HUli- BLML Lang leve de Heineken Hoek! \\m is Het „gaan we of gaan we niet" mag dan voor de echte, onvervalste kam- peerders-van-het-eerste-uur geen en kel probleem opleveren, voor de sa- lonkampeerders-van-na-de-oorlog zijn er wel degelijk factoren die het „gaan of niet gaan" beïnvloeden zoals: het weer, het comfort in de camping, de te rijden afstand, enz. enz. Omdat wij nog maar kampeerders van de laatste paar jaar en dus zeker niet „van het eerste uur" zijn, ver langen wij van een camping: 1dat er veel en voortdurend zon schijnt; 2. dat er schaduw is; 3. dat onze tent uit de wind kan staan (tegen de kou); 4. dat wij wat wind kunnen van gen (tegen de warmte); 5. dat er bos, hei, gras en zand is; 6. dat er zwemwater is; 7. dat er schone W.C.'s zijn; 8. dat er aansluiting voor licht is; 9. dat er alles mag, en 10. dat er Heineken te koop is. Een camping waar al deze eisen inge willigd worden is in Nederland met een lantaarntje te zoeken en wij heb ben daarom onze kampeerervaringen tot voor kort uitsluitend aan de Mid dellandse zee beleefd. Het onder sub 10 vereiste Heineken namen we dan zelf maar mee Luierikken die wij zijn is het ons meestal te veel moeite voor korte weekends zo veel voorbereidingen te moeten treffen zodat er van week end-kamperen meestal niet veel te recht komt, edoch het is er met Pinksteren dan toch van ge komen enin Nederland. Na het oorspronkelijk besluit van de heren Kuikman, Van der Weyden en ondergetekende om de Pinksterdagen kamperend door te brengen op de camping „Zilvermeer" in Mol (B) kwam er een telefoontje van de heer Van der Weyden: „Ik heb een moord- De schrijver van het verhaal, de heer Stil, ais letterzetter.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1963 | | pagina 28