dat zij het komende voorjaar naar waarde weten te
schatten.
Verder is Noord-Afrika het land van de „Verkleur-
mannetjes". De kameleons, die wij gehad hebben va
rieerden in kleur van zeer donker (tot bijna zwart),
als ze erg verontrust waren, via allerlei schakeringen
en patronen naar groen tot zeer licht groen bij het
gele af.
Ook hebben wij in Freetown nog een „two spotted
palm civetkat" gehad. Deze kat is, zolang hij klein
is, een zeer elegant dier, buitengewoon handig en
een koningspython(foto: Artis)
volkomen thuis in bomen. Dit katje hebben we ge
kregen toen het nog erg jong was en om het te
voeden gebruikten wij bij wijze van speen een drup
pelaar uit een vitamineflesje. Als slaapplaats ver
koos hij direct de blauwe plastic pot van de kin
deren. Deze pot stond beneden in de wc. Toen op
een avond een van de dames haar neus ging poede
ren, kwam zij direct weer terug en fluisterde mij in
het oor: „Er zit een boskat in de wc!" Dit was
uiteraard bekend en ik stelde haar gerust: „Bij ons
zit altijd een boskat in de wc." Toen onze gast
echter niet te overtuigen was, dat dit heel normaal
was, ben ik gaan kijken. Tot mijn grote schrik zag
ik toen dat het arme dier in de verkeerde pot was
gegaan! Hij lag namelijk hevig spartelend met zijn
kleine snoetje juist boven het water in die grote,
witte geglazuurde!
Verder hadden wij enige tijd een python regia (on
geveer 1 meter lang) te gast. Deze python wordt
door emirs en stamhoofden vaak als huisdier ge
houden en hij is volkomen ongevaarlijk, zolang hij
een welgevulde maag heeft. Deze slang rolt zich op
in een soort Gordiaanse knoop en als we hem dan
naast de asbak op het tafelkleed, dat bijna dezelfde
tekening had als de python, neerlegden, waren de
reacties van onze gasten, als ze hem plotseling zagen
bewegen, de moeite waard!
een rotspython(foto: Artis)
Met de schubdieren (miereneters) hebben wij weinig
succes gehad; ze aten uitsluitend mieren en het is
ons niet gelukt ze op ander voedsel te doen over
gaan.
Juist voordat wij Freetown verlieten, was.de heer
Reus van de N.K.F. zo vriendelijk nog een doosje
(nou ja, doosje) met wat dieren mee te nemen. Zijn
gezicht betrok echter wel enigszins toen het pakket,
dat een rotspython, een koningspython, drie grond
eekhoorns, vier schildpakken, vier landkrabben en
nog wat ander klein grut bevatte, tien kilo woog!
Maar, het ging en een week later schreef hij onder
andere: Luchtvaartmaatschappijen en douanebeamb
ten werd de mond gesnoerd met mijn antwoord
„Dan laat ik ze maar staan!" Dan kregen zij iets
angstigs in hun ogen en smeekten mij de kist mee te
nemen. In Engeland sliep ik met „ze" op de kamer.
Wist toen dat er nog goed leven in zat!
Toen kwam voor ons het ogenblik dat wij moesten
gaan pakken. Bambi en Snuf-snuf gingen ieder in
een krat, de rest van onze eigendommen pakten we in
kisten en koffers en zo vertrokken we met de „Ivoor
kust" naar Lagos en vandaar per trein naar mijn
nieuwe standplaats Kaduna. Over onze belevenissen
daar schrijf ik misschien later eens.
on een nijlwaraan. (foto: Artis)