DE VERSIERINGEN ï:f* I Eindelijk is het dan zo ver. Onze kerstboom, die we met zorg uitgezocht en daarna nog enkele dagen op een koel plaatsje bewaard hebben, wordt onder gejuich van de kinderen in de kamer gehaald: het feest van het versieren kan beginnen! Laten we eens even stilstaan bij de vraag, waar de kerstboomversieringen vandaan komen en hoe deze tere feesttooi vervaardigd wordt. Het gebruik om met Kerstmis een sparreboompje te versieren met kaarsjes, appels, noten en andere dingen, is al tamelijk oud. GOETHE vermeldt, dat hij bij zijn vriend KORNER een kerstboompje heeft gezien dat brandende kaarsjes op zijn takken droeg. Op de Alandseilanden, onder de Finse kust, had men omstreeks 1800 met Kerstmis al sparreboompjes, die met appels en noten versierd waren en die op iedere tak vijf kaarsjes droegen. Noorwegen en Denemarken volgden spoedig, in 1815 kwamen ze in Danzig en daarna van Duitsland uit ook naar ons land. Pas veel later werden de kerstboompjes met kunstmatige versieringen getooid. De bakermat van deze tere, glazen produkten moeten we in Thüringen zoeken, waar tegen het einde van de vorige eeuw een huisindustrie ontstond, die ook nu nog het grootste deel van dit glaswerk levert, al komen de laatste jaren ook andere landen als Polen en Tsjechoslowakije met steeds grotere hoeveel heden op de markt. Voor zover wij weten, worden in Nederland geen glazen kerstboomversieringen gemaakt. Beter gezegd, ze worden hier niet meer gemaakt, want nog niet eens zo heel lang geleden was er in de hoofdstad van ons land een bedrijfje, dat zich speciaal met de vervaardiging van kerstballen, klokjes, kerkjes, kerst mannetjes en andere figuurtjes bezig hield. De heer L. N. Kalsbeek te Amster dam, die dit bedrijfje destijds opzette en die nu nog dagelijks, zij het op een andere wijze, in kerstboomversieringen „doet", was zo vriendelijk ons iets te vertellen over de vervaardiging van dit fijne en tere glaswerk. De kerstballen, de klokjes en de figuurtjes worden gemaakt uit dunne buizen van blank glas, die in diameter variëren van 12-40 mm en die een wanddikte hebben van 0,7-2 mm. De ballen worden, nadat een gedeelte van de glazen buis met behulp van een brander is verhit, „in de vrije ruimte" geblazen, dat wil zeggen, zonder dat er een vorm of mal aan te pas komt. De wanddikte y' f"* fV* o v J- A 28 4::<v'",*v v »W i'.ti v yp» -ia i urn».. .j|»l De foto's op deze pagina'sm van de heer Kalsbeek te^

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1962 | | pagina 30