Als Cor 's morgens wakker wordt schijnt het zonnetje precies in zijn gezicht. Hè, dat is heerlijk. Hij doet zijn oogjes een heel klein kiertje open en kijkt langs de zonnestraal naar buiten. Oh, de lucht is helemaal schoon, er is niet één wolk vandaag. Hij ziet de stofjes in de zonnestraal op en neer dansen. Wacht, eens kijken waar dat grote stofje naar toe gaat; dat is leuk, al die stofjes dansen door elkaar! Weet je wat, hij zal zijn zusje eens gaan roepen. Zachtjes schuift hij uit zijn bedje, gaat voorzichtig naar het kamertje van zijn zus en kijkt om een hoekje. Netty wordt juist wak ker. „Ha, Netty, ben jij ook al wak ker? Kom in mijn kamertje, daar schijnt de zon zo lekker!" „Ja, ja, ik kom!" Samen kruipen zij in Cor zijn bed en spelen een spelletje met de stofjes in de zonnestraal. Ze hebben pret voor twee! Daar gaat de deur open en komt Papa binnen. „Goeie morgen kinde ren! Zo, zo, zijn jullie bij elkaar ge kropen in de zon? Dat is leuk! Maar vandaag gebeurt er nog iets veel leukers! Weet je, het zonnetje schijnt zo heerlijk en nu vind ik dat wij vandaag de koeien maar eens in de wei moesten jagen. Helpen jullie mee? Ja? Goed, maar dan eerst fluks aan kleden en ontbijten, dan mogen jullie helpen." Dat behoefde Papa geen tweemaal te zeggen. In een wip had den de kinderen zich gewassen en aangekleed. Mama had de tafel al gedekt toen zij beneden kwamen. „Mam, we mogen Papa helpen van daag, de koeien moeten in de wei!" Weldra was het zover, de staldeuren zwaaiden open en de zon scheen recht naar binnen. Het was alsof de koeien merkten dat er iets bijzonders ging gebeuren. Ze trokken onrustig aan hun touwen en loeiden zachtjes. Papa en de knecht maakten de eerste die ren los. Voorzichtig werden de koeien de stal uitgeloodst. En daar ging het, over het erf, langs de bijna lege hooi berg naar de wei. Cor en Netty mochten er op hun klompjes achteraan lopen. Ieder had den ze een grote stok in de hand. Daar mochten ze alleen mee zwaaien om de koeien te laten doorlopen. Ze mochten er natuurlijk niet mee slaan. Ze riepen heel hard van „Vort koe, loop door, je mag naar de wei! Vort koe, schiet op! Vort! Vort!" Toen alle koeien in de wei waren, kwam eigenlijk pas het fijnste van alles, want de stal moest worden schoongeboend. O, dat was zo'n leuk werk! Papa en de knecht boenden met grote bezems en Cor en Netty mochten water spuiten. Ze werden er zelf helemaal nat van! Mama kwam ook helpen, zij boende het melkgerei nog eens extra goed schoon. Alles moest gaan glimmen en blinken. O, het was eigenlijk één grote feest dag. Ze wasten en plasten met water en zeep om alles maar goed schoon te maken. 's Middags, na het eten, ging Papa altijd even slapen, want hij moest 's morgens altijd zo vroeg op om de koeien te melken. Cor en Netty gin gen in die tijd heerlijk buiten spelen. „Kijk Cor, daar staat het oude rijtuig dat Opa en Oma vroeger altijd ge bruikten als zij naar de stad gingen. Ga je mee, dan doen wij ook net alsof we gaan rijden. Jij bent dan de koetsier, en ik ben de passagier!" „Goed, stap maar in mevrouw!" Cor deed heel gedienstig de deur voor de mevrouw open en het trapje omlaag. „Gaat uw gang mevrouw." Heel voorzichtig stapte Netty in. Cor deed het trapje omhoog en de deur weer dicht en klom toen zelf op de bok. Hij deed net alsof hij de leidsels pak te en riep: „Vooruit paard!" O, dat was een heerlijk spelletje. Steeds har der ging het en steeds wilder! Hol derdebolder, hobbeldebobbel ging het over de weg. Cor zwaaide wild met zijn zweep. „Vort paard, vort paard, schiet op want de mevrouw heeft haast. Vort paard, vort paard!" Achter in de wagen zat Netty stil in een hoekje weggedoken. O, heerlijk was het om zo te spelen! Plotseling sprong Netty overeind. „Hé koetsier, stop! Stop!" Netty bonkte met haar vuistjes tegen de ruit achter de koetsier. 23

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1963 | | pagina 25