-yy«rSty"SWl'l.
Een snocat op rupsbanden wordt ontscheept in Antarctica.
een voor hem nieuwe, Duitse radio-apparatuur: „Een
zender is een zender, en een ontvanger een ontvanger..."
Onder de negen Belgische overwinteraars is expeditie
leider Cabes, 56 jaar oud, hoofdingenieur bij Bell Tele
phone, vader van twee kinderen. Hij is een veteraan van
de Belgische Zuidpool-expeditie in 1958, waarbij o.m.
het drieduizend meter hoge Belgica-gebergte werd ont
dekt.
Behalve de overwinteraars zijn aan boord van de „Magga
Dan" nog vier helpers voor het opbouwen van de basis,
en de Belgische hoogleraar prof. Pigiotto, die een kort
wetenschappelijk programma zal afwerken en dan met
het schip mee teruggaat.
De gecharterde ijsbreker heeft zijn Antarctische sporen
al verdiend: het was de „Magga Dan" die destijds Fuchs
en Hillary wegbracht voor hun vermaarde tocht dwars
over het Zuidpoolcontinent. Het schip zit nu boordevol
voorraden, want niet alleen moet men alles aan boord
hebben voor de overwintering van de veertien mannen,
men moet ook gedekt zijn tegen het risico van een
onvrijwillige overwintering van het schip en zijn be
manning zelf. Mocht de „Magga Dan" vastraken in het
ijs, dan bestaat de kans dat men daar een jaar lang vast
zit, en voor heel die tijd moet voor alle opvarenden
leeftocht en kleding aan boord zijn.
Vierduizend kilometer is de zeereis van Kaapstad naar
Antarctica. De „Magga Dan" zal daar tien tot twintig
dagen voor nodig hebben. Het schip zal zijn weg moeten
zoeken tussen ijsbergen, die honderden meters hoog en
kilometers lang kunnen zijn. Het zal soms dagenlang
moeten wachten op een doorvaart door velden van
zwaar pakijs. En men moet nauwkeurig koers houden,
want de steile Antarctische kust heeft maar één of twee
bruikbare landingsplaatsen op een afstand van zo'n
duizend kilometer. Havens zijn er niet aan de Zuidpool.
De „Magga Dan" zal meren aan de massieve ijsgordel
voor de kust. De landingsplaats ligt pal bezuiden Kaap
stad, aan de Prinses Ragnhild Kust, in de streek die
Koningin Maud Land is gedoopt. Dit is dezelfde plek
waar de Belgische expeditie van '58 heeft overwinterd.
De vroegere Koning-Boudewijnbasis ligt er nog, maar
die is bedolven onder een sneeuwlaag van acht meter dik.
„Dat betekent een druk van 2,5 ton per vierkante
meter!" zegt expeditieleider Cabes. „De gebouwtjes
moeten zijn verwrongen en volkomen onbruikbaar ge
worden. Wel zullen we proberen de voedselvoorraden
die er nog liggen, uit te graven. Die moeten nog uitste
kend eetbaar zijn, want de Zuidpool is als het ware één
enorme diepvrieskast."
Luchtfoto's hebben aangetoond, dat een tien meter hoge
koepel, bestemd voor wetenschappelijke waarnemingen,
er betrekkelijk goed is afgekomen. Men hoopt die ook
nu voor het onderzoek te kunnen gebruiken.
De nieuwe basis komt vlakbij het oude kampement te
liggen. Eigenlijk is dat nog niet eens op het vasteland,
maar op de driehonderd meter dikke ijskorst voor de
kust. Toch zal het nog bijna twintig kilometer verwijderd
zijn van'de landingsplaats van de „Magga Dan". Om
de bouwmaterialen en voorraden van het schip naar hun
bestemming te brengen, zullen de rupsvoertuigen van de
expeditie in totaal meer dan vijfduizend kilometer
moeten afleggen. Die rupsvoertuigen zijn Amerikaanse
„snocats" en „muskegs", speciaal ontwikkeld voor de
poolstreken.
De overwinteringsbasis moet in een dag of tien in elkaar
worden gezet, uit geprefabriceerde elementen. Door een
nieuw type fundering hoopt men te bereiken, dat deze
basis het meerdere seizoenen uit zal houden, in tegen
stelling tot de vorige. Het complex zal een hut bevatten
voor elk expeditielid, een gemeenschappelijke woon
kamer, ruimten voor wetenschappelijk werk, en uiter
aard sanitair en keukens. Een dikke sneeuwlaag zal
weldra dat alles afdekken, maar verbindingsgangen
zorgen ervoor, dat men door het hele complex kan gaan
zonder de neus buiten de deur te steken.
Het barre Antarctica is het laatst ontdekte gebied op
aarde. Pas in 1820 werd het voor het eerst door een
mens waargenomen. Een jaar later zette de robbenjager
John Davis er als eerste voet aan wal. En het werd 1911
voordat Amundsen de Geografische Zuidpool bereikte,
juist vóór de rampzalig omgekomen Scott.
Andere polaire gebieden, zoals het noorden van Canada,
hebben altijd nog een rijkdom aan planten en dieren.
Antarctica heeft alleen aan de kust hier en daar open
plekken, begroeid met zwart of roestbruin korstmos.
Er zijn walvissen, zeerobben, pinguins, een paar soorten
zeevogels. Maar verder het binnenland in leeft plant
Vanuit de basis worden kleine tochten gemaakt om de omgeving in
kaart te brengen.
10