onze jUBiLaRissen 40-JARIG JUBILEUM H. FEUTH De heer H. Feuth, die op 9 juli jl. veertig jaar in dienst van Heineken (Rotterdam) was, is een van de wei nigen, die hun werkzaamheden ge durende al die jaren in dezelfde afdeling hebben verricht. In 1923 als timmerman in onze dienst gekomen, is onze jubilaris, met uitzondering van een korte periode na zijn in diensttreding, veertig jaar in wat wij nu de bouwkundige werkplaats noe men werkzaam geweest. Overigens was hij al op zeer jeugdige leeftijd „thuis" op de brouwerij. Als jongen vergezelde hij vaak zijn vader, die 41 jaar bij Heineken in dienst was. Tijdens de ontvangst bij de bedrijfs leiding vernamen wij deze en andere bijzonderheden uit de mond van de jubilaris, die onder meer vertelde er een positieve levensinstelling op na te houden, getuige zijn lijfspreuk „Elke dag een feestdag!" De be drijfsleider, ir. Wanschers, bracht de jubilaris namens de directie dank voor al hetgeen hij in de afgelopen veertig jaar voor de brouwerij had verricht en speldde hem het bij dit jubileum behorende embleem op. Daarna begaf men zich naar kantine Hollandia, waar de jubilaris tot zijn verrassing zijn lijfspreuk, keurig op een bordje geschilderd, op zijn tafel vond. Vele collega's, vrienden en be kenden waren naar Hollandia geko men om de heer Feuth hun geluk wensen aan te bieden. Namens het jubileumfonds sprak de heer Lussen- burg enkele toepasselijke woorden, die hij vergezeld deed gaan van een cadeau onder couvert, terwijl me vrouw Feuth verrast werd met een prachtig bloemstuk. 40-JARIG JUBILEUM P. J. VAN DE BOS en C. KEYZER De heer H. Feuth van de bouwkundige werk plaats in Rotterdam was op 9 juli jl. veertig jaar in onze dienst. De heer Kort, die in het bijzonder namens zijn vakorganisatie sprak, bood de jubilaris een taart aan als dank voor het vele werk dat hij in het belang van deze organisatie in de loop der jaren had verricht. Het laatste (uitgebreide) woord was aan de jubilaris, die zijn hartelijke dank betuigde voor hetgeen hem en zijn vrouw op deze dag ten deel was gevallen. Op 10 juli jl. herdacht de heer P. J. van de Bos, hier bezig met het .uitlichten" van ge reinigde fusten, zijn 40-jarig dienstverband bij de brouwerij in Rotterdam. De volgende dag, 10 juli jl., mochten wij twee jubilarissen begroeten, de heren P. J. van de Bos en C. Keyzer, die op dezelfde dag hun 40-jarig dienstverband bij Heineken, Rotter dam, herdachten. De heer Van de Bos heeft in die jaren achtereenvolgens de kuiperij, boenplaats en pekkerij doorlopen om in 1937 weer op de boenplaats terug keren, waar hij tot op heden werk zaam is. Zijn taak omvat onder meel de inspectie van de gereinigde fusten. De heer Keyzer was zeventien jaar op de boenplaats en twintig jaar in de bottelarij werkzaam. In 1960 ging hij over naar de garagewerkplaats, waar hij met het onderhoud (schoon maken en dergelijke) van het wagen park belast is. Tijdens de ontvangst bij de bedrijfs leiding bracht de heer Wanschers beide jubilarissen namens de directie dank voor de vele goede diensten de brouwerij bewezen. Daarna begaven de jubilarissen zich naar kantine Hol landia waar de viering van hun jubi leum werd voortgezet. De heer Van de Bos ontving aller eerst uit handen van de heer S. Wijn- veldt een geschenk onder couvert, namens bazen en collega's. Vervol gens bracht de heer Oosterbroek de jubilaris, die reeds elf jaar deel uit maakt van de feestcommissie, dank voor het vele, goede werk door hem in deze functie verricht. Mede na mens de andere (vier) leden van deze commissie overhandigde de heer Oos terbroek een geschenk als stoffelijk blijk van waardering. Als vertegenwoordiger van de vak organisatie waarvan de heer Van de Bos lid is, bood de heer Miedema een taart aan, welk gebaar nagevolgd werd door de heer Van Roon, die als voorzitter van het Mannenkoor sprak. Ook de heer Keyzer mocht vele ge lukwensen in ontvangst nemen, even als een bijzonder fraai cadeau, een Ook de heer C. Keyzer, werkzaam in de garagewerkplaats te Rotterdam, vierde op 10 juli jl. zijn 40-jarig jubileum.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1963 | | pagina 12