Herinnering
HEINEKEN'S BIERLIED
De heer B. van Lier van de afdeling
huisverbruik, die op 1 oktober jl. van
Amsterdam naar Rotterdam werd
overgeplaatst, schreef onderstaand ge
dicht, „Een afscheid van Amsterdam",
dat hij opdroeg aan de afdeling huis-
verbruik van onze hoofdstedelijke
brouwerij.
GIJSBRECHT VAN HEINEKEN
O, Amsterdamse Brouwerij
Vol van herinneringen
Het doet mij leed dat ik voor U
Mijn zwanenzang moet zingen.
Waar werd oprechter trouw
Ter wereld ooit gevonden
Dan tussen mij en jou
Door Heineken verhonden.
Op last van Hogerhand
Hebt Gij mij nu verstoten,
't Besluit heeft mij wel zeer,
Misschien ook U verdroten.
't Was niet zo lang dat ik,
Voor U heb mogen werken,
U hebt het nauwelijks in,
Uw omzet kunnen merken.
En in verband hiermee wil ik,
Om Uw clementie pleiten
Voor U heb ik gewoekerd met,
Mijn beperkte Capaciteiten.
Partir c'est mourir un peu
Na mijn volhardend zwoegen
Zal ik U missen Amsterdam,
Het meeste wel Uw kroegen.
Terug naar mijn Geboortestad,
Doch het kan mij niet bekoren,
Ik had de indruk ik was hier,
Zo echt erbij gaan horen.
Ach, het is heus niet mijn persoon,
Doch meer een aantal kisten,
Dat Amsterdam en Rotterdam.
Elkander nu betwisten.
En dit moet mij wel van het hart,
Al klinkt het wat benepen,
Ik was, zo heeft men mij verteld,
Bij d' koopprijs inbegrepen.
Eén vreugde slechts, is mij vergund,
Bij deze droeve scheiding,
Ik laat mijn makkers achter,
Onder zeer bekwame leiding,
Van verkoopleidersdie als steeds,
Uw dorst naar wijsheid lessen,
Maar weest U immer bij de tijd,
Zodat zij U niet flessen.
Ik hoop dat ik zowel als U,
De tranen kan bedwingen,
En wij vandaag nog heel veel keer
Ons lijf lied zullen zingen.
En heeft U de behoefte om,
Mij in mijn lot te troosten
Dan kan dat slechts op één manier,
Door veel met mij te proosten.
Zodat deez5 dag behalve smart,
Toch ook wat vreugd mag schenken,
Waarin wij in de toekomst nog,
Met n glimlach kunnen denken.
Want ook al ga ik hier vandaan,
Mijn smerte wordt gelenigd,
Door d'wetenschap, wij blijven toch
In Heineken verenigd.
Daarom hoog het glas,
En laat U zich,
Door mij van harte groeten,
Dat wij elkaar nog menig keer,
Bij Heineken ontmoeten.
Komt U gerust wat later thuis,
Voor deze ene keer,
Vaarwel mijn Amsterdam,
Verwacht van mij niet meer.
Van een der deelnemers aan het
onlangs te Wageningen gehouden
Gerstsymposium, de heer J. C. Lau-
werijssens, ontvingen wij onderstaand
gedicht, een herinnering aan de
excursie, die het gezelschap op onze
brouwerij in Den Bosch maakte.
Dit werk vond wel zijn hoogtepunt
Toen men een soort excursie maakte
En in Den Bosch bij HEINEKEN
Het heerlijk gerstebrouwsel smaakte.
Geleerden kwamen hier bijeen,
Van Zuid en West, van Noord en Oost,
Zij spraken elk hun eigen taal,
Maar.... ieder kende het woordje
PROOST
De gastheer die was zeer royaal
En liet zijn kost'lijk brouwsel stromen.
Door Knut en Heinz en John en Teun
Werden wat fotootjes genomen.
Van één is hier het resultaat,
Bekijk het rustig, nu en morgen.
Het fiere beest wat men hier ziet
Zal straks weer voor ons bokbier
zorgen....
De zeergeleerde drinker op de foto is dr. ir.
G. Dantuma, die deel uitmaakte van het gezel
schap dat onze Bossche brouwerij bezocht. De
foto werd gemaakt door de heer T. Vierbergen.
En... wie 't Heineken's-brouwsel eens
genoot
Per fust, per fles, per glas of slok,
Behoort eeuwig tot de vriendenkring
Van deze goud-gekleurde bok.
Eén van 't gezelschap gerstgeleerden,
Afkomstig uit ons eigen land,
Staat net zo fier als bok himself
Met een glas „HEERLIJKS" in zijn hand.
Zo ziet men een zeergeleerde drinker
En men ziet die fiere bok hier staan,
Maar. men ziet ook. en.
't kan niet anders.
HEINEKEN staat bovenaan
P.S.
Misschien denkt men: die zeergeleerde,
Die heeft al menig glaasje op.
Best mogelijk, maar het vreemde is:
„HEINEKEN STAAT OP
ZIJN KOP"
Ter hernieuwde kennismaking bieden wij onze lezers op de volgende pagina's
een afdruk aan van het Heineken's Bierlied, een ode aan ons produkt, die
ongeveer tien jaar geleden het licht zag. Het Heineken's Bierlied dankt zijn
ontstaan mede aan een opmerking, die onze directeur, de heer R. M. E. Vester-
gaard, terloops maakte in een gesprek dat hij destijds had met de Rotterdamse
auteur/regisseur Lou de Groot. Deze opmerking, alsmede het feit dat er in
ons land eigenlijk geen of weinig bierliederen bestonden, waren voor de heer
De Groot aanleiding een dergelijk lied, dat hij Heineken's Bierlied doopte,
te schrijven. Aan de componist Louis Noiret werd verzocht de muziek voor
dit lied te schrijven. Nadat hij deze in Amsterdam voor de directie had voor
gespeeld, werd de beslissing genomen, dat van het lied een grammofoonplaat
zou worden vervaardigd met zang van Louis Noiret en het Brouwerskoor van
Heineken Amsterdam.
Geleerden uit zo menig land
Kwamen bijeen te Wageningen
Om samen elk naar eigen trant
Om 't meest de gerstlof te bezingen
9