Enkhuizen-Urk v.v. een schaatstocht over het IJsselmeer Per Soleas Ferratas (Op ijzeren zolen) Tot de mensen, die in strenge winters niet voortdurend hopen, dat de vorst het veld zal ruimen, behoren zeker niet in de laatste plaats de echte schaatsliefhebbers. Ze zijn in de afgelopen winter wel aan hun trekken gekomen, want zelden heeft men zo lang achtereen kunnen schaatsen, al heeft de sneeuw nog wel eens wat „roet" in het eten gegooid. In het TBB-gebouw te Rotterdam bevinden zich enige enthousiaste schaatsers, die voor deze koude tak van sport wel warm willen lopen. Toen er dan ook in de dagbladen berichten verschenen over schaatstochten op het IJsselmeer, werden de koppen bij elkaar gestoken en men was het er al spoedig over eens: men kon deze unieke gelegenheid eenvoudig niet voorbij laten gaan! En zo werd besloten om op zaterdag 23 februari deel te nemen aan een toertocht vanuit Enkhuizen, waarvan hier een verslag: In de vroege morgen van 23 februari staan, terwijl de zon als een dieprode bol boven de kim verschijnt, de heren J. H. van Krieken van de tekenkamer, T. J. Baren- dregt van de werktuigkundige dienst P. J. van Bij de controlepost midden op het IJsselmeer. Puffelen van de brouwtechnische dienst bij de Nenijto- IJsbaan te wachten op de komst van de heer J. W. Timmer, eveneens van de werktuigkundige dienst, die als gelukkige autobezitter het vervoer naar Enkhuizen voor zijn rekening zal nemen. Deze komt weldra opdagen en wanneer we eenmaal in de auto zitten, komen onze inmiddels tot dicht bij het vriespunt afgekoelde tenen weer enigszins tot leven. Het begin van de rit voert ons via Den Haag, langs Leiden en door de Haarlemmer meer naar Amsterdam, alwaar de zon eindelijk vat begint te krijgen op de zware mistbanken, die ons onderweg nogal gehinderd hebben. Na de brug over het IJ bij Schellingwoude duiken we een sprookjesachtige wereld in. De mist is hier vrijwel geheel verdwenen en heeft in de vorm van dikke rijp zijn sporen op de omgeving achtergelaten. Nadat we dit betoverende Noordhol- Aan de start onder de Dromedaris in Enkhuizen v.l.n.r. de heren Van Krieken, Timmer, Barendregt en Van Puffelen. landse polderlandschap met aan weerszijden van de weg zwaar berijpte bomen, weiden en boerderijen, zijn door gereden, bereiken we tegen half elf het eeuwenoude Enkhuizen. De auto wordt geparkeerd en allereerst gaan we inschrijven in taveerne „In de Meermin", waar we tevens met behulp van een kop koffie van de 130 km lange autorit bijkomen. Gewapend met de stempelkaarten gaan we terug naar de auto, waar we de schaatsen onderbinden en ons voor de tocht gereedmaken. Met het eerste stempel op onze kaarten vertrekken we langs de oude Dromedaristoren in de richting van de helwitte ijsvlakte van het IJsselmeer. De omstandigheden, waaronder we deze tocht gaan maken, zijn optimaal: geen zuchtje wind, een stralende zon aan een strakblauwe lucht en een temperatuur van even beneden het vriespunt, dit alles dank zij het hoge- drukgebied, waarvan de kern zich juist boven de Wad denzee bevindt. Het ijs is keihard en, op enkele stukken na, zeer goed berijdbaar. Kort na Enkhuizen splitst de route zich, hier kan men kiezen tussen de baan naar Staveren, heen en weer een afstand van 45 km en die naar Urk, 50 km vice versa. Wij kiezen de laatste en zetten dus koers naar het oosten. Het rijden hier op de vroegere Zuiderzee is een onvergetelijke gebeurtenis. Na een half uurtje schaatsen is de kust bij Enkhuizen uit het oog verdwenen en lijkt het, alsof we ons in een pool landschap bevinden; zover het oog reikt, zien we niets dan sneeuw en ijs. Op 15 km afstand van Enkhuizen, midden op het IJssel meer, bevindt zich een controlepost, waar een Urker, De helft zit er bijna op Urk komt in zicht. 12

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1963 | | pagina 14