Vier jaar oud geworden, zijn de boompjes voldoende zwaar om op grotere onderlinge afstanden op de akker te worden overgebracht om daar tot (voor een kerstboom) vol le wasdom te komen. Op de akker blijven ze, afhankelijk van de ge wenste grootte, nog drie tot tien jaar doorgroeien. Na (totaal) zeven jaar kan een spar, die onder de meest gunstige omstandigheden is opge groeid, 70 tot 100 cm hoog worden. De grootste kerstbomen voor normaal gebruik hebben twaalf tot vijftien jaar nodig om een lengte van twee a drie meter te bereiken. Voor kerken, zalen, straat- of plein versiering worden kerstsparren ge bruikt, die tien meter of hoger rei ken. Het gebeurt echter niet zo vaak dat zo'n reus moet worden afgeleverd en de kwekerij is met een dergelijke opdracht niet eens bijzonder blij: het vereist namelijk heel wat zorg om een boom van tien meter zonder be- De kweker, de heer J. G. van Dijk, temidden van zijn „kwekelingen". schadigen neer te halen en hem „in te pakken" voor verzending. De spar is in zijn familie (de conife ren) een snelle groeier; in de vrije natuur groeit hij wel 60 tot 80 jaar door, dan is hij pas volwassen. De mooie, onder gunstige omstandighe den opgroeiende spar wordt wel 55-60 meter hoog en wel 400-600 jaar oud. De stam heeft dan nog maar een doorsnee van ongeveer twee meter. De kwekerij van de heer Van Dijk richtte zich vroeger in het bijzonder op de export naar Engeland, waar heen boompjes van 40-90 cm (de Deze zonnige akker, die zich tot aan het dorp Laren schijnt uit te strekken, telt naar schatting zo'n elfduizend jonge (vijf jaar) boompjes. De afleveringen voor het binnenland, waar de kerstbomen meer en meer via de. straathandel verkocht worden, vinden al begin december, kort na Sint Nicolaas, plaats. De in Neder land meest gevraagde maat is één tot anderhalve meter. Op de zaaibedden, de plantbedden en de akkers van kwekerij „Gooi- en Eemlust" staan duizenden en nog eens duizenden kerstsparren. Van dwerg boompjes, nauwelijks enkele turven hoog, tot statige sparren die met hun daar meest gevraagde maat) in gro ten getale verzonden werden. Na 1934, toen Engeland de invoer van kerstbomen verbood, is men zich gaan oriënteren op het binnenland. Sinds de laatste oorlog wordt er weer ge ëxporteerd, nu naar andere landen als Italië, Libanon, Israël, terwijl ook verder weg in steden als Bangkok, Beiroet, Singapore en Kano de in Nederland gekweekte spar het zijne aan de kerstsfeer bijdraagt. De grote schepen, die verre en lange reizen maken, nemen reeds begin november hun kerstboom-met-kluit, een boom met wortels en daar om heen aarde, mee. Aan boord wordt de spar in frisse staat gehouden door hem, tot eind december, in de koel installatie te bewaren. De kerstbomen voor het buitenland worden meestal per vliegtuig verzon den. Bij de kleine exemplaren levert dit geen ruimteproblemen in het vliegtuig op. Anders wordt het wan neer, wat een enkele maal voorkomt, een flinke kerstspar (van bijvoorbeeld zes meter) door de lucht verstuurd moet worden, een bijzondere opgave, omdat zo'n boom wegens zijn grote lengte niet in zijn geheel in het vlieg tuig ondergebracht kan worden. Men zaagt hem dan eenvoudig in tweeën en zet later op de plaats van be stemming de twee stukken met behulp van een metalen pen weer aan el kaar! Ongeveer vijfentwintig jaar heeft deze spar nodig gehad om deze hoogte (circa negen meter) te bereiken. 19

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1962 | | pagina 21