NIGERIAN INTERNATIONAL TRADE FAIR 1962 LAGOS, 18 november 1962 Zojuist werd, met een korte toespraak door de minister van handel «Sc industrie, het strijken der vlaggen en het spelen van het Nigeriaanse volkslied, de Nigerian International Trade Fair 1962 gesloten. Het was toen ongeveer kwart over negen 's avonds. Honderden schijnwerpers priemden nog door de zwoele avondlucht en wierpen een schel licht op de talrijke paviljoens die soms in de meest bizarre vormen waren opge trokken. Iets van dit licht viel ook op de duizenden Nige- rianen, die in hun veelkleurig zondagse gewaden en omringd door hun vrouwen, kinderen en babies geen minuut van al dit vreemds op deze laatste avond wilden missen. En op de moevertrokken gezichten van de Europese deelnemers, die vanaf 10 uur 's morgens in de weer waren geweest en die in deze mensenwarreling geen profijt konden trekken van het enkele briesje dat doordrong van de nabije Atlantische Oceaan. Een uurtje later was het oorverdovende lawaai gestild, waren de lichten gedoofd en de meeste geurtjes weggedreven op de zucht van verlichting, die duizenden gelijktijdig moeten hebben geslaakt. En daarmede was een einde gekomen aan de tweede „handelsbeurs" die wij in Nigeria hebben gehad en die dit maal eigenlijk meer een landendemonstratie is geweest. Men HEINEKEN'S CORNER in de biertuin. verkoopt nu eenmaal geen tractors of wegbouwmachines aan de half miljoen schoolkinderen die in de bekende „mammy- wagons" (vrachtauto's met houten banken en opschriften als „Sea never dry", en anderhalf spatbord) als sardines in een blikje uit alle windstreken naar de „Fair" werden gevoerd. Maar wel waren er 41 landen met soms zeer grote paviljoens present. De Russen vertoonden er hun Sputniks, wodka, trac tors en naaimachines van een dertig-jaar-oud model; Ame rika zijn space-craft, automatische bakkerijen en de onver mijdelijke soja-bonen; Engeland een machine om te leren chauferen (broodnodig voor Nigeria) en een film van de bezoeken van hun Koninklijk Huis, en Nederland zijn ka toentjes, radio en fietsen, en. Heineken. U weet misschien dat het met dit Nederlandse paviljoen niet zo vlot is gegaan. Men had een vrijdragend dak ontworpen, bedekt met geprepareerd nylon. Dit is vervangen door can vas. Tijdens het aanbrengen van dit canvas stak er een der gebruikelijke stormen op en de regen maakte dit doek toen volkomen onbruikbaar. Kort voor de opening heeft men het dak kunnen bedekken met lange aluminium banen en opge lucht begon men in ijltempo de stands op te bouwen. Ook de metershoge, draaiende Heinekenfles, de verlichte showcase, de enorme foto-boards. Een volgende storm deed, gelukkig 's nachts, het dak volkomen in elkaar klappen. Het brak door Het reusachtige Heineken glas, dat hoog boven alles uit torende. tot op de grond en duwde de vier muren uit elkaar. De chaos van verwrongen buizen, versplinterd hout, verfrommeld alu minium, ingedrukte apparaten en verkruimeld beton was on beschrijfelijk. De Hollandse schouders zakten centimeters. Maar de Heineken fles stond nog trots, hoog en gaaf overeind. Dit gezicht moet de ontwerpers bezield hebben toen zij beslo ten niet op te geven, en luttele dagen na de opening van de Fair kon de ambassadeur tijdens een receptie in het volkomen nieuw opgebouwde paviljoen vol trots verklaren, dat we het toch maar weer hadden gedaan. Hetgeen de aanwezige Nige riaanse ministers, zich lavend aan Heineken, nadrukkelijk beaamden. Heineken bracht daar overigens heel wat lafenis. Aan de talrijke hoogwaardigheidsbekleders op hun rondgang, aan de overvloedig transpirerende vertegenwoordigers en wij heb ben heel wat genietende minister- en ambassadeurgezichten kunnen gadeslaan. Lafenis ook echter aan de dag en nacht (bij schijnwerpers) doorploeterende opbouwers van het nieuwe paviljoen, en hier moet ons koele Heineken wel bijzonder zalvend op de oververhitte kelen hebben gewerkt. Ook het publiek kon zich tegoed doen aan ons populaire bier. In het Nederlandse paviljoen werden aan onze stand hun vragen beantwoord en werd hen een pamfletje in de handen gedrukt, dat verwees naar onze bier-tuin, die wij, met een wat weemoedige herinnering aan het Leidseplein, HEINEKEN'S CORNER hadden gedoopt. Hier was, op een Een gedeelte van de bar. 26

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1962 | | pagina 28