Afscheid A.N. VAN KLAVEREN Afscheid M.VISSER Afscheid J. DE WIT Diezelfde dag, op een wat later tijdstip, nam het Rotterdam se personeel in een overvolle raadskelder afscheid van de heer A. N. van Klaveren. De heer Van Klaveren, die bijna 44 jaar in Heineken dienst is geweest, werd op dit afscheid allereerst toegesproken door de heer Kamphorst. Deze liet in het kort de belangrijkste perioden uit de loopbaan van de heer Van Klaveren de revue passeren, daarbij enerzijds de boekhoudkundige kwaliteiten en anderzijds de persoonlijke eigenschappen van de scheidende functionaris belichtend. De heer Kamphorst sprak er voorts zijn blijdschap over uit, dat de heer Van Klaveren, die destijds wegens ziekte noch zijn 25-jarig, noch zijn 40-jarig jubileum had kunnen vieren, nu gelukkig in gezondheid afscheid kon nemen van de Rotterdamse brouwerijgemeenschap. Hoewel hij het beslist niet verwacht had, moest de heer Van Klaveren op deze bijeenkomst voor de laatste maal zijn paraaf zetten en wel op een creditnota, die het tegoed aan gaf, zijnde het geschenk van het personeel, dat hem op deze bijzondere wijze werd aangeboden. Hiermee werd tevens op symbolische wijze de laatste periode van zijn loopbaan, toen hij de leiding had van de facturencontrole in de boekhouding, geaccentueerd. Diezelfde dag, 29 november 1963, verliet de heer M. Visser, na 43 dienstjaren, de Amsterdamse brouwerij om van zijn welverdiende oensioen te gaan genieten. De heer Van Essen (I.) overhandigde het geschenk namens het personeel en dat namens de collega's. Eveneens op 29 november 1963 nam de heer A. N. van Klaveren, welgemoed, zoals u op de foto ziet, afscheid van de Rotterdamse brouwerijgemeenschap. De heer Weeda had zijn toespraak doorspekt met verscheidene geestige woord- en toespelingen en in de boekhoudkundige sfeer met enkele statistische vergelijkingen, een woorden spel, waarnaar de aanwezigen, en niet in het minst de heer Van Klaveren, met bijzonder veel plezier luisterden. Tot slot sprak de heer Van Klaveren op de hem eigen wijze een stimulerend en inspirerend dankwoord tot jong en oud. Het derde afscheid op vrijdag 29 november 1963 was dat van de heer M. Visser, die wegens het bereiken van de pensioen gerechtigde leeftijd de Amsterdamse brouwerij ging verlaten. In 't Koelschip, dat bijna geheel bezet was, sprak de heer Goos de scheidende heer Visser toe. Hij bracht onder meer in herinnering, dat de heer Visser zijn 43 dienstjaren in één afdeling, de machinekamer, had doorgebracht en dat hij al deze jaren in continudienst had gewerkt. De heer Goos dankte de heer Visser namens de directie voor het vele werk, dat deze, steeds tot volle tevredenheid, voor de brouwerij had verricht. Ook de heer Van Essen sprak vele waarderende woorden. Hij stelde de heer Visser om diens goede eigenschappen als punctualiteit en behulpzaamheid tot een voorbeeld voor menigeen. Namens het gehele personeel overhandigde de heer Van Essen een envelop met inhoud, alsmede een kist sigaren uit naam van de collega's van de machinekamer. Bij monde van de heer Verver dankte de heer Visser voor de grote belangstelling, de cadeaus en de woorden, tot hem gesproken. Wij wensen de heer en mevrouw Visser nog vele jaren een welverdiende rust en een goede gezondheid toe. v. E. Het vierde afscheid die dag, dat van de heer J. de Wit, terreincontroleur van ons filiaal in Den Haag, vond 's avonds plaats. In het zaaltje van een van onze afnemers aan de Parallelweg had zich nagenoeg de gehele Haagse Heineken gemeenschap verzameld om de heer De Wit uit te luiden. Ook de Rotterdamse brouwerij was met enkele functionarissen vertegenwoordigd. De heer De Wit, die op een bijna 50-jarige diensttijd kan terugzien, werd toegesproken door de chef van het filiaal, de heer Gevers, die uiting gaf aan zijn waardering voor het vele, goede werk dat de heer De Wit in de loop der jaren in het belang van Heineken heeft verricht. Hoezeer de heer De Wit gezien was bij allen, met wie hij heeft samengewerkt, bleek wel uit het afscheidscadeau, een prachtige schommelfauteuil, een geschenk, waaraan ook enkele van onze Haagse afnemers hadden bijgedragen. Voor haar aandeel in de verdiensten van haar man mocht mevrouw De Wit een prachtige bak met planten in ontvangst nemen. De heer Ruivenkamp sprak, ook namens de heer Wanschers, woorden van waardering en dank voor de diensten, die de heer De Wit de brouwerij en in het bijzonder het filiaal heeft bewezen. Na het dankwoord van de heer De Wit bleef men onder een goed glas en een vrolijk dansje nog geruime tijd bijeen. Het vierde afscheid op die 29ste november van het vorige jaar vond 's avonds plaats. De Haagse Heineken gemeenschap gaf de heer J. de Wit een passend afscheidsgeschenk, een schommelfauteuil, die, zoals u op de foto kunt zien, direct werd ingewijd. 31

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1964 | | pagina 33