PROVINCIALE BRANDWEERWEDSTRIJDEN op terrein van Rotterdamse brouwerij De heer d'Artillac Brill reikte de prijzen uit. In het kader van de selectie voor de landelijke kampi oenschappen voor gemeentelijke en bedrijfsbrandwereu werden zaterdag 18 april jl. de provinciale brandweer- wedstrijden voor Zuid-Holland gehouden. Deze wed strijden (klasse III A), waaraan alleen bedrijfsbrand weren deelnamen, speelden zich af op een gedeelte van het terrein van onze brouwerij in Rotterdam. In de doorgang tussen de mouterij en het ketelhuis en tevens in en onder het ketelhuis zelf bevonden zich enkele objecten, waarop de twaalf deelnemende ploegen achter eenvolgens hun krachten moesten beproeven. Onder het deskundig oog van de jury, die nauwkeurig alle goede en slechte „beurten" noteerde, bonden de verschillende ploegen de strijd met het (denkbeeldige) vuur aan. Winnaar werd ploeg 1 van Van der Giessen uit Krimpen a/d IJssel. Dat de geoefendheid van de bedrijfsbrand weer van deze onderneming op een hoog peil staat, bleek wel uit het feit, dat ploeg 2 van Van der Giessen op de derde plaats eindigde. Tijdens de bijeenkomst-na-afloop in de raadskelder reikte de heer d'Artillac Brill, hoofd van onze afdeling public relations, de prijzen uit. De door Heineken be schikbaar gestelde speciale prijs voor de beste bevel voerder ging naar de commandant van de ploeg van Hunter-Douglas uit Rotterdam. De objecten voor deze wedstrijd waren verzorgd door onze Rotterdamse bedrijfsbrandweer, waarvan voorts een aantal leden ter assistentie aan de jury en de wedstrijd leiding waren toegevoegd. Een onderdeel van de opdracht was het over deze schutting uitleggen van de slang. Dit blussen geschiedde door de meeste ploegen in een handomdraai. Hier de winnende ploeg aan het werk. Overzicht van een gedeelte van het (wed)strijdtoneel met het enige brandje, dat in werkelijkheid geblust moest worden. Een der ploegen in actie. De oliebrand is geblust, de slangen zijn uitgelegd, de verkenning vindt nog voortgang.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1964 | | pagina 10