Het kerstmannetje vertelde hem
alles en Japie sprak blij: „Gaat U
maar in deze scheerstoel zitten,
hoogedele kerstman. Ik zal Uw kin
met mijn wondermiddel insmeren
en U zult zien, over twee dagen
heeft U een mooie baard!"
En wat Japie zei, gebeurde. Toen
het kerstmis was, kon het kerst
mannetje weer in de slee door de
stad rijden om overal zijn cadeau
tjes onder de kerstboom te leggen.
Hij had een mooie grijze baard.
Deze was wel wat korter nog dan
de vorige, maar dat was niet zo
erg.
En wat deed de kerstman toen hij
na het kerstfeest terugging naar
de Noordpool? Hij nam Japie de
Waard mee in zijn slee. En toen
ze in het land van de kaalkindwer-
gen kwamen, liet hij bekend maken
dat hij niet boos op ze was en dat
hij ze nu allemaal een mooie baard
zou geven. Eén voor één kwamen
de dwergen bij Japie en die smeer
de hun kinnetjes in met zijn won-
dermiddeltje. En ja hoor, een paar
dagen later hadden al de kaalkin-
dwergen een mooie lange baard.
Ze zagen er nu precies eender uit
als gewone kabouters en ze be
loofden het kerstmannetje plechtig
dat ze voortaan alleen nog maar
goede daden zouden doen en de
mensen zouden helpen.
De kerstman gaf Japie de Waard
als beloning een beurs vol echte
goudstukken. En toen Japie terug
was in Wubbeldam, kreeg hij het
plotseling erg druk. Alle mannen
die gehoord hadden hoe hij de
kerstman geholpen had, wilden nu
ook graag een baard hebben. Het
werd in Wubbeldam mode om een
baard te dragen. En Japie de
Waard was de gelukkigste kapper
van de wereld.
JIM KEULEMANS
39