Enkele aspecten van de nieuwe kinderbijslagregeling
SOCIALE NOTITIES
De kinderbijslagregeling is in ons land vastgelegd
in 3 wetten:
a. de algemene kinderbijslagwet
b. de kinderbijslagwet voor loontrekkenden
c. de kinderbijslagwet voor kleine zelfstandigen
Deze wetten gelden vanaf 1 januari 1963 en rege
len, zoals uit de naam al duidelijk naar voren komt,
ieder een geheel afzonderlijk terrein.
Het oorspronkelijke plan van de minister voor
sociale zaken en volksgezondheid alles in één wet
samen te vatten, moest geheel worden gewijzigd
en leverde als resultaat niet één maar drie proble
men op voor het personeel van de loonadmini
straties.
De minister had echter nog meer in het vat zitten
en enige weken voor het einde van 1962 deelde
zijne excellentie mede, dat de uitvoering van deze
wetten vanaf 1 januari 1963 in handen zou worden
gelegd van de raden van arbeid.
Voor de raden van arbeid kwam deze mededeling
eveneens als een volslagen verrassing, die duidelijk
naar voren kwam in het feit, dat er geen ambte
naren waren voor de uitvoering en geen formulieren
voor het regelen der uitbetalingen.
Het tekort aan deskundige beambten werd opgelost,
doordat de raden van arbeid het personeel van de
bedrijfsverenigingen, die vroeger met de uitvoering
der kinderbijslag belast waren, overnamen.
Eerst moesten echter de afrekeningen en de pro
blemen van de oude wet door het personeel der
bedrijfsverenigingen worden afgewerkt en pas daar
na konden zij overgaan in rijksdienst.
Het waren voor onze loonadministrateurs spannen
de dagen, die nog „verzwaard" werden met de
perikelen rond de nieuwe C.A.O. De race met de
tijd kon echter worden gewonnen, dank zij de
nauwe samenwerking tussen de raden van arbeid
en de uitvoerende instanties van Heineken.
Basis voor deze samenwerking is het administratie-
besluit der kinderbijslagwet, waarin het „zelfdoen"
van de werkgever van deze omvangrijke admini
stratie is geregeld.
Het bijhouden van de kinderbijslag-administratie
door de werkgever geeft voor de kinderbijslag
gerechtigden belangrijke voordelen, zoals bijvoor
beeld:
snelle uitbetaling aan het begin van een nieuw
kwartaal, over het daaraan voorafgaande;
deskundige voorlichting bij bepaalde problemen.
Het is dan ook niet te verwonderen, dat ook
Heineken al sedert enige jaren als „zelfdoener"
voor de uitvoering van deze wetten optreedt en
dat deze situatie voorlopig nog wel geen wijziging
zal ondergaan.
Wat wordt er nu in deze wetten geregeld?
De algemene kinderbijslagwet
In deze wet is vastgelegd een algemene, de gehele
bevolking omvattende, verplichte kinderbijslagver
zekering.
De onder deze regeling vallende verzekerde dat
is in hoofdzaak iedere ingezetene heeft onder
de daarvoor gestelde voorwaarden aanspraak op
kinderbijslag van het derde kind af. In deze wet
wordt dus geen onderscheid gemaakt tussen loon
trekkende en niet-loontrekkende.
De kinderbijslagwet voor loontrekkenden
Aangezien in de algemene kinderbijslagwet slechts
aanspraak op kinderbijslag kan worden gemaakt
van het derde kind af, zou dit betekenen, dat,
wanneer er althans geen bijzondere maatregelen
zouden zijn genomen, de meeste werknemers na
1 januari 1963 minder kinderbijslag dan bij de
oude wet zouden ontvangen.
Ten einde dit te voorkomen is de oude kinder
bijslagwet vervangen door de kinderbijslagwet voor
loontrekkenden.
Een afzonderlijke wet dus, alleen geldend voor
werknemers als kinderbijslagvoorziening voor eerste
en tweede kinderen.
De kinderbijslagwet voor kleine zelfstandigen
Deze wet voor kleine zelfstandigen regelt het recht
op kinderbijslag voor eerste en tweede kinderen
voor niet-loontrekkenden beneden een inkomens
grens van 4000,per kalenderjaar.
Als werknemers kunnen wij deze wet vergeten,
ze is alleen maar van belang voor een algemeen
overzicht.
Voor welke kinderen bestaat recht op kinderbij slag?
De werknemer, die hier in Nederland zijn woon
plaats heeft, heeft recht op kinderbijslag voor zijn
eigen en aangehuwde kinderen en pleegkinderen,
die:
6