de fietstassen achterop en verlaten dan Luzern, na een laatste 'blik op de Kapellbrücke en op de haven met zijn witte rondvaartboten te hebben ge worpen. We rijden nu langs het meer en komen dan in Küssnacht, waar de Astridkapelle, opgericht ter nagedach tenis van de aldaar verongelukte Bel gische koningin, nog altijd erg veel toeristen trekt. We slaan rechtsaf, richting Weggis, en blijven dus langs het Vierwoudstedenmeer rijden. De weg gaat op en neer, nu eens bevinden we ons zestig meter boven het meer en dan weer rijden we vrijwel op dezelfde hoogte als het wateropper vlak. We passerenVitznau, Gersau en Brunnen en dan gaat de weg, die hier Axenstrasse heet, in zuidelijke richting verder, terwijl we nu tamelijk ver beneden ons het Urnermeer zien lig gen. Bij Flüelen houdt het meer op en dan is het nog slechts enkele kilo meters naar Altdorf, waar we even het monument van Wilhelm Teil be wonderen. Na Altdorf, dat op 462 m ligt, beginnen we langzamerhand te klimmen, eerst nog een tamelijk vlak gedeelte tot Erstfeld en dan „geht's los", via Amsteg (522 m) naar Was- Altdorf, het Wilhelm Teil-monument. sen (930 m). Hoewel we eerst het plan hadden om tot Amsteg te rijden en daar in de buurt te overnachten, besluiten we, omdat het nog zo vroeg in de middag is, door te gaan naar Göschenen om zodoende morgen, wanneer we over de Sustenpas willen trekken, een betere aanloop te hebben. Even voor Wassen zien we de keer- tunnels van de Gotthardspoorlijn naar Göschenen, waarbij we een trein eerst heel hoog boven ons in een tunnel zien verdwijnen, dan tientallen meters lager te voorschijn zien komen en vervolgens, na een tweede keertunnel, op gelijk niveau met ons zien ver schijnen. We krijgen het van al dat klimmen knap warm, temeer daar het een stralende dag is met veel zon en Gezicht op het Urnermeer. we zijn blij als we in Wassen arriveren. Nu nog 5 km naar Göschenen, waar bij we echter nog een hoogteverschil van 200 meter moeten overwinnen. Maar ook dit wordt geklaard, al voelen we onze benen wel, waarschijn lijk omdat we eerst weer even aan het klimmen moeten wennen. Tegen half zes zijn we in Göschenen (1129 m) en zoeken daar de jeugdherberg op. Beneden ons zien we de ingang van de Gotthardtunnel naar Airoio en van het station vertrekt juist een auto trein naar de Italiaanse kant van de Alpen. De trein is volgeladen met toeristen en vakantiegangers, die het zich laten vervoeren door de 15 km lange tunnel verkiezen boven het nemen van de pas. De eerste etappe over een afstand van 85 km hebben we achter de rug. Maandag 12 augustus 1963 Wanneer ik 's morgens gewekt wordt door het lawaai van de vele vracht auto's, die in alle vroegte de Gotthard- pas al genomen hebben, zie ik tot mijn teleurstelling dat er een miezerig regentje neervalt, terwijl de lucht vol zit met dikke, grauwe wolken. Dit is voor ons een reden om, als we uit Göschenen vertrekken, onze plastic jassen aan te trekken, zodat we ten- Op weg naar de Grimselpas: mist en een smalle, natte weg. 15

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1963 | | pagina 17