De tien hermetisch gesloten flesjes, waarin de proefgerst, oogst 1945, wordt bewaard.
Om bovengenoemde reden wordt de Nederlandse
gerst voor de brouwerijen eerst gedroogd tot het
vochtgehalte ongeveer 12 bedraagt, waardoor ze
langer bewaard kan worden. De ademhaling gaat
dan veel langzamer en de relatieve vochtigheid van
de lucht tussen de korrels is lager zodat de schim
mels geen kans krijgen zich te ontwikkelen. Echter,
de opslagtijd van deze gedroogde gerst (met behoud
van de volle kiemkracht) zal nog beperkt zijn, om
dat de te verademen stoffen nu eenmaal niet in on
beperkte hoeveelheid in de korrel aanwezig zijn.
Wanneer deze levensstoffen (koolhydraten) totaal
verademd zijn, is de gerst natuurlijk haar kiem
kracht kwijt, maar omdat het de bedoeling is alle
gerst vóór het arriveren van de gerst van de vol
gende oogst te vermouten, behoeft men niet bang
te zijn dat dit gebeurt.
Niet alleen het vochtgehalte, maar ook de tempe
ratuur bepaalt de intensiteit van de ademhaling:
hoe lager de temperatuur, hoe minder zuurstof er
verademd wordt. Deze factor is echter niet zo groot
als die van het vochtgehalte. Om gerst lange tijd
te bewaren, met behoud van de kiemkracht, zal
men dan ook het vochtgehalte drastisch moeten
verlagen.
Uit het bovenstaande kan men concluderen dat,
wanneer levende graankorrels in de conditie worden
gebracht dat zij veel kunnen verademen (hoog
vochtgehalte en hoge temperatuur), zij bij het ont
breken van de zuurstof voor de ademing des te
sneller hun kiemkracht zullen verliezen. Bovendien
zullen bij het niet ontbreken van zuurstof (beluch
ting) de graankorrels bij hoger vochtgehalte, wan
neer er dus veel verademd wordt, ook hun kiem
kracht verliezen, doordat de te verademen stof van
de korrels zelf uitgeput raakt.
Om nu een informatie te krijgen hoe lang gerst haar
kiemkracht behoudt bij een zeer laag vochtgehalte
(waarbij de ademhaling nagenoeg stilstaat) heb ik
in januari 1946 een hoeveelheid Kenia-gerst, oogst
1945, onder vacuüm gedroogd bij 20J C boven
fosforpentoxyd (een van de sterkst vochtabsor-
berende stoffen).
Beneden 10% vocht wordt het op deze manier
hiermee de stoffen in de korrels (voornamelijk kool
hydraten) en geeft koolzuur af. De intensiteit van
de ademhaling kan gemeten worden aan de hoe
veelheid koolzuur die zich ontwikkelt.
Nu hebben verschillende onderzoekers vastgesteld,
dat de ademhaling van gerst met een vochtgehalte
van 16 ongeveer zesmaal zo snel gaat als die
met bijvoorbeeld een vochtgehalte van 12 Zou
men een partij gerst met een vochtgehalte van 16
zonder meer in een silo opslaan, dan zou in korte
tijd de zuurstof van de lucht tussen de korrels
verbruikt zijn en de korrels zouden dan verstikken.
Bovendien is de relatieve vochtigheid van de lucht
tussen deze gerstkorrels zo hoog, dat de schimmels
en andere micro-organismen ook de kans krijgen
zich te ontwikkelen en hierdoor zal de gerst muf
worden. Als dan de zuurstof geheel verbruikt is,
krijgen ook de anaërobe bakteriën (dit zijn bakte-
riën die zonder zuurstof kunnen leven, zoals boter-
zuur- en melkzuurbakteriën) kans om te groeien,
waardoor de gerst geheel waardeloos wordt en in
korte tijd haar kiemkracht verliest.
De trommel, die bijna uit het gezicht was verdwenen, is nu van een
duidelijk opschrift voorzien.