De afdaling van de Gotthard door het „Dal der Siddering" kenmerkt zich door bijzonder veel haarspeldbochten. merkwaardige manier genomen heb ben, namelijk achter een vrachtwagen, waarvan de chauffeur zo vriendelijk was om ons in het noodweer, dat er die dag woedde, naar boven te trek ken. Omdat we niet met deze harde wind en regen durven dalen, over nachten we op de top in een hut met stro. Als we de volgende morgen wakker worden, vriest het vier gra den en er ligt een behoorlijke laag Gedeelte van de Dom in Como. sneeuw. Later zullen we vernemen, dat we de koudste augustusnacht sinds jaren hebben meegemaakt. Nadat we een maximum aan warme kleding hebben aangetrokken, dalen we over zestien kilometer via de „Val Tremola", 'het „Dal der Siddering" met zijn ontelbaar vele serpentines naar het op 1170 meter gelegen Airoio. Vervolgens steeds verder dalend bereiken we, via Biasca en stappen we weer op en nemen dan de laatste 130 meter stijging naar de top. We vorderen slechts langzaam, daar het wegdek hier bijzonder slecht is: los grind en veel kuilen. Maar toch staan we een half uur later op de pashoogte, waarmee we onze hoogste pas 2431 meter hebben bereikt. Voordat we aan de afdaling van 13 kilometer beginnen, trekken we onze truien aan en doen onze sjaals om, daar we het anders bij de hoge snel heid te koud zouden krijgen. De eerste kilometers gaan niet al te best, want evenals aan de andere kant zit de weg hier vol kuilen en uit vrees dat mijn voorvork zal breken, laat ik de remmen bijna niet los; trouwens, zodra ik boven de 25 km per uur kom, schud ik bijna uit het zadel. Ineens wordt het wegdek beter en dan laten we de remmen schieten. Spoedig zitten we in een file auto's, die we in de hairpins proberen te passeren, omdat wij daar veel sneller weg kunnen komen. De file is echter zo lang, dat we even de berm inrijden Ascona, aan het Lago Maggiore. omgeving. Vanuit Hospental beklimmen we de volgende dag de Gotthardpas (2109 m), die we op een wel heel en daar een paar minuten wachten, totdat we over een flinke afstand geen auto's meer voor ons zien. We zetten ons af en dan gaat het pijlsnel naar beneden. Met 30 tot 40 km per uur schieten we door de haarspeld bochten, die hier een bijzonder goede ligging hebben en dan krijgen we een recht stuk van ongeveer anderhalve kilometer, dat naar het dorpje Realp (1544 m) leidt. We laten nu de rem men helemaal los en meten hier de ongelofelijke snelheid van 75 tot 80 km per uur. Met een enorme vaart schieten we door het gelukkig nogal rustige dorpje heen en dan is het nog slechts enkele kilometers naar Hos pental (1484 m), waar we zullen overnachten, 's Avonds brengen we, uiteraard per fiets, nog een bezoek aan het even verderop gelegen Ander- matt, hèt toeristencentrum van deze

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1963 | | pagina 20