E UWER INFORMATIE
ENDRE
VIDOR
IN MEMORIAM
(SLOT)
In het oktobernummer- en in het november
nummer van het vorige jaar publiceerden wij
reeds een overzicht van de besturen der ver
schillende bij Heineken bestaande instellingen
ten behoeve van het personeel. Als derde
en voorlopig laatste overzicht volgt hier
naast een opgave van de besturen der ver
schillende personeelsverenigingen in onze drie
vestigingen.
Diegenen, die iets meer willen weten, c.q. lid
willen worden van een der afdelingen of on
derafdelingen, mogen wij verwijzen naar de
hiernaast genoemde bestuursleden, die gaarne
bereid zijn alle gewenste inlichtingen te ver
strekken.
AMSTERDAM
Sportclub „H.B.M."
Jac. F. Stap, voorzitter.
H. Duiker, secretaris
F. C. Seger, penningmeester.
S. O. „H.B.B.A."
J. J. M. Hollander, voorzitter.
G. J. F. Vosselman, secretaris.
J. C. Smit, penningmeester.
A. Griffioen, J. Koenders, Th.
Broeke, F. F. de Vink, leden.
H.P.U.
Jac. F. Stap, voorzitter.
G. J. F. Vosselman, secretaris.
J. J. Diesbergen, penningm.
J. J. M. Hollander, J. C. Smit,
F. C. Seger, leden.
ROTTERDAM
P.U.R.
G. E. Kleingeld, voorzitter.
Mej. M. M. J. Schönberger,
secretaresse.
J. H. A. Oosterbroek,
penningmeester.
A. D. Lange, lid.
DEN BOSCH
Personeelsvereniging
's-Hertogenbosch
J. van der Geld, voorzitter.
E. M. Tromp, secretaris.
F. A. C. Leyerweert, penningm.
H. M. Sikking, 2e voorzitter.
W. L. Huysmans, 2e penningm.
W. F. van der Luur, comm.
Vidor is rond het middaguur van de zevende februari
1964 gestorven in zijn mooie huis in 's-Hertogenbosch.
Een ongeneeslijke kwaal heeft in luttele maanden een
einde gemaakt aan zijn leven. Hij werd slechts 51 jaar
oud.
Vidor was een sterke man met een sterk karakter, die
het niet gemakkelijk heeft gehad in zijn leven. Geboren
en getogen in Hongarije werd hij daar bierbrouwer, na
zijn studie aan de universiteit van Miinchen.
De verschillende regimes die zijn land na de ineenstorting
van de Donaumonarchie bestuurden, eisten veel van
hem. Enerzijds in zijn vak als brouwerijdirecteur, ander
zijds in een moeilijke militaire diensttijd gedurende de
Tweede Wereldoorlog en ten slotte ook tijdens langdu
rige verblijven in gevangenissen na 1945. Ongeveer een
jaar na de revolutie verliet hij Hongarije met zijn vrouw
en enig kirid voor een studiereis in de Westerse wereld.
Vidor vond kamers voor zijn gezin in Amsterdam en
werkte gedurende enkele maanden als analist op het
laboratorium van de Amsterdamse brouwerij. In februari
1957 werd hij benoemd tot chef van het laboratorium
van onze nieuwe brouwerij in 's-Hertogenbosch. In die
functie heeft hij een belangrijk aandeel gehad in het
pionierswerk in de exploitatie van het Bossche bedrijf.
Hij was een bekwaam bierbrouwer. Hij zette het labo
ratorium op en als pendant daarvan de kwaliteitscon
trole dienst.
Zij, die het voorrecht hebben gehad met 'hem te werken,
zullen zich ongetwijfeld het geheimzinnige boekje blijven
herinneren, waarin hij alles opschreef. Elk brouwsel, elke
gistkuip, elke legtank vond daarin een plaats en men kon
hem op elk uur van de dag, op elke willekeurige plaats
van de brouwerij, consulteren over de procesresultaten.
Over dat boekje maakten zijn collega's wel grapjes maar
dat past zo goed in de herinnering die ons blijft: die van
een erg dierbare collega.
Naast zijn bovenaangeduide taak was Vidor belast met
het mentorschap van het personeel in opleiding dat in
's-Hertogenbosch werd geplaatst. Talrijke jongeren in
binnen- en buitenland zullen zich hem herinneren in
die functie. Consciëntieus las hij de verslagen van hun
studies in Den Bosch, voorzag die verslagen van verkla
rende aantekeningen en gaf ook de beoordeling. Bij die
beoordeling was hij veeleisend maar objectief. Hij loofde
waar te loven viel, hij critiseerde waar dat op zijn
plaats was.
Vidor was een gelukkig mens. Hij beschouwde het als
een groot voorrecht Nederlander te zijn geworden; hij
achtte het een grote eer voor Heineken te werken en
was trots op de jongste telg van de onderneming: het
Bossche bedrijf.
Hij was gelukkig in zijn gezin, blij met zijn huis. Na
vele woelige jaren leken de Vidors in behouden haven te
zijn aangeland. Zelden heb ik een tevredener mens ge
kend. Nooit keek hij achteruit naar wat in zijn leven
verkeerd gelopen was. Blij was hij met wat hij had,
vertrouwen had hij in de toekomst.
Bewonderenswaardig heeft hij zijn moeilijk lijden gedra
gen. Nimmer klaagde hij. Vol belangstelling was hij voor
zijn bezoekers en voor het wel en wee van Heineken.
Groot is het verlies, dat wij bij Heineken door zijn heen
gaan lijden. Het besef wat 'het verlies voor zijn vrouw
en zoon betekent, vervult ons met deernis. Moge hun
de kracht geschonken worden het verlies van man en
vader te dragen. Rust zacht beste Vidor. Dank voor wat
je voor Heineken was, dank voor wat je voor ons per
soonlijk was.
Van Rossem
33