenwoordigers ener brouwerij" over zou kunnen worden geschreven en dat dat boek wel eens meer dan één druk zou kunnen gaan beleven. Tot zover deze enerzijds feestelijke, doch anderzijds weemoedige bijeen komst. Reeds eerder had de heer Vogtschmidt afscheid genomen van zijn collega's uit de horeca-sector. Hoe het daar is gegaan weet ik niet; een vermoeden daaromtrent heb ik echter wel. Oud Bruin. speldde, ging vergezeld van de waar dering, die de bedrijfsleider, mede namens de directie, uitsprak voor het geen de heer Smoor in die veertig jaar voor Heineken heeft gedaan. Op de receptie, die in Hollandia werd gehouden, klonken ook waar derende woorden, ditmaal uit de mond van de heer Feuth van de timmermanswerkplaats, die de jubi laris na een hartelijke toespraak een geschenk namens de collega's over handigde. 15

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1964 | | pagina 17