Onze Kinderton
Het verloren
toverstokje
Tovenaar Malimijn woonde ergens
diep in een bos. Maar op een dag
was hij naar de stad gereisd om een
nieuwe puntmuts te kopen. Zijn oude
was helemaal versleten en verkleurd.
Toen hij terugkwam in zijn huisje
met een mooie nieuwe rode muts,
schrok hij erg. Neen maar, hij was
zijn toverstokje kwijt!
„Ik moet het in de stad hebben ver
loren", dacht hij. „Als de mensen die
het vinden er nu maar geen ongeluk
ken mee maken. Als je geen tovenaar
bent, kun je heel gevaarlijke dingen
met zo'n toverstokje doen." Vlug
ging hij terug naar de stad om het te
zoeken. Maar ja, dat was weer een
hele reis.
Malimijn had gelijk dat hij zich on
gerust maakte. Er was in de stad heel
wat gebeurd. Mijnheer Muzele had
het toverstokje op straat gevonden.
„Hé", dacht hij, „daar ligt een
prachtig stokje. Dat kan ik goed ge
bruiken!"
Mijnheer Muzele was de baas van
een groot orkest. Hij was juist op
weg om met zijn muzikanten te gaan
oefenen. Even later stond hij al
achter zijn lessenaar.
„Heren", sprak hij, „als de koning
volgende week onze stad bezoekt,
moeten wij voor hem spelen. Doe
dus allemaal goed uw best en laten
wij ervoor zorgen dat het heel mooi
klinkt."
De muzikanten begonnen te spelen en
mijnheer Muzele sloeg de maat met
het toverstokje. Maar ach, het ging
lang niet mooi genoeg naar zijn zin.
De muzikanten moesten het over
doen. En daarna nog eens. Maar het
klonk steeds lelijker. Mijnheer Mu
zele maakte zich nu heel boos.
Hij tikte met het stokje op de lesse
naar en riep: „Mijne heren, jullie zijn
ezels!"
O wee wat gebeurde er nu! In
plaats van muzikanten stonden er
plotseling allemaal ezels in de zaal.
Ze balkten klagend: „Ia... ia..."
Het klonk nog veel lelijker dan de
muziek die de muzikanten eerst ge
maakt hadden.
„Help dit is een toverstokje!",
riep mijnheer Muzele. Met een angstig
gezicht wierp hij het door het open
raam op straat. Juist kwam juffrouw
Jetje langs. „Hé", zei ze. „Wie gooit
er nu zo'n mooi stokje weg? Dat kan
ik nog best gebruiken."
Een kwartiertje later stond ze voor
haar klas. „Zo kindertjes", zei juf
frouw Jetje, „nu moeten jullie mij
netjes nazeggen, wat hier op dit bord
staat. De plaatjes staan erboven, dus
het is niet moeilijk. Daar gaat 'ie:
Aap nootMies
Juffrouw Jetje wees met het tover
stokje de plaatjes aan. De kinderen
deden braaf hun best de woorden na
te zeggen, alleen Kareltje Boon zat te
veranderd. Wat stond die bedelaar
gek te kijken. Hij durfde er nog niet
erg goed in te happen, zo vreemd
vond hij het.
Intussen was tovenaar Malimijn in de
stad teruggekomen. Van verre hoorde
hij de ezels al balken. „Zie je wel,
het is misgegaan!", riep hij. Gelukkig
had hij nog een ander toverstokje
meegenomen.
In een oogwenk had hij de ezels
weer teruggetoverd in muzikanten.
Bij de school van juffrouw Jetje zag
hij even later een groepje mensen
staan. „Daar is vast ook iets ge
beurd", dacht Malimijn. Hij ging er-
knikkebollen. „Vooruit Kareltje",
zei juffrouw Jetje. „Opletten. Slapen
moet je in bed doen. Zeg me na:
Aap Ze gaf Kareltje, terwijl ze
dat zei, met het toverstokje een
vriendelijk tikje tegen zijn wang.
„Toe dan, Aap
Wat was dat! Plotseling was Kareltje
in een aap veranderd! Hij klom bo
ven op zijn bank en danste vrolijk
op en neer. Met een gil gooide juf
frouw Jetje het toverstokje uit het
raam.
„Hé, wat valt daar voor mijn voe
ten?", zei een bedelaar die toevallig
langs kwam. Hij raapte het tover
stokje op. „O, jammer", mompelde
hij teleurgesteld, „het is maar een
stokje. Ik wou dat het een boterham
was Roetsj Plotseling was het
toverstokje in een boterham met kaas
heen en al gauw had hij de aap
terugveranderd in Kareltje.
Een mijnheer had gezien dat de bede
laar het toverstokje opraapte. Mali
mijn ging op zoek en had de bede
laar al vlug gevonden. Maar toen
hij zag dat het stokje in een boter
ham was veranderd, zei hij: „Je mag
die boterham houden, brave man.
Het is een toverboterham. Hoeveel
happen je er ook van neemt, de boter
ham blijft even groot. Hij raakt nooit
op en jij zult nooit meer honger
hebben."
De bedelaar was erg blij en de tove
naar zei: „Gelukkig dat er met mijn
verloren toverstokje toch ook nog
iets goeds is gebeurd." En tevreden
keerde tovenaar Malimijn terug naar
zijn huisje in het bos.
Jim Keulemans
19