Bossche chauffeur
redt kind van
verdrinkingsdood
M. G. van Esch dappere redder.
De datum 6 februari 1964 zal chauf
feur M. G. van Esch (28 jaar), wo
nende te Vlijmen, niet licht vergeten!
Die donderdag, terugkerend uit Bre
da met wagen no. 838, zag de heer
Van Esch omstreeks half vijf in een
grote waterplas (een zg. wiel), waar
in een zeven meter brede sloot uit
mondt, een kind spartelen. Hij riep
zijn collega J. de Garde, die achter
het stuur zat, toe: „Stoppen!!" Ter
wijl de oplegger nog reed, sprong de
heer Van Esch er al uit, hij bedacht
zich geen moment en dook, geheel
gekleed, de sloot in, zwom die over
en holde naar het wiel, waarin een
kind de verdrinkingsdood nabij was.
De heer Van Esch sprong opnieuw
te water en zwem zc snel hij kon op
de drenkeling, die ongeveer tien me
ter uit de kant lag, toe. Het kind,
een vierjarig jongetje, was intussen
onder water verdwenen, maar het ge
lukte de moedige en doortastende
redder het knaapje te grijpen. Het be
wusteloze kind beven water houdend
zwom de heer Van Esch daarna zo
snel mogelijk naar de kant terug.
Intussen waren al verscheidene men
sen naar het wiel toegerend. Onder
hen bevond zich de moeder, die
begrijpelijkerwijs helemaal over
stuur was. Enkele omstanders pasten
direct kunstmatige ademhaling toe, en
met succes! De overgelukkige moeder
nam haar zoontje in haar armen en
holde er mee naar haar dichtbij ge
legen woning. De heer Van Esch, in
zijn drijfnatte kleren, liep met haar
mee. In het huis ontfermde een ijlings
gewaarschuwde dokter zich over het
kind, terwijl de dappere redder van
droge kleren werd voorzien. Collega
De Garde was inmiddels met de op
legger via een omweg bij het huis van
het geredde jongetje gearriveerd, waar
hij de heer Van Esch oppikte, waar
na het tweetal de tocht naar de brou
werij voortzette. Nadat de heer Van
Esch daar het voorval aan zijn chef
had gerapporteerd, werd hij met een
van de busjes van de brouwerij naar
huis gebracht.
Mijnheer Van Esch, hulde voor deze
moeilijke redding, die u zo snel heeft
verricht en waarmee u een mensen
leven heeft weten te behouden. vRh
bracht, is gelegen in het centrum van
de brouwerij. De „sociale afdelingen",
zoals kantine, kleed- en waslokalen en
de medische dienst zijn alle in één,
apart staand gebouw ondergebracht.
Ten slotte kunnen we nog vermelden,
dat het bedrijf een spoorwegaanslui
ting heeft, waarvan de rails tussen
de gebouwen doorlopen.
De brouwerij in Kaduna is ontwor
pen en gebouwd door het projecten
bureau van Heineken Technisch Be
heer in Rotterdam in samenwerking
met het bouwkundig ingenieursbureau
Dwars, Heederik en Verhey N.V. te
Amersfoort.
In de kantine is het goed toeven.
Laboratoriumcontrole, van grondstof tot eindprodukt.
„wassen" (reinigen met behulp van
koolzuur), carboniseren (verzadigen
met koolzuur) en lageren. Na het
lageren wordt het bier naar de filter
kelder gevoerd, waar een Niagara-
filterstation met een capaciteit van
200 hl per uur het bier filtreert. Van
daar gaat het naar de helderbier-
kelder, waar vijf tanks, drie met een
inhoud van 220 hl en twee met een
inhoud van 110 hl, staan opgesteld.
De bottelarij herbergt verder een Ei
vormige colonne met een capaciteit
per uur van 8.000 hele Bremers
(2/3 1). De flessenwasmachine heeft,
in verband met de soms zeer vuile
retourflessen, borstels voor het in- en
uitwendig reinigen van de flessen.
De machinekamer, waarin alle be
nodigde installaties zijn onderge
13