RIJDT U MET ONS DE ELF
De heer Jeen van den Berg
tijdens zijn causerie in de Am
sterdamse kantine. Hij vertelde
op boeiende wijze over zijn
ervaringen (zie de foto op de
pagina hiernaast) als wedstrijd
rijder in de laatste Elfsteden
tocht.
L. HOF
en
A. KOORNSTRA:
VRIJDAGAVOND 15 november jl. was de Nederlandse Vereniging
tot het Bevorderen van het Hardrijden op de Schaats (N.V.B.H.S.)
te gast in de kantine van onze Amsterdamse brouwerij, waar zij voor
haar leden een filmavond had georganiseerd. Op deze avond trad
als spreker op de bekende schaatscrack Jeen van den Berg, die op boeiende
wijze vertelde over zijn persoonlijke ervaringen als wedstrijdrijder tijdens
de laatste Elfstedentocht in januari van dit jaar. Onder zijn gehoor
bevonden zich ook enkele van onze Amsterdamse personeelsleden, die met
meer dan gewone belangstelling naar de causerie van de heer Van den Berg
hebben geluisterd. Het waren de heren L. Hof en A. Koornstra, die
samen met nog enkele Amsterdamse Heineken mensen deze laatste, barre
schaatsmarathon hebben meegemaakt. (De heer Hof heeft reeds enige malen
aan de Elfstedentocht deelgenomen, namelijk op 30 januari 1940, op
3 februari 1954 en op 14 februari 1956. Voor de heer Koornstra was het
de eerste maal dat hij voor deze tocht de stoute schaatsschoenen aantrok.)
Beiden zijn zij onderweg, gedwongen door de omstandigheden, van het
ijs gestapt. Door de weersomstandigheden en vooral door het abominabel
slechte ijs, hadden zij zo'n achterstand op het tijdschema opgelopen, dat
zij onmogelijk binnen de gestelde tijd de finish in Leeuwarden hadden
kunnen bereiken.
Op verzoek van de redactie hebben beide heren enkele van hun indrukken
rond deze schaatsmarathon weergegeven. Beide schrijvers beginnen met de
vraag: Waarom neemt iemand deel aan de ElfstedentochtDe heer Hof
vervolgt dan met enkele wijze raadgevingen aan hen, die in de toekomst
de tocht zouden willen maken (wij weten, dat ook enkele Rotterdamse
personeelsleden van plan zijn de eerstvolgende Elfstedentocht te gaan
rijden), terwijl de heer Koornstra op pakkende wijze zijn belevenissen
tijdens de afgelopen tocht heeft neergeschreven. Een gedeelte van de
illustraties is uit de verzameling foto's, die de heer Koornstra heeft aan
gelegd. Het onderwerp „Elfstedentocht" heeft hem namelijk zo te pakken
gekregen, dat hij er een hobby van heeft gemaakt om zo veel mogelijk
gegevens over dit unieke schaatsevenement te verzamelen. Een bijzondere
hobby wellicht, maar aan de andere kant een liefhebberij, die binnen de
grenzen van het normale blijft en die niet, zoals een kranteartikel van
enige tijd geleden het deed voorkomen, tot een soort absurde verzamel
woede is uitgegroeid.
Het is met enige aarzeling, dat ik
voor Vers van 't Vat iets over de
Elfstedentochten ga schrijven. Ik heb
mij namelijk afgevraagd, of er bij de
lezers voldoende weerklank zou zijn
voor dit grote, maar toch ook wel
eigenaardige schaatsevenement. Zo
vaak heb ik al gehoord: Waarom doe
je zo iets? Dit heeft toch niets meer
met sport te maken: 200 kilometer op
één dag en vaak onder zeer slechte
weersomstandigheden. De drijfveren
zijn eerlijk gezegd niet zo gemakkelijk
aan te wijzen. Een zekere mate van
prat-gaan-op-de-prestatie speelt na
tuurlijk een rol, mogelijk ook een soort
geldingsdrang en soms misschien enig
snobisme. Deze gevoelens zouden
echter met het volbrengen van één
tocht voor een groot deel bevredigd
kunnen zijn. Waarom dan steeds weer
mee te doen aan een dergelijke
schaatsmarathon? Voor mij is het ant
woord even kort als simpel: Ik zou
me doodongelukkig voelen, als ik er
niet bij zou zijn. Iedereen heeft zo
zijn eigenaardigheden en ik beleef
altijd veel vreugde aan „de lange af
stand", of het nu wandelen, fietsen,
zwemmen of schaatsen betreft. Van
een Elfstedentocht gaat bovendien
nog een aparte bekoring uit vanwege
de hele sfeer, die er omheen hangt,
iets dergelijks als we ook bij de Vier
daagse kennen. Met de Elfstedentocht
is het zo: je gaat er heen en alles loopt
op rolletjes! Huisvesting is nooit een
probleem, in Leeuwarden verdringt
men elkaar om een of meer rijders in
huis te nemen. Tijdens de tocht staat
langs de gehele route alles in het
teken van dit schaatsevenement-zon-
der-weerga. Het verkeer is onderge
schikt gemaakt aan de tocht en overal
is men even hartelijk en behulpzaam.
Bedrijven en scholen geven vrijaf en
langs de route staan op vele plaatsen
tentjes, waar de rijders gratis con
sumpties, versnaperingen en dergelijke
kunnen krijgen.
Is dan alles „koek en ei" zult u zeg
gen? Nee, dat is het niet, er moet ook
nog zo'n tweehonderd kilometer wor
den geschaatst en dit is het punt,
waarover ik bijzonder graag eens mijn
mening zou willen geven. Het is mij
namelijk gebleken, dat men de laatste
30