top een tiental meters hoog reiken, Zij alle zullen, vroeg of laat, hun weg vinden naar huiskamers, kerken en zalen om daar in het middelpunt van de Kerstviering te staan. Voor het echter zover is, zijn er jaren van zorg aan onze kerstboom besteed: zaaien, verspenen, overplanten, ziekte en onkruid bestrijden, kortom, het kwe ken van een ook qua vorm mooie kerstspar. Rond de kerstboom, de altijd groene spar, zijn in de loop der tijden vele verhalen geweven, waarvan wij er enkele voor u hebben opgetekend. Zo is er een oude Russische sage die vertelt hoe het komt, dat de sparren hun naalden ook in de winter behou- Een close up van een gedeelte van een zaai- bed. Duidelijk is te zien hoe dicht de jonge sparretjes op elkaar staan. den: Om de mensen beet te nemen had de duivel weer eens een nieuwe streek bedacht en daartoe had hij een korenmolen gebouwd. De molen zag ;r best uit en de duivel ging proberen of hij ook goed werkte. Toen het koren in de molen was gedaan en het malen begon, wilde het meel niet van de stenen afvallen en wat de duivel ook probeerde, niets hielp. Terwijl hij Jaar zo stond te zwoegen, kwam Christus met Sint Pieter daar voorbij en zij bleven staan om te kijken wat daar eigenlijk gebeurde. Nadat Chris tus dit zo een tijdje had aangezien, zei Hij tot de duivel: „Ik kan wel maken dat uw molen goed maalt, maar dan moet gij Mij als uw heer aannemen!" „Dat kan ik natuurlijk wel doen", antwoordde de duivel, „maar dan slechts voor een kort poosje". „Goed dan, laten wij afspre Deze kerstboompjes zijn weer wat ouder, zeven jaar, en hebben een lengte die varieert van zeventig tot honderd centimeter. Boven: De inplanting van de naalden bij een spar (links) en bij een den (rechts). Op de foto hiernaast ziet u duidelijk het verschil tusen een sparretak (links) en een dennetak. ken, totdat de bomen van het bos geen blad meer dragen". De duivel bedacht dat het al gauw herfst was en hij nam het voorstel aan. Christus raakte nu de molen stenen even aan en de molen begon te malen en werkte, zoals een goede molen dat behoort te doen; de duivel kon er echt geen slecht werk mee doen. Dat begon hem al gauw te ver velen en hij ging maar eens naar het bos om te kijken of de naalden nog niet begonnen af te vallen, maar er gebeurde niets. Ook in de herfst viel het blad niet af. De duivel probeerde van alles, hij joeg de storm door het bos, rukte aan de takken en blaren, trachtte het bos uit te drogen, maar niets hielp. De sparretakken bleven van onder tot boven aan de boom, vol naalden, en zo zou het voortaan blijven. De molen was voor niets ge maakt en de duivel trok woedend af. Tot besluit, als een van de antwoor den op de vraag, waarom men de spar als kerstboom kiest, een andere legende, die aldus luidt: Winfried, bij genaamd „de apostel van Duitsland", vertoefde omstreeks het jaar 725 in het hart van Saksen, waar zich in de wouden van Fritzlar, bij Geismar, een oude eik bevond, die gewijd was aan Thor, de dondergod. Onder deze „dondereik" vond Winfried op een winternacht een troep woeste mannen, die er hun offer, een klein kind, aan de god Thor wilden brengen. De apostel springt naar voren, neemt het kind in zijn arm, grijpt een bijl en hakt zo lang op de oude boom in tot hij valt. Op hetzelfde ogenblik schijnt het zilveren maanlicht door het bladerdak van het woud en zie, daar staat achter de oude boom een jonge spar, wiens puntige takken zich verheffen ten hemel. Winfried keert zich tot de verbaasde heidenen, die minstens verwacht hadden dat hun god de heiligschenner gedood zou hebben, en spreekt aldus: „Van dit ogenblik af zal de spar uw heilige boom zijn. Het is de boom des vre- des, want uw huizen zijn van zijn hout gemaakt. Hij is het teken van onsterfelijkheid, want hij is altijd groen, hij is ook de boom van het Christuskind, want hij wijst met zijn takken ten hemel!" Uit. Boom en struik. 20

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1962 | | pagina 22