^^erótboom, cle altijd groene ópar De warme najaarsdag, eind september van het nu welhaast afge lopen jaar, noodde geenszins tot mijmeringen over een witte kerst of tot bespiegelingen over de groene spar. Niettemin, we waren op weg naar een van de geboortegronden van de kerstboom, naar de kwekerij waar het boompje, dat nu in uw huiskamer staat te stralen, wellicht is opgegroeid. Er zijn er maar enkele in ons land, de kwekerijen, waar men zich heeft gespecialiseerd in kerstbomen of, zoals de vakman zegt, kerstsparren. Op de grens van Noord-Holland en Utrecht, daar waar het Gooi overgaat in het Eemland, ligt zo'n kwekerij. Haar naam luidt, zeer toepasselijk, Gooi- en Eemlust. Komende van Biltboven, langs paleis Soestdijk, voorbij Baarn, aldus de vrien delijke aanwijzing die wij van tevoren hadden gekregen, ziet u op een gegeven ogenblik links het restaurant „De Witte Bergen". Daar tegenover, aan de rechterkant, begint een zandpad dat u afrijdt tot aan de splitsing, waar u rechtsaf gaat. En dan komt u er vanzelf. Zonder veel moeite vinden we het met sparren en dennen omzoomde pad, dat ons als vanzelf de weg wijst naar het kantoor van de kwekerij. De heer J. G. van Dijk, die samen met zijn broer het beheer voert over hun uitgestrekte, over verschillende gron den, ook elders in het land, versprei de bedrijf, heeft voor ons bezoek een dag uitgetrokken. Wat ons betreft, een welbestede dag. Want onze gast heer vertelt ons menige interessante bijzonderheid over zijn kerstbomen, hoe zij groeien en bloeien, over de jarenlange zorg waarmee zijn „kwe kelingen" omringd worden, eer zij op de markt en daarna in uw huis kamer komen. „Een kwekerij", aldus de heer Van Dijk, „is een zeer ar beidsintensief bedrijf. Behalve de kerstsparren, die een flink gedeelte van de totale oppervlakte innemen, hebben we alles voor tuin, park en plantsoen: coniferen, laanbomen, po pulieren, eiken, enzovoort. Verder bos- en haagplantsoen, heesters, vruchtbomen, tot vaste planten toe." De heer Van Dijk vervolgt: „Het kweken is ook een moeilijk bedrijf, dat wil zeggen, vol risico's en afhan kelijk van bijvoorbeeld het weer en de conjunctuur. Bovendien, vele pro- dukten zijn eerst na jaren en jaren kweken „rijp" voor de verkoop." Rechtsboven: Een fraaie, meer dan manshoge kerstspar. Links: Op de akkers, die over grote afstan den verspreid liggen, staan de sparren in lange rijen met duizen den bijeen. Onze gastheer heeft desondanks zijn hart aan dit door zijn vader gestichte bedrijf verpand. Dat merken we dui delijk wanneer we hem vergezellen op een tocht langs en soms dwars door de verschillende percelen, waar bij hij met grote kennis van zaken en liefde voor zijn kwekerijprodukten uitleg geeft. We stappen in zijn auto, want de te bezoeken percelen liggen kilometers uit elkaar. Om te beginnen doet de heer Van Dijk ons een hulpmiddeltje aan de hand om eens en voorgoed het onder scheid tussen een spar en een den te kunnen onthouden. Kerstbomen zijn altijd sparren, al wordt in de wande ling nog zo vaak van dennebomen gesproken. Zie hier het ezelsbruggetje: spar solo éénnaaldig den duo twee- (of meer) naal- dig, hetgeen wil zeggen: bij de spar is de inplanting op de tak naaldsge- wijs, één voor één dus, terwijl bij de den de naalden in bundeltjes (koker tjes) van twee (of meer) op de tak zitten. De kerstspar (Picea abies, Neder landse benaming: fijnspar) wordt ge zaaid op bedden, waarop de piep jonge, minuscule boompjes, dicht op elkaar, een jaar blijven staan. Daarna worden de eenjarige sparretjes „ver- speend", dat wil zeggen, uitgezet op plantbedden, waarop men ze drie jaar laat staan om ze de gelegenheid te ge ven stevige wortels te vormen. 18

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1962 | | pagina 20